17.00-18.00 u. Engelse Kerk – Begijnhof – Herdenken en bidden om vrede

https://rvkamsterdam.nl/wp-content/uploads/2025/04/UTF-8RvK-4-mei-vesper-2025-2.pdf
17.00-18.00 u. Engelse Kerk – Begijnhof – Herdenken en bidden om vrede
https://rvkamsterdam.nl/wp-content/uploads/2025/04/UTF-8RvK-4-mei-vesper-2025-2.pdf
17.00-18.00 u. Engelse Kerk – Begijnhof – Herdenken en bidden om vrede
https://rvkamsterdam.nl/wp-content/uploads/2025/04/UTF-8RvK-4-mei-vesper-2025-2.pdf
Hieronder de brief zoals die in maart gestuurd is aan NSC, VVD, CDA, D66, CU, Denk, VOLT, GL-PvdA, SP, Partij voor de Dieren – mede namens de Raad van Kerken Amsterdam
Aan: Programmacommissie van XXX
Betreft: Gemeenteraadsverkiezingen 2026,
Aandacht voor mensen zonder verblijfsvergunning.
Geachte partijmedewerker,
In vrijwel alle steden in Nederland wonen mensen zonder verblijfsvergunning (‘ongedocumenteerden’). Zij zijn onderdeel geworden van het sociale weefsel van de stad, net als alle andere inwoners: zij wonen en recreëren hier, werken of gaan naar school, zij doen inkopen en maken gebruik van het openbaar vervoer. Zij zijn echter niet geregistreerd en worden daarom gemakkelijk vergeten. Omdat ongedocumenteerden deel uitmaken van de inwoners van de stad is het belangrijk ook hen mee te nemen in het ontwikkelen van stedelijk beleid.
Met deze brief vragen wij u, namens 22 NGO’s uit het hele land die zich voor deze groep inzetten, om in de programmavoorstellen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2026 aandacht te besteden aan de behoeften van mensen zonder verblijfsvergunning.
Het gaat daarbij met name om:
1. Onderdak en begeleiding, ook voor mensen zonder verblijfsvergunning
Een fijnmazig sociaal vangnet maakt een stad prettig om in te wonen voor iedereen. Dakloosheid kan leiden tot gevoelens van onveiligheid bij burgers en tot risico’s voor de openbare orde. Dat geldt ook voor mensen zonder verblijfsvergunning.
Voorkomen is beter dan genezen; het is moeilijk om vanuit dakloosheid de weg terug te vinden naar een gewoon leven. Daarom moet dakloosheid in alle gevallen vermeden worden. En als mensen om wat voor reden dan ook toch op straat belanden is het belangrijk dat zij zo snel mogelijk toegang hebben tot een alternatief onderdak.
De ervaring leert dat een veilige en stabiele opvang van daklozen een voorwaarde is om te werken aan een definitieve oplossing. Dat lukt hen vaak niet alleen; begeleiding en goede informatievoorziening zijn daarom van het grootste belang. Door opvang en begeleiding te bieden blijven mensen in beeld bij de overheid en kunnen sneller oplossingen gerealiseerd worden.
Een apart probleem vormt de kleine groep oudere ongedocumenteerden in grote steden. Zij hebben lang zelfstandig kunnen overleven, maar naarmate zij ouder worden, hebben zij steeds meer moeite om in hun levensonderhoud te voorzien. Zij kunnen steeds minder terugvallen op hun eigen netwerk. Deze groep zou geholpen zijn met een voorziening waardoor zij rustig hun oude dag kunnen beleven.
Concreet vragen wij:
2. Medisch noodzakelijke zorg voor kwetsbare groepen
Laagdrempelige toegang tot kwalitatief goede zorg is belangrijk voor iedereen en met name voor kwetsbare mensen zonder verblijfsvergunning. Vroegtijdig ingrijpen kan voorkomen dat medische klachten ernstiger worden en daarmee extra hoge zorgkosten veroorzaken in de toekomst.
Er bestaat een vergoedingsregeling voor artsen die medisch noodzakelijke zorg verlenen aan mensen zonder verblijfsvergunning. Deze regeling dekt echter niet alle noodzakelijke kosten, en staat bovendien onder druk.[1] Het is belangrijk dat de gemeente oog heeft voor de lacunes in deze regeling en waar nodig aanvullende financiering beschikbaar stelt om zorgverleners die zich willen inzetten voor mensen zonder verblijfsvergunning te ontlasten.
