Video-installatie ‘Edgelanders’ (in grens- of tussengebied) met zes video’s waarin ongedocumenteerden (o.a. van We Are Here) hun verhalen vertellen in interviews: over de manier waarop zij hier werden ontvangen en hoe ze verstrikt raakten in een doolhof van regels en barrières en klem kwamen te zitten in het asielgat (niet mogen blijven, niet terug kunnen). Totale tijd ong. 2 uur, creatief gefilmd, met poëzie en zang, voertaal engels, met engelse ondertiteling; voor wie moeite heeft met traplopen zijn de interviews ook op begane grond te bekijken.
De makers, Raul Balai en Ehsan Fardjadniya, begonnen vorig jaar met een kritische analyse van het opvangbeleid in Amsterdam, met o.m. expositie in het Amsterdam Museum, gesprek met advocaat Pim Fischer in Podium Mozaïek, analyse van framing van vluchtelingen in de media. Zij constateren dat de gemeente door de uitspraak van het Europese Comité voor Sociale Rechten in 2014 verplicht is om onvoorwaardelijk onderdak te bieden aan wie dat nodig heeft (de zaak was aangespannen door Kerk in Actie i.s.m. Pim Fischer). Amsterdam promoot zichzelf als een stad van mensenrechten, maar voldoet niet aan haar zorgplicht. Daarom bouwt het project Edgelanders toe naar een (fictieve) rechtszaak tegen de gemeente in jubileumjaar 2025 (750 jaar Amsterdam). – Zie de website: www.amsterdamontrial.nl en www.deappel.nl Adres: Tolstraat 160, wo-zo 14-20 u. (ook met museumkaart)
De makers roepen op om een brief te sturen aan leden van de gemeenteraad of een raadsbrief , met de oproep om een motie in te dienen waarin staat dat mensenrechten, vastgelegd in internationale verdragen, leidend zijn bij het maken en uitvoeren van gemeentelijk beleid.
Het Luther Museum Amsterdam toont de geschiedenis van Salzburgse vluchtelingen, die in 1732 door een nieuwe aartsbisschop werden gedwongen om katholiek te worden of te emigreren. Van de 20.000 vluchtelingen kwamen er 700 naar Nederland, welkom geheten door de landelijke overheid. Niet humane opvang was de hoofdmotivatie, maar de ‘krimp’ van Zeeuws-Vlaanderen en de vraag naar arbeidskrachten en landarbeiders. De opvang in Zeeland liet aan alle kanten te wensen over, beloften van de overheid werden niet waargemaakt en na een jaar was de groep emigranten meer dan gehalveerd door ziekte en ondervoeding, een ander deel had gedesillusioneerd ons land weer verlaten. De Lutherse kerk in Nederland bood hulp waar de overheid faalde. – Een voorbeeld waarvan we parallellen zien in de hedendaagse problemen bij Ter Apel en de onwil rond de spreidingswet. Adres: Nieuwe Keizersgracht 570, do-zo 11-17 u. (ook met museumkaart)
Mensen en organisaties die humanitaire hulp verlenen aan mensen-zonder-papieren zullen onder de nieuwe Dienstverlenersrichtlijn, onderdeel van het Europese Migratiepact, risico lopen op een celstraf van drie jaar of meer. Deze zogeheten Facilitators Directive wil mensensmokkel steviger aanpakken, en stelt daarom àlle hulp aan ongedocumenteerden strafbaar, niet alleen bij het oversteken van grenzen. Als het organiseren van onderdak, voedsel en geld strafbaar wordt, dreigt het uiteraard te verdwijnen. En solidaire burgers en instanties die dapper door blijven gaan, moeten ondergronds. Dus zijn ze ook niet goed vindbaar meer voor degene die de hulp hard nodig heeft. Er is meer risico op misbruik en dus méér in plaats van minder criminele betrokkenheid bij deze kwetsbare groep mensen. – De richtlijn is nu in bespreking in de parlementen in de EU.
Chris Keulemans schreef zijn column Strafbaar over deze kwestie en andere blokkades voor ongedocumenteerden, met het oog op zijn pas verschenen boek Verzet.
Amsterdam telt ruim 1052 kinderen zonder verblijfsvergunning. Afia Victoria Gyarko (16) uit Amsterdam-Zuidoost is een van hen. Ze leeft al jaren met stress en schaamte: ‘Ik wil niet bang zijn voor politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vriendinnen.’
door Frenk der Nederlanden en Roos van Riel
Afia Victoria – ‘zeg maar Victoria’ – Gyarko is het zat, spuugzat. Al zo lang ze zich kan herinneren zweeft ze tussen hoop op een verblijfsvergunning en vrees dat ze Nederland wordt uitgezet. De 16-jarige in Libië geboren dochter van een Ghanese vader en een Nigeriaanse moeder woont al elf jaar in de Amsterdamse Bijlmermeer, tussen duizenden andere Afrikanen zonder verblijfsstatus. Ze maakt zich zorgen over haar toekomst, vooral over de tijd na school – wanneer ze op eigen benen moet staan. Daarom wil ze nu haar verhaal vertellen.
