19 januari : AV 22 januari : Avondgebed week van gebed voor de eenheid (18.30 uur Oude Kerk) 4 maart : Ontmoetingsbijeenkomst bij Hoop voor Noord, Rode Kruislaan 20 i.s.m. diaconaal opbouwwerk PKA-Noord 16 maart : AV 4 mei : Vesper t.g.v. herdenken oorlog en vrijheid vieren (in de Waalse kerk) 11 maart : AV 15 juni : AV 30 juni : Nationale herdenking slavernijverleden in de Nieuwe Kerk, Amsterdam 5 November: oecumenischeherdenking omgekomen vluchtelingen aan de randen van Europa in deMozes & Aaronkerk 17 november: AV 3 december : Nicolaas Vesper
De keuze van de Nederlandse regering voor het strengste asielregime ooit en het uitroepen van een asielcrisis deden mij vorige maand besluiten om een oproep van voorgangers aan onze regering te formuleren. Hierbij zend ik u graag deze oproep (inclusief de namen van de 870 ondertekenaars) toe. Ik vraag u of u als voorganger ook deze oproep wilt ondertekenen.
Ik realiseer het mij dat het voor een voorganger misschien ongebruikelijk is om een oproep te ondertekenen. Zeker als die gericht is aan onze eigen overheid. Ik vraag u om de overwegingen van professor Kamphuis en dominee Sytsma te lezen waarom zij deze oproep hebben ondertekend, en misschien ook het gebed dat professor Van ’t Slot heeft geschreven voor een bericht voor alle ondertekenaars.
Het is mijn gebed dat meer voorgangers hun voorbeeld willen volgen en we samen het krachtigst mogelijk appel op onze regering mogen laten klinken, voor een rechtvaardig en barmhartig overheidsbeleid voor gevluchte mensen.
Als u de oproep wilt ondertekenen, wilt u mij dat dan alstublieft uiterlijk komende woensdag laten weten? Als u wilt, stuurt u mij dan een e-mailbericht met daarin aangegeven hoe u vermeld wilt worden als ondertekenaar. Dank u wel alvast.
maar goddelozen richt Hij te gronde.’ (Psalm 146, 9)
Deze psalm lazen wij in de week dat het verzoek mij bereikte om ‘de oproep tegen het strengste asielbeleid ooit’ te tekenen. Onze God ziet om naar weerloze mensen en veroordeelt egoïsme en machtsmisbruik. Heel de bijbel getuigt ervan dat ook vreemdelingen onder de bijzondere zorg van God vallen. Ik kon niet anders doen dan de oproep ondertekenen en hoop dat nog veel meer collega’s dat zullen doen.
Barend Kamphuis
Onmachtig volgde ik