Bovendien kan de gemeente bijdragen aan inspanningen om de diverse groepen mensen zonder verblijfsvergunning te informeren over hun recht op medisch noodzakelijke zorg.
Concreet vragen wij:
3. Veiligheid in de stad voor iedereen
Juist mensen zonder verblijfsvergunning lopen een groter risico om slachtoffer te worden van uitbuiting en misbruik. Voor een veilige stad is het belangrijk dat ook zij zich kunnen melden bij de politie als ze bedreigd worden of te maken krijgen met bijvoorbeeld fysiek geweld, mishandeling of chantage.
Concreet vragen wij:
4. Kansrijke start
Het is van het grootste belang dat elk kind dat in Nederland wordt geboren een kloppende geboorteakte krijgt. Ambtenaren van de burgerlijke stand moeten daarom maximaal gebruikmaken van de mogelijkheden voor registratie.
Kinderen hebben talenten voor hun eigen én onze toekomst. Om een kansrijke start te maken moeten alle kinderen al vroeg met andere kinderen leren spelen en samenleven. Voorschoolse opvang helpt kinderen zonder verblijfsvergunning ook om de taal goed te leren. Op die manier zijn kinderen ook in beeld en kunnen ouders, indien nodig, geholpen worden met de opvoeding.
Naarmate kinderen ouder worden, is onderwijs belangrijk om talenten te ontdekken en te ontplooien. Na hun 18de is het voor jongeren zonder verblijfsvergunning moeilijker om verder te studeren. Steden kunnen, samen met onderwijsinstellingen, helpen om dit onderwijs tóch toegankelijk te maken, zoals voor de Dreamers (ongedocumenteerde jongeren die zijn opgegroeid in NL). Daarmee kunnen zij op langere termijn ook zelf weer een bijdrage leveren aan de samenleving.
Tenslotte is het bij het ontwikkelen van stedelijk jeugdbeleid belangrijk om ook ongedocumenteerde kinderen mee te nemen; bijvoorbeeld door de toegang tot sport en het aanbod van leermiddelen voor hen te regelen.
Concreet vragen we:
Wij hopen dat u bovenstaande thema’s mee wilt nemen in uw programmavoorstellen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2026. Indien u toelichting wenst op (een van) bovenstaande onderwerpen, staan wij u vanzelfsprekend graag te woord.
Hoogachtend,
Rian Ederveen, Stichting LOS, mede namens
ASKV Amsterdam
Stichting Human Rights Initiatives Amsterdam
Wereldhuis Amsterdam
Raad van Kerken Amsterdam
Vrouwen tegen Uitzetting Amsterdam
HVO Querido Amsterdam
Stem in de Stad Haarlem
Pauluskerk Rotterdam
STEK den Haag
Toevlucht Utrecht
STIL Utrecht
Diaconaal Platform Leeuwarden
NOF Friesland
Op t Stee Emmen
De Wonne Almelo
VidK Eindhoven
GAST Nijmegen
Wereldvrouwenhuis Nijmegen
Vluchteling Onder Dak Wageningen
INLIA Groningen
VluchtelingenWerk Nederland
[1] Kamerstukken II, 2024–2025, 36 600 XVI, nr. 161, 18.12.24
van: Parool – 25 februari 2025
Mohammad Lheman (23) overleefde in 2023 de bootramp voor de kust van het Griekse Pylos. Nu werkt hij in een barbershop in De Pijp en bouwt hij een leven op in Amsterdam. ‘Bij de eerste keer schaatsen op het Museumplein was ik meteen verkocht.’
door Romy van Baarsen
“Waar kom je vandaan?” vraagt Mohammad Lheman (23), terwijl hij met vaste hand het haar van een klant knipt. Zijn vingers bewegen moeiteloos, zijn blik blijft gefocust op de spiegel. De man in de stoel vertelt dat hij uit Engeland komt, maar nu bij het Vondelpark woont. “Wat leuk,” zegt Lheman met een glimlach. In barbershop Djam in De Pijp is het een komen en gaan van klanten. Sommigen groeten Lheman met een knikje, anderen maken direct een nieuwe afspraak. “Ik krijg steeds meer vaste klanten,” zegt hij trots. “Ze komen speciaal voor mij terug.”