“Ik ben bang dat ik me straks niet kan inschrijven voor een studie. Ik heb sowieso geen geld voor ov of boeken, die zijn superduur. Als ik een verblijfsvergunning heb, kan ik een baantje gaan zoeken. Ik wil alles aannemen: schoonmaken, oppassen, weet ik het. Maar zolang ik geen papieren heb, neemt niemand me aan.”
Veilig land
Ze praat snel, in een accent waarin Amsterdamse en Surinaamse invloeden doorklinken. Drie jaar geleden benaderde ze met haar vader een advocaat in een poging een verblijfsvergunning te bemachtigen, maar na twee vergeefse bezoeken aan de IND heeft ze niet het idee dat het soelaas biedt – Ghana wordt door de Nederlandse overheid immers gezien als een veilig land. Maar Victoria ziet daar geen toekomst voor zichzelf: “Ik ben nog nooit in Ghana geweest. Wat moet ik daar?”
Ze heeft een dikke trui aan, want het is koud in de flat op Kikkenstein, hartje Bijlmer. Geld voor verwarming hebben ze niet, zegt vader Nana Gyarko, die met zijn muts op in de eenvoudig ingerichte huiskamer zit. Hij spreekt Engels, maar met zijn dochter vooral Twi, de taal van de Ashanti’s, het Ghanese volk waar hij van afstamt. “Een toekomst voor mijn dochter, dat is het enige wat ik wil. En ik huil nog altijd om mijn zoon, die al dertien jaar is vermist. In stilte, want ik wil Victoria er niet mee belasten.”
Zelf weet Victoria niets meer van haar eerste levensjaren, of het nou om de dood van haar moeder gaat, de lijken in de straten van de Libische hoofdstad of de tocht in een afgeladen boot over de Middellandse Zee naar Italië. Haar herinneringen beginnen pas in het vluchtelingenkamp op Sicilië. “Ik weet het allemaal niet meer zo goed. Wat er in die eerste jaren gebeurde is diep weggestopt en komt niet meer tevoorschijn.”
Hard werken
Victoria zit in 4 havo van het Ir. Lely Lyceum in de Bijlmer en hoopt volgend jaar examen te doen, maar dan zal ze alles op alles moeten zetten. “Ik ben elk jaar overgegaan, geen idee hoe ik dat voor elkaar heb gekregen. Ik had mavo-advies, maar ik scoorde goed met rekenen en de onderwijzers op de basisschool hebben me goed geholpen met dingen die ik niet snapte. Ik ben niet dom en geloof in mezelf. Maar ik zal nog heel hard moeten werken om het examen te halen. Laatst kreeg ik een onvoldoende voor Nederlands. Echt een trauma, weet je. Ik wist niet dat ik zo slecht was.”
Op het Ir. Lely Lyceum voelde ze zich meteen thuis, maar in haar vriendengroep is ze de enige zonder verblijfsvergunning. “Dat geeft veel stress. Ik kan nooit iets leuks doen. Er zijn wel een paar vrienden die van mijn situatie weten en soms voor mij betalen. Een etentje, of barbecue als we gaan picknicken, en soms de bioscoop, daar heb je geen papieren voor nodig. Maar laatst zouden we een weekend naar een huisje gaan en dat moesten we cancelen omdat ik geen paspoort kon laten zien.”
“Vorig jaar hadden we met school een excursie naar Tsjechië. Daar hadden we geen geld voor, dus ik moest liegen dat ik niet mocht van mijn vader. Achteraf hoorde ik dat het heel koud was en het eten verschrikkelijk, dus ik was blij dat ik niet was gegaan. Maar ik ben er helemaal klaar mee, met dat liegen. Ik ben één keer opgepakt door de politie toen ik niet goed had ingecheckt in de metro. Sindsdien ben ik zenuwachtig. Ik ben geen crimineel, maar zonder ID durf ik niet voor mezelf op te komen, al heb ik best een grote mond. Beleefd blijven en niet in discussie gaan, zeg ik dan tegen mezelf.”
Gebedel
Victoria is teneergeslagen en schaamt zich. “Dat eeuwige gebedel om geld maakt me gek. Zonder papieren kom je niet eens in aanmerking voor de voedselbank. Soms is er geen rijst meer in huis en eten we alleen brood. In de kantine op school krijgen we gelukkig gratis ontbijt, maar het is elke keer weer de vraag of we de huur nog kunnen betalen. We hebben onze flat in onderhuur van een Ghanese man, voor 1050 euro per maand. Mijn Italiaanse vrienden sturen af en toe geld, en soms krijg ik een euro van mijn vader. Maar wat ik straks na school moet gaan doen? Ik heb geen idee.”