Achter zijn rustige houding en scherpe precisie schuilt een verleden dat maar weinigen in de zaak kennen. Lheman was een van de passagiers op de Adriana, de vissersboot met migranten die in juni 2023 zonk voor de Griekse kust bij Pylos. Vijf dagen lang dobberde het schip stuurloos rond, zonder voedsel of drinkwater. De Griekse kustwacht greep niet in, maar probeerde het schip richting Italië te slepen. “Ze gingen te snel,” herinnert Lheman zich. De Adriana kapseisde en zonk binnen enkele minuten. Meer dan zeshonderd mensen verdronken.
De Griekse autoriteiten blijven tot op de dag van vandaag ontkennen dat er een sleepactie heeft plaatsgevonden. Maar op 3 februari bracht de Griekse ombudsman een rapport uit dat nieuw licht werpt op de zaak. Zes hoge officieren worden verantwoordelijk gehouden voor de ramp en kunnen, voor het eerst, juridisch worden vervolgd. “De passagiers waren mensen met families en dromen,” zegt Lheman. “Het is belangrijk dat er gerechtigheid komt.”
Toen het nieuws van de Griekse ombudsman naar buiten kwam, was Lheman aan het werk. “Tussen het knippen door zag ik het in een story op Instagram bij Ahmed, een andere overlevende,” vertelt hij. Hij belde hem direct. Ahmed noemde het een stap vooruit, want ‘de rechtbank kan het rapport van de ombudsman niet zomaar negeren’. Ook andere overlevenden stuurden hem berichten met vragen: wat betekent dit? Zal dit echt iets veranderen?
Dat er na twintig maanden eindelijk beweging in de zaak zit, betekent veel voor Lheman. Hij ziet nog haarscherp voor zich hoe de Griekse kustwacht op het dek stond, koffiedrinkend, een sigaret in de hand, terwijl om hem heen mensen in paniek onder water verdwenen. In zijn woede heeft hij zich weleens afgevraagd wat hij zou doen als hij diezelfde kustwachters zou zien verdrinken. “Ik zou het niet kunnen aanzien en hen elke keer weer redden.”
Ondanks die diepe emotie praatte hij er niet over in de barbershop. “Als een klant niet echt betrokken is, waarom zou ik hem dan belasten met zoiets zwaars?” Pas na een lange werkdag besprak Lheman het nieuws met zijn familie. “Ze begrepen eerst niet wat een ombudsman is,” zegt hij zacht. “Ze dachten dat het een definitieve uitspraak van de rechtbank was. Ik moest uitleggen: dit is nog maar het begin.”
Lhemans herinneringen aan de dagen op zee laten hem niet los. Al op de eerste dag op de boot voelt hij zich beroerd. De pillen tegen zeeziekte bieden nauwelijks verlichting. “Ik wilde mensen helpen, maar mijn lichaam was uitgeput.” Twee dagen later dringt de dood zich aan hem op. Niet ver van hem ligt een lichaam, gewikkeld in een deken. Later die dag sterft een baby in het ruim. “Zijn oom gaf ons het lichaampje en zei: ‘Laat zijn moeder het niet zien. Zeg dat hij gelukkig is.’”
Op de vijfde dag heeft Lheman alle hoop opgegeven. “Maar toen landde er een vogel op het hoofd van mijn vriend,” vertelt hij. “We wisten dat dat betekende dat land dichtbij moest zijn.” Kort daarna verschijnt een helikopter van de Griekse kustwacht. Even geloven de passagiers dat redding nabij is. Maar niet lang daarna maakt een patrouilleboot van de Griekse kustwacht een touw vast aan de Adriana. “We schreeuwden dat ze moesten stoppen, maar ze luisterden niet,” zegt Lheman.
Na de schipbreuk dringt het verlies maar langzaam tot hem door. “In het begin kon ik het niet bevatten,” zegt hij. “We waren met zeshonderd, misschien zevenhonderd mensen. En nu? Nu zijn we nog met honderd. Waar zijn al die anderen gebleven?” Elke dag doemt er een nieuw gezicht op in zijn herinnering. “Je denkt aan iemand, beseft dat hij er niet meer is. Dat besef kwam in vlagen, elke dag opnieuw.”
Met een vals paspoort vloog Lheman naar Nederland. “Ik wist al dat ik hierheen wilde. Ik had gehoord dat mensen in Amsterdam vriendelijk waren.” De reis was zenuwslopend. Pas toen het vliegtuig op Eindhoven Airport landde, durfde Lheman weer te ademen. “Ik dacht: ik ben veilig. Het is voorbij.”