Vader Gyarko (1977) haalt zijn schouders op, alsof hij het ook allemaal niet meer weet. Hij werkt zwart als lasser, schilder of schoonmaker. Meestal in Nederland, maar soms ook in België of Duitsland. De hoop op een beter leven heeft hij allang opgegeven, vertelt hij. Sinds zijn vlucht uit Libië voelt hij zich permanent opgejaagd. “Ik ben altijd bang, altijd op de vlucht. Als ik agenten zie, raak ik in paniek. En ik schaam me, dat ik vrienden steeds om geld moet vragen. Ik ben een man en heb mijn trots.”
Op zijn zestiende verliet Gyarko het straatarme Ghana om in Libië werk te zoeken. Als jonge jongen had hij al in een garage gewerkt en in het land van de toenmalige dictator Kadhafi hoopte hij een toekomst te kunnen opbouwen. Dat lukte wonderwel. Gyarko kon in Tripoli als plaatwerker aan de slag en trouwde in 2003 met een Nigeriaanse vrouw, met wie hij na Victoria in 2009 zoon Kwabena Wusu kreeg.
Toen begon de ellende. Drie dagen na de geboorte van de jongen overleed Gyarko’s 29-jarige vrouw aan een hartaanval, voor de ogen van Victoria. Ineens was Gyarko een weduwnaar met twee kinderen. Toen in Libië in 2011 een burgeroorlog uitbrak en hij moest vluchten voor het geweld, raakte hij gescheiden van zijn tweejarige zoontje. “De familie die op hem paste – een bevriende huisarts uit Jordanië – was in paniek op de vlucht geslagen. De rebellen hadden het vooral voorzien op donkere Afrikanen, die als aanhangers van Kadhafi werden gezien. Ik heb nooit meer iets over mijn zoon gehoord.”
Gammele boot
Tijdens de tocht in een gammele boot over de Middellandse Zee werd hij ook gescheiden van Victoria, maar hij vond zijn dochter terug in een vluchtelingenkamp op Sicilië. De hereniging werd zelfs uitgezonden op de Italiaanse televisie, zo’n feelgoodverhaal ging er wel in. Victoria en haar vader werden opgevangen door een rooms-katholieke hulporganisatie en kregen na twee jaar een verblijfsvergunning. Omdat er in hun regio geen werk was, besloot Gyarko zijn geluk in Nederland te beproeven, en zo kwamen Victoria en hij in de lente van 2013 in Amsterdam terecht.
Na drie dagen in het Novotel was het geld op. Gyarko: “Op het plein voor het Centraal Station ontmoetten we een man die ons wel wilde helpen. We mochten bij hem in zijn huisje aan de Amstel blijven slapen en hij regelde een baantje in een garage voor me. Na drie weken konden we naar een flat in de Bijlmer.”
Met hulp van het ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en de jeugdhulporganisatie Sensa Zorg werden een school en een sportvereniging voor Victoria gevonden. Ook de kerk, de Pentecost Revival Church, bood een helpende hand en maakte Victoria en haar vader wegwijs in de Amsterdamse samenleving. Sindsdien leidt Gyarko het leven van zoveel migranten zonder verblijfspapieren – hij werkt overal en nergens , wordt af en toe opgepakt en uitgezet naar Italië, maar is steevast binnen een paar dagen weer terug in de stad. Victoria probeert zich ondertussen met de moed der wanhoop staande te houden.
“Vroeger kon ik via een fonds van Sensa naar de tandarts, maar het geld was op. Laatst was een kies ontstoken en heb ik weken met pijn rondgelopen. De school heeft er toen voor gezorgd dat ik in het weekend bij een noodtandarts terechtkon.”
Heimwee
De bezoeken aan de IND omschrijft Victoria als demotiverend. “We zijn twee keer voor niets naar Den Haag geweest. Omdat er geen tolk aanwezig was, ging het gesprek niet door, terwijl ik natuurlijk ook zelf had kunnen vertalen. Van het geld van de treinkaartjes hadden we een week lang kunnen eten.”
Soms heeft ze heimwee naar Italië. “Ik mis de familie die daar voor ons zorgde en het eten was lekker. Maar Italië heb ik uit mijn hoofd gezet. Amsterdam is mijn plek. Ik heb hier met bloed, zweet en tranen gewerkt, dit is mijn thuis. Ik wil een goede baan en een stabiel leven. Iets met economie, want daar heb ik goede cijfers voor. Als ik voor mezelf kan zorgen, kan ik ook anderen helpen. Ik wil niet meer bang zijn voor de politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vrienden.”
Voor het eerst tijdens het gesprek in de koude flat valt ze stil. “Ik word zo moe van alles, en dat heeft invloed op m’n schoolprestaties. Ik heb altijd hoofdpijn. Omdat ik in Libië ben geboren, wil Ghana mij niet hebben. Niemand wil me hebben.”
Ongedocumenteerde kinderen hebben recht op onderwijs
Voor kinderen en tieners zoals Victoria is tot hun zestiende op papier veel goed geregeld in Nederland. Door het recht op onderwijs mogen alle kinderen naar school, ook als ze geen verblijfspapieren hebben. Sterker: het is van hun vijfde tot hun zestiende verplicht. Scholen mogen ongedocumenteerde kinderen niet weigeren.
Momenteel zijn er volgens Leerplicht 1052 kinderen zonder burgerservicenummer in Amsterdam ingeschreven op een school. Er is geen hulporganisatie of gemeentelijke instantie die zicht heeft op de grootte van de groep kinderen zonder papieren in Amsterdam. Een schatting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum uit 2020 kwam neer op 15.000 mensen zonder verblijfsdocumenten, maar dat gaat om kinderen en volwassenen samen. Volgens hulporganisaties is dat ook een conservatieve telling, zij denken dat het om wel twee keer zoveel mensen kan gaan. Hoeveel kinderen niet naar school gaan in Amsterdam, is ook niet duidelijk.
In de praktijk merken hulporganisaties dat de inschrijving van ongedocumenteerde leerlingen bij sommige basis- en middelbare scholen makkelijker gaat dan bij andere. Dat komt grotendeels ook door onwetendheid, zegt Eunice de Asis van Migrante Amsterdam. “Het gebeurt weleens dat een school om een burgerservicenummer (bsn) vraagt. Maar dat hebben ongedocumenteerden natuurlijk niet. En het is ook niet nodig voor de inschrijving.”
Wanneer kinderen geen bsn hebben, meldt de school ze aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Die geeft een zogeheten onderwijsnummer af, waarmee een kind kan worden ingeschreven. Dat onderwijsnummer behouden ze hun gehele schoolcarrière. Kinderen met een grote taalachterstand moeten die vaak eerst inhalen in schakelklassen. Daarna kunnen ze doorstromen naar het reguliere onderwijs.
Veel kinderen zonder verblijfsstatus kampen met grote (mentale) problemen, zeggen hulporganisaties. Veelal komt dat door een gebrek aan zorg en permanente huisvesting, armoede en taalachterstand. Omdat de gezinnen geen papieren hebben, wonen ze veelal op plekken met illegale onderhuurconstructies. Zonder huurbescherming kunnen ze elk moment op straat belanden. Het gevolg is dat de gezinnen veel moeten verhuizen. Ze hebben nog geluk als dat binnen Amsterdam is. Veel gezinnen moeten noodgedwongen uitwijken naar een andere stad. Kinderen die dan misschien al jaren naar dezelfde school gaan, moeten dan wisselen van school of lang reizen.
Als de kinderen wel voor langere periodes een dak boven het hoofd hebben, is dat vaak in woningen die verre van ideaal zijn. “We kennen veel voorbeelden van mensen die met twee, drie, of vier families in één appartement verblijven,” zegt De Asis. In alle rust een proefwerk, tentamen of examen voorbereiden gaat daar niet.
Chris Keulemans ziet om zich heen het verzet groeien. Als het even tegenzit mogen verschillende groepen mensen komende winter officieel niet meer in Nederland zijn. En is iedereen die ze helpt strafbaar. Wie geeft ze straks een onderduikadres?
door Chris Keulemans
Een stil gebaar van verzet is iemand in huis nemen die hier officieel niet mag zijn. (Hier is waar je woont op het moment dat je dit leest.) Een geheim gebaar van verzet is iemand in huis nemen als diegene verklikt kan worden, als de buren zich gerechtvaardigd voelen zo iemand eigenhandig uit je huis te sleuren en aan te geven bij de autoriteiten of gewoon zelf te lijf te gaan.
Ik woon in Amsterdam op een ingewikkeld moment.
De derdelanders uit Oekraïne mogen hier sinds vorige week officieel niet meer zijn. Studenten en werknemers uit niet-Europa die per ongeluk in Oekraïne woonden toen de Russen binnenvielen en naar Nederland vluchtten. Ik leerde Francois kennen, een goedlachse jongen uit Nigeria die koeien hield op een kleine boerderij vlak buiten Kharkiv en tegelijk glossy hiphopvideo’s maakte. We delen niet helemaal hetzelfde mensbeeld. Daarvoor liggen er in zijn clips teveel halfnaakte vrouwen gedrapeerd over glimmende bolides, terwijl de rappers en hun vrienden zwaaien met champagneflessen en pistolen onder een regen van geldbiljetten. Maar ik zie ook de liefde waarmee hij op zijn telefoon over de beelden van zijn koeien streelt. Hij spreekt hun namen teder uit. En nu weet hij niet waar hij naartoe moet.