De opluchting is van korte duur. Tot zijn verbazing wordt Lheman na aankomst in Nederland opnieuw op een schip ondergebracht. De gemeente Amsterdam huisvest een groot aantal asielzoekers op een cruiseschip, de Galaxy. Voor Lheman, die nog maar drie maanden eerder de ramp bij Pylos had overleefd, voelt het als wrange ironie. “Ik dacht: wéér een boot?”
De nachten zijn zwaar. “Het water onder mij hield me wakker,” zegt hij. Zijn moeder is geschrokken als ze hoort waar hij verblijft. “Ik probeerde haar gerust te stellen, maar zelf wist ik niet of het veilig was.”
Dan verandert er iets. Op een warme zomerdag neemt Hamza Alragheb, een vriend die hij op de Galaxy heeft ontmoet, hem mee naar het Marineterrein. Samen staan ze op de kade, starend naar het water. “De zon scheen op ons gezicht en we besloten te springen,” vertelt Lheman. Het koude water sluit zich om hem heen. Maar in plaats van angst voelt hij iets anders: vrijheid. “Ik deed dit vroeger elke zomer met vrienden. Nu deed ik het weer, op een andere plek, in een ander leven.”
Lheman noemt zichzelf herboren in Amsterdam. “In het begin was ik echt een baby, ik moest alles opnieuw leren.” Dat was niet altijd makkelijk. “In Syrië zat ik na werk altijd met vrienden. We merkten het meteen als iemand niet lekker in zijn vel zat. Hier is dat anders. Iedereen heeft zijn eigen leven, afspraken worden weken van tevoren gepland.”
Toch wist hij een hechte gemeenschap op te bouwen. “Ik begon met het knippen van haar op het schip en leerde zo veel mensen kennen.” Ook sloot hij zich aan bij stichting Argan, waar hij lessen Nederlands volgt en een tweede familie vond. “Daar voelde ik voor het eerst dat Nederlandse mensen echt geïnteresseerd waren in mij. Niet alleen als vluchteling, maar ook als persoon.”
Met zijn vrienden ontdekte Lheman een wereld aan hobby’s die in Syrië onbereikbaar waren. “Een tijdje geleden gingen we schaatsen op het Museumplein. Ik was meteen verkocht.” Daarnaast begon hij met duiklessen in het Sloterparkbad. “In Syrië kon ik geen duiklessen volgen,” vertelt hij. “Er was daar maar één school, en die was voor het nationale team. Alleen Syriërs mochten meedoen – als Palestijn had ik geen toegang.”
Hoewel Lheman in Syrië is geboren, staat er ‘stateloos’ op zijn paspoort. Zijn grootvader kwam uit Palestina, waardoor hij nooit de volledige rechten van een staatsburger kreeg. In Nederland kreeg hij eindelijk de kans om zijn passie te volgen. Vanaf de eerste sprong van de springplank voelde hij zich als een vis in het water. “De coach dacht dat ik loog toen ik zei dat dit mijn eerste les was. ‘Je hebt talent,’ zei hij.”
Na de laatste klant gaat Lheman naar Alraghebs huis. Ze delen een bed en een kleine woonkamer. Het is beter dan het cruiseschip, maar ook hier is het een komen en gaan van vrienden die op de bank slapen terwijl ze wachten op een eigen huis. De muziek staat hard en er wordt thee gedronken met veel suiker.
De afgelopen jaren kende Lheman geen vaste grond onder zijn voeten. Eerst de oorlog, daarna de vlucht, het kamp, het cruiseschip. Altijd een tijdelijke situatie, omringd door anderen. Maar daar komt binnenkort verandering in. Kort geleden ontving Lheman een e-mail van de gemeente: er is een woning voor hem beschikbaar in Amsterdam-Zuidoost. “Toen ik het las, brak ik in tranen uit,” zegt hij. “Het voelde alsof iemand eindelijk een enorme last van mijn schouders tilde. Alsof iemand tegen me zei: neem nu eindelijk rust.”
Voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. Lheman wil een van de muren donkergroen verven en struint Marktplaats af naar meubels. Hij hoopt er te kunnen intrekken vóór de ramadan, die 28 februari begint. Wat dit voor hem betekent? Hij denkt even na en glimlacht. “Ik kan het niet uitleggen, het is gewoon… iets groots. Eindelijk een plek die écht van mij is. Een veilig thuis.”