Intussen gaat het in de formatiegesprekken over de strafbaarstelling van ‘illegalen’, waar PVV en VVD allebei voor zijn.
Ook bereidt de Europese Commissie een nieuw Facilitators’ Directive voor, als onderdeel van de strijd tegen mensensmokkel. Daarin gaat het niet alleen over de criminelen die rijk worden aan de handel in migranten. Het biedt ook lidstaten de ruimte om ‘instigatie’ van ongedocumenteerd verblijf strafbaar te stellen. De formuleringen zijn ruim en vaag. Instigatie zou elke vorm van hulp of advies kunnen inhouden. Zeker als er, direct of indirect, inkomsten mee gepaard gaan. Stichtingen die ongedocumenteerden bijstaan en subsidie ontvangen bijvoorbeeld. Iemand die een column schrijft over strafbaarstelling en daar een honorarium voor ontvangt misschien ook.
Op ditzelfde moment gaat hier in Amsterdam het Nationaal Holocaustmuseum open. (In aanwezigheid van de president van Israël, vanwege de geschiedenis de eerste en vanwege het heden de laatste persoon die je daar wil zien.) Op de binnenplaats van het gebouw werden tijdens de Duitse bezetting joodse kinderen over de muur getild, waarna ze konden onderduiken bij mensen die weigerden te accepteren dat zulke kinderen hier officieel niet mochten zijn. Ze konden door de buren verklikt worden voor geld, brood of een fiets.
Precies twee jaar geleden zat ik in een uithoek van Polen, vlakbij de grens met Belarus, op het erf van boeren en ambachtslieden die woonden aan de rand van het uitgestrekte oerbos. Het was zonnig maar fris, net als nu, te koud eigenlijk om buiten te blijven zitten. Ze boden me thee en warme chocomel aan maar lieten me niet naar binnen. Ik vroeg niet waarom en zij legden het niet uit, zodat ik begreep dat ze logees hadden die daar officieel niet mochten zijn: migranten die door de bossen een weg hadden gevonden naar Europa. Iedereen die ze hielp, met soep, dekens of onderdak, riskeerde acht jaar gevangenis. Nu zaten ze opgeborgen in dezelfde boerenhoeves en graanschuren waar tachtig jaar geleden joodse vluchtelingen werden schuilgehouden.
In Polen is de hulp strafbaar. In Nederland is dat een kwestie van tijd. Op dit moment hebben we vijf landelijke vreemdelingenvoorzieningen. In Utrecht, Groningen, Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam bestaat sinds 2019 zo’n LVV. Ruim tweeduizend afgewezen asielzoekers hebben er anderhalf jaar kunnen wonen om te werken aan een toekomstperspectief. Dertig procent heeft er alsnog een verblijfsvergunning aan overgehouden. Gemeente en rijk dragen samen de kosten. Uit de evaluatie blijken alle partijen positief over de samenwerking. Maar het blijft een pilot. Die de vier beoogde coalitiepartijen niet willen voortzetten. Nog eens tweeduizend mensen dus die hier binnenkort officieel niet mogen zijn.
En dat worden er nog meer. Vorige week scherpte het demissionaire kabinet het asielbeleid verder aan. In de samenvatting van VluchtelingenWerk: ‘Vluchtelingen moeten straks individueel aantonen waarom zij gevaar lopen. Ook als zij onderdeel zijn van een groep waarvan bekend is dat die gevaar loopt – zoals politiek vluchtelingen, vervolgde etnische minderheden (bijvoorbeeld Jezidi’s en Hazara), LHBTI’s, bekeerde christenen en andere vervolgden zoals Afghaanse tolken. Dit betekent dat het veel moeilijker wordt om bescherming te krijgen. Want de beoordeling van de geloofwaardigheid van een asielrelaas wordt veel strenger: alles moet aangetoond worden met documenten. Maar dat je als individu vervolgd wordt krijg je nu eenmaal niet op een briefje meegegeven.’
Het is een ingewikkeld moment. Voor de derdelanders uit Oekraïne. Voor de mensen die niet meer in een LVV terecht kunnen. Voor de Jezidi vrouw die aan IS ontsnapt is, de lesbienne uit Oeganda, de Afghaanse tolk en de dissident uit Turkije die niet zwart op wit kunnen aantonen dat zij persoonlijk werden vervolgd. Als het even tegenzit mogen ze hier allemaal komende winter officieel niet meer zijn. En is iedereen die ze helpt strafbaar. Wie biedt ze straks een onderduikadres aan? Wie gaat er in het verzet?
Op zondag 21 januari vindt om 16:00 een eecumenische vesper plaats met voorgangers uit verschillende lidkerken van de Raad van Kerken Amsterdam.
Locatie: de RK Kerk St. Franciscus Xaverius, beter bekend als De Krijtberg (Singel 446).
Na afloop van de bijeenkomst is er gelegenheid de kerk te bekijken en elkaar te ontmoeten en een glas te drinken in de pastorie. En natuurlijk heeft ook de Krijtberg een voorgeschiedenis als schuilkerk – misschien kunnen we de restanten daarvan ook bezichtigen. Van harte welkom allemaal!
In een kwartier vertelt Arjan Lubach welke groepen migranten vorig jaar naar Nederland kwamen; vluchtelingen/asielzoekers vormen hier een heel klein deel van. Kijk op: http://www.youtube.com/watch?v=d9u-CLXIH8k
Bij de herdenking van vluchtelingen die omkwamen aan Europese grenzen waren ong. 150 mensen aanwezig. Indrukwekkend was de lange stoet van Mozes&Aaronkerk naar de Amstel, waarbij het koor van de All Saints parochie zingend voorop ging.
Ondertitel: Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen.
Interview door Peter de Graaf, in de Volkskrant – 21 september 2023
Ongekende tijden van massamigratie? Welnee. ‘Negen van de tien Afrikanen komen gewoon legaal naar Europa’
De wijdverbreide veronderstelling is dat armoede de belangrijkste aanjager is van internationale migratie. Maar dat klopt niet, zegt socioloog Hein de Haas, die een boek schreef over 22 migratiemythen. ‘De drijvende kracht achter migratie is de vraag naar arbeidskrachten in Europa en de VS. Dat is de olifant in de kamer van het migratiedebat.’
Mythe 1: we leven in tijden van ongekende massamigratie. ‘Dat is niet zo’, zegt migratiewetenschapper Hein de Haas aan de werktafel in zijn woning in de Amsterdamse wijk IJburg. ‘Het is beeldvorming, ons aangepraat door politici en media. Ongeveer 3 procent van de wereldbevolking is internationaal migrant, en slechts 0,3 procent vluchteling of asielzoeker. Die cijfers zijn al decennialang redelijk stabiel. We zien dus géén explosieve toename van migratie.’
De Haas (54), hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, doet al dertig jaar onderzoek naar migratie en schreef een boek over ‘hoe migratie echt werkt’. Die laatste vier woorden vormen ook simpelweg de titel van zijn magnum opus dat meer dan vijfhonderd pagina’s beslaat en donderdag verschijnt. ‘Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen’, luidt de uitdagende ondertitel.
Het grootste deel van internationale migratie betreft arbeidsmigranten, zowel hoog- als laagopgeleide personen. Van hen is het leeuwendeel legaal, slechts een klein deel illegaal. Verder zijn er internationale studenten, familieleden die zich bij migranten voegen, au pairs en andere groepen.
Toch krijgen asielzoekers en illegale migratie de laatste jaren steevast de meeste aandacht en dat stoort de wetenschapper best wel. ‘Wist u dat negen van de tien Afrikanen gewoon legaal naar Europa komen?’, zegt De Haas. ‘En dat dezelfde politici die ferme anti-migratieretoriek uitslaan en spreken van nog scherpere grenscontroles of het bouwen van muren en hekken, consequent een oogje toeknijpen wat betreft de grootschalige tewerkstelling van illegale arbeidsmigranten?’
Zelfs internationale organisaties doen mee aan de mythevorming. Neem de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Die publiceerde alarmerende cijfers over een explosieve toename van het aantal vluchtelingen tot wel 100 miljoen mensen in 2022. De Haas onderzocht waarop die cijfers zijn gebaseerd. ‘Het bleek dat ze steeds meer landen en ook alle binnenlandse ontheemden hadden toegevoegd, dan gaat zo’n cijfer natuurlijk exponentieel hard omhoog’, verklaart hij.
‘Het is gissen naar de motieven, maar waarschijnlijk doen ze dat om aandacht te genereren en fondsen te werven. Dat begrijp ik, maar het is ook een perverse impuls. Want daarmee dragen vluchtelingenorganisaties bij aan het beeld dat de vluchtelingenmigratie helemaal uit de klauwen aan het lopen is, dat we het niet meer aan kunnen en dat we dus het VN-verdrag over vluchtelingen bijvoorbeeld maar moeten aanpassen. Dat gaat potentieel ten koste van vluchtelingen.’