De ramp bij Pylos was de dodelijkste scheepsramp in de recente geschiedenis van de Middellandse Zee. Of er dit keer wél gerechtigheid komt, blijft onzeker. Het rapport van de Griekse ombudsman, dat zes hoge officieren verantwoordelijk houdt voor de ramp, ligt nu bij de Maritieme Rechtbank. Die moet beslissen of zij daadwerkelijk vervolgd zullen worden. Griekse advocaten vrezen dat dit nog jaren kan duren. Eerdere onderzoeken naar grensoperaties liepen vast op bureaucratie en politieke tegenwerking.
– – – – –
= = =
SCP-rapport – https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2025/04/01/migratie-als-spiegel-van-maatschappijbeelden
van: Parool – 1 april 2025
De meeste Nederlanders hebben geen uitgesproken standpunt over migratie, stelt het SCP in een maandag verschenen rapport. Bijna 60 procent vindt dat Nederland een morele plicht heeft migranten op te vangen die vluchten voor oorlog en geweld.
door Tom Dieleman
Een derde van de Nederlanders wil juist strengere afspraken, ook als dit ingaat tegen internationale verdragen. 9 procent wil dat er meer mensen worden opgevangen dan nu wordt gedaan, aldus het SCP.
Er is dus een brede middengroep die zowel de voor- als nadelen van migratie ziet. Deze groep maakt zich zorgen over de instroom, maar staat open voor oorlogsvluchtelingen en arbeidsmigranten in sectoren met personeelstekort.
Het SCP baseert zich met de cijfers op een rapport van het Liss (Langlopende Internet Studies voor de Sociale wetenschappen) uit 2022. Dat is dus nog vóór de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, waarin de PVV flink won en andere rechtse partijen goed scoorden.
De gegevens kunnen daardoor enigszins gedateerd zijn, bevestigt onderzoeker Sander Kunst, een van de schrijvers van het SCP-rapport. “Wat wel zo is, is dat de opvattingen over migratie vrij weinig zijn veranderd in de afgelopen jaren,” licht hij toe. “In het rapport zien we dat er gemiddeld genomen sinds 2002 vooral stabiliteit overheerst in hoe mensen denken over migratie, ondanks alles wat er in de wereld gebeurd is de afgelopen jaren.”
Kunst zegt dat vooral de context waarbinnen opvattingen zich bevinden, is veranderd. “Er zijn nu meer partijen die campagne voeren op migratie als thema, en mensen zijn migratie als onderwerp belangrijker gaan vinden voor hoe zij denken over hun eigen politieke identiteit en partijkeuze. Hierdoor zijn deze zorgen over migratie, die dus al langer bestaan, zichtbaarder aanwezig.”
Volgens het SCP ervaren vooral mensen buiten de grote steden migratie als een bedreiging. In grote Nederlandse steden zoals Amsterdam, waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen en het opleidingsniveau relatief hoog is, zijn bewoners gemiddeld positiever over migratie en culturele diversiteit. “Het is echter wel zo dat een groot deel van deze verschillen ontstaat door wie in deze gebieden wonen.”
Hoogopgeleiden staan doorgaans positiever tegenover migratie. Kunst: “In ons rapport zien we duidelijke verschillen tussen mensen naar opleidingsachtergrond. Mensen met een hbo- of wo-diploma zijn gemiddeld genomen positiever over migratie dan mensen met maximaal een mbo-diploma. Hier kunnen veel factoren aan ten grondslag liggen. Bijvoorbeeld, dat mensen met hbo- of wo-diploma meer de lusten ervaren van migratie dan mensen die alleen de basisschool of het vmbo hebben gedaan. Maar ook omdat zij een minder strikte definitie hanteren van wanneer iemand een ‘echte’ Nederlander is.”
In het rapport wordt Amsterdam aangeduid als zogeheten ‘meerderheid-minderheid-stad’, waar geen enkele bevolkingsgroep in de meerderheid is. Dit maakt de stad een spiegel van de zeer diverse samenleving waar het SCP op doelt. Die diversiteit zorgt niet alleen voor spanningen, maar ook voor gevoelens van uitsluiting en verlies van identiteit bij sommige bewoners.
Zorgen om migratie hangen volgens het SCP samen met een gevoel van onbehagen over onderwerpen die spelen in een samenleving. Bijna driekwart van de Nederlanders denkt dat het voor hen moeilijker wordt om een woning te vinden door de komst van vluchtelingen. Ook in steden komt dit sentiment naar voren. Voor Amsterdam, waar de woningdruk extreem hoog is, is dit een relevant spanningsveld.