Ja, er is de laatste jaren wel een toename van het aantal vluchtelingen. Door oorlogen en conflicten in onder meer Syrië, Venezuela en Oekraïne is het totaal aantal vluchtelingen toegenomen tot 26,7 miljoen vorig jaar. Maar ook de wereldbevolking is gegroeid, waardoor de huidige niveaus van de vluchtelingenmigratie relatief vergelijkbaar zijn met begin jaren negentig: circa 0,33 procent van de wereldbevolking.
In het boek ontkracht De Haas aan de hand van tal van internationale onderzoeken, rapporten, statistieken en andere data nog meer hardnekkige migratiemythen. Zoals: ontwikkeling van arme landen remt migratie af. Neen, zegt De Haas, als de armste landen zich ontwikkelen leidt dat aanvankelijk zelfs tot méér emigratie van bewoners, mede omdat migratie duur is. De grootste groep internationale migranten komt zelfs van middeninkomenlanden, zoals Marokko, Turkije of Mexico.
Emigratie is een wanhopige vlucht uit de ellende, is ook een mythe. Dat geldt weliswaar voor het relatief kleine contingent oorlogsvluchtelingen. Maar voor de meeste internationale migranten is het een weloverwogen keuze en een investering die vaak in overleg met de familie wordt gedaan.
‘We horen vooral dramatische verhalen over zinkende boten, stervende mensen in de woestijn of stikkende migranten in vrachtwagens’, zegt hij. ‘Dat is een eenzijdig beeld, waarbij migranten worden gereduceerd tot slachtoffers die uit de klauwen van mensensmokkelaars moeten worden gered. Maar er zijn talloze andere verhalen te vertellen over mensen die dankzij – ook illegale – migratie in staat worden gesteld om een veel betere toekomst voor zichzelf, hun kinderen en hun familie te creëren.’
Volgens schattingen waren er in 2017 wereldwijd circa 247 miljoen internationale migranten. Wat is de belangrijkste reden voor mensen om naar het buitenland te verhuizen?
‘De wijdverbreide veronderstelling is dat armoede en economische ongelijkheid tussen landen de belangrijkste aanjagers van migratie zijn. Daar komt ook de angst vandaan dat westerse landen zonder strikte grenscontroles zouden worden overspoeld door een vloedgolf aan laaggeschoolde migranten. Maar dat klopt niet.
‘De drijvende kracht achter migratie is de vraag naar arbeidskrachten in de bestemmingslanden. Dat is de olifant in de kamer van het migratiedebat. Er is in Europa en de VS een aanhoudende vraag naar arbeid. Daardoor worden ook illegale arbeidsmigranten in hoge mate getolereerd – er wordt in ieder geval nauwelijks op gecontroleerd. Dit is een publiek geheim dat in het migratiedebat meestal onbesproken blijft.
‘Ook in Nederland is er feitelijk geen politieke wil echt grip te krijgen op arbeidsimmigratie. Want het komt ons eigenlijk wel goed uit. Wie doet er anders het werk in de slachterijen, tuinbouwkassen, schoonmaakbedrijven of spoelkeukens van de horeca? De kans om als werkgever tegen de lamp te lopen bij een controle door de Arbeidsinspectie, is nihil.
Daarbij hebben we de regulering van immigratie grotendeels uit handen gegeven aan de private sector. In 2021 waren in Nederland maar liefst 4.830 private wervingsbureaus actief die vooral Oost-Europese arbeidsmigranten aantrekken voor bedrijven. De minst aantrekkelijke banen worden uitgevoerd door arbeidsmigranten, die hier merendeels legaal, maar soms ook illegaal verblijven. Want Nederlandse staatsburgers willen dat werk niet meer doen.’
Sommige partijen pleiten voor strengere grenscontroles om de instroom van migranten te beperken. Maar u stelt nadrukkelijk dat het ook een mythe is dat ‘immigratierestricties immigratie reduceren’.
‘Zo lang de grondoorzaak van migratie – de aanhoudende arbeidsvraag in westerse landen – blijft bestaan, zullen migranten blijven komen. Ze nemen een andere route of duiken in het illegale circuit. Bovendien zijn ondoordachte migratierestricties vaak contraproductief omdat ze de retourmigratie vaak sterker afremmen dan de instroom. Spanje voerde in 1991 als een van de laatste Schengenlanden de visumplicht in voor Noord-Afrikanen. Dat had tot gevolg dat Marokkaanse gastarbeiders die daarvoor heen en weer reisden, zich permanent vestigden in het land en ook hun familie lieten overkomen. Dezelfde ontwikkeling maakte Nederland al eerder mee met voormalige gastarbeiders uit Marokko en Turkije.
‘Het Verenigd Koninkrijk noteerde in 2020 een record netto-migratiesaldo van 500 duizend mensen ondanks of misschien juist dankzij de Brexit. Want Oost-Europeanen die daarvoor heen en weer pendelden, gingen niet meer weg. En om aan de arbeidsvraag te voldoen, werden immigratieregels voor enkele andere landen juist versoepeld en visa afgeschaft.
‘De Italiaanse premier Meloni staat bekend om haar extreme anti-migratiestandpunten. Maar intussen laat ze onder druk van werkgeverslobby’s recordaantallen arbeidsmigranten toe om de werkgelegenheidstekorten aan te vullen. Dat is een bekend fenomeen: politici bezigen ferme taal over het tegenhouden van laaggeschoolde arbeidsmigranten, maar doen in praktijk – bijna stiekem – wat anders.
‘Sinds Spanje en ook Italië in 1991 de visumplicht invoerden voor Noord-Afrikanen, varen bootjes over de Middellandse Zee om de migranten illegaal over te zetten. Dat gebeurt nu nog steeds. En wat zegt de politiek: we moeten de controles op de Middellandse Zee opvoeren. Maar waarom zou dat beleid, dat al dertig jaar lang niet heeft gewerkt, nu opeens wel werken?
‘Uit onderzoek blijkt dat arbeidsmarktdynamiek meestal sterker is dan migratieregelgeving. Relevant is ook dat de grootste bron van illegale migratie niet de illegale oversteek is, maar de zogenaamde ‘overstay’: mensen vliegen na het verlopen van hun visum niet meer terug, maar blijven gewoon hangen. Zelfs de perfecte muur van Trump kan dat niet tegenhouden.’
De VVD en andere partijen zetten nu in op ‘opvang in de regio’. Wat vindt u daarvan?
‘De ironie is dat dit al lang gebeurt. 80 tot 85 procent van de vluchtelingen wordt al decennialang in de eigen regio opgevangen. Er is alles voor te zeggen om meer steun te geven aan die landen. Maar het idee dat we daarmee kunnen voorkomen dat een deel van die vluchtelingen toch in West-Europa terechtkomt, is een illusie. Dat stop je niet.’
De BBB wil maximaal 15 duizend asielzoekers per jaar opvangen. Is dat ook een illusie?
‘Dat is praktisch en wettelijk niet mogelijk. Nederland is gebonden aan internationale vluchtelingen- en mensenrechtenverdragen. Bovendien bedraagt de asielinstroom slechts 10 tot 12 procent van de totale migrantenstroom. Dus het overgrote deel van de migranten houd je met zo’n maatregel niet tegen.
‘Er is geen vluchtelingencrisis in de zin van aantallen. We kampen met een asielopvangcrisis. De asielstroom verloopt in pieken en dalen. Om grip te krijgen en misstanden te voorkomen, zou je standaard een buffer moeten inbouwen in de opvang. Maar daar ontbreekt de politieke wil voor, van links tot rechts.’
Als u minister-president zou zijn, welk migratiebeleid zou u dan willen voeren?
‘We moeten allereerst af van dat simplistische framing van voor- en tegenstanders van migratie. De mensen hebben echt genoeg van die polarisatie, niet alleen Caroline van der Plas.
‘Ik zou als minister-president een nationaal debat organiseren over migratie. Ik zou hierbij het eerlijke verhaal willen vertellen. Dat migratie positieve en negatieve kanten heeft, maar gedeeltelijk ook onvermijdelijk is. En dat als we daadwerkelijk meer grip willen krijgen op migratie, dat we dat niet los kunnen zien van de toekomstige inrichting van onze maatschappij en economie. Elke oprechte discussie over migratie is namelijk onvermijdelijk ook een discussie over het soort samenleving waarin we willen leven.
‘Hierbij moeten fundamentele keuzen worden gemaakt. Willen we bijvoorbeeld een samenleving waarin steeds meer werk – schoonmaken, ouderen- en kinderzorg, voedselvoorziening – wordt uitbesteed aan een nieuwe klasse van dienaren die vooral uit arbeidsmigranten bestaat? Willen we een grote tuinbouwsector die gedeeltelijk drijft op subsidies en voor de noodzakelijke arbeid afhankelijk is van migranten?
‘Het is hierbij ook relevant dat vooral de meer welgestelde groepen in onze samenleving de economische baten van migratie plukken. De lager opgeleiden worden daarentegen met de deels nadelige sociale gevolgen van migratie geconfronteerd. Zij kunnen vervreemd raken in hun eigen woonwijk, waar ze soms niet eens meer hun eigen taal kunnen spreken of huisjesmelkers woningen volproppen met Oost-Europese arbeidsmigranten.
‘Dit zijn dus veel bredere vraagstukken over ongelijkheid, werk, zorg en algemeen sociaal-economisch beleid, die onlosmakelijk verbonden zijn met migratie. Ik denk dat de tijd rijp is voor een écht en eerlijk debat over migratie.’