Sander Kunst: “Veel mensen koppelen de krapte op de woningmarkt aan migratie. Deze overtuiging leeft vrij breed in de samenleving. En natuurlijk is het zo dat meer mensen ook een grotere vraag naar woningen betekent.” Er ligt volgens de onderzoeker ‘een complex samenspel aan factoren ten grondslag’ aan de krapte op de woningmarkt.
“Minder migratie zal deze problemen niet volledig oplossen. Als we bijvoorbeeld kijken naar de sociale huur zou de wachttijd slechts een aantal maanden dalen als statushouders geen toegang meer zouden hebben. Het woningmarktprobleem is dan ook te complex om dit volledig toe te wijzen aan migratie, alhoewel dit wel vaak zo wordt voorgesteld in het politiek en maatschappelijk debat.”
Het planbureau ziet dat het migratiedebat al sinds de jaren negentig ‘verhit’ is en dat de val van het kabinet-Rutte IV over het recht op gezinshereniging van statushouders dit nogmaals onderstreept. Voor- en tegenstanders staan steeds meer tegenover elkaar en willen niet meer luisteren naar elkaars argumenten en denkbeelden. Volgens het SCP sluit het beter aan als in het publieke debat wordt erkend dat migratie zowel positieve als negatieve effecten heeft.
– – –
= = =
In de grensgevangenis op Schiphol (JCS) zitten onschuldige migranten maandenlang gevangen. Vanaf 1993 tot 2018 is er maandelijks bij de gevangenis ‘gewaakt’, totdat er enkel nog mensen zaten die er maximaal 2 weken verbleven nadat zij asiel aanvroegen. Nu waait in onze samenleving een steeds guurdere wind en worden mensen die op Schiphol asiel aanvragen (art. 6 vreemdelingenwet) opnieuw maandenlang opgesloten. Op dit moment gaat het om 140 mensen.
Er wordt verwacht dat er de komende tijd meer mensen in vreemdelingendetentie komen omdat het nationaal en Europees beleid is. Staatssecretaris Faber wil het aantal cellen voor vreemdelingendetentie verdubbelen. In het Justitieel Complex Schiphol zullen er in 2025 waarschijnlijk in totaal 90 cellen bijkomen. De verwachting is dat er dan ook weer mensen onder artikel 59 van de vreemdelingenwet opgesloten gaan worden. Dat zijn mensen die in Nederland bijvoorbeeld bij een razzia in een bedrijf of op straat of elders zijn aangehouden zonder geldige papieren voor het Koninkrijk der Nederlanden.
De Dorothy-gemeenschap en het Jeannette Noelhuis blazen de wakes nieuw leven in. We willen de gevangen zittende vreemdelingen een teken van meeleven geven, van niet totaal vergeten zijn, van solidariteit. En de samenleving oproepen tot bezinning en ommekeer.
Zoals vogels, zaadjes, sporen, walvissen en talloze andere schepselen migreren, hoort migratie ook sinds mensenheugenis bij mensen. Laten we de vreemdeling niet uitbuiten of onderdrukken, ons herinneren dat onze voorouders ook migrant waren en bedenken dat ook wij en onze (klein)kinderen zich genoodzaakt kunnen zien ons heil elders te zoeken. Zelf zijn wij geïnspireerd door de woorden en het leven van Jezus (zie bijv. Mattheus 25:35) en ons geloof in het ‘Koninkrijk van God’, waarmee grensgevangenissen op gespannen voet staan. Maar iedereen die zich zorgen maakt over de behandeling van migranten en mensenrechten, vanuit welke levensovertuiging ook, is uiteraard van harte welkom om mee te waken.
We komen samen op zondagen 4 mei, 10 augustus, 16 november 2025 en Aswoensdag, 18 februari 2026 om 15:30 uur op de bezoekers parking van het Justitieel Complex Schiphol, Duizendbladweg 100, 1171 VA Badhoevedorp. Het JCS is goed bereikbaar met bus 185 vanaf Schiphol Plaza, halte JCS.
Na een welkom en bezinning lopen we met onze spandoeken de 1000 meter rond het gevangeniscomplex, wuiven naar de gevangenen, krijten ‘We (hartje) you’ en maken het in de zuilengang stil in onszelf voor voorbeden. De wake duurt in totaal een uur.
Voor meer info: contact@dorothygemeenschap.nl of noelhuis@antenna.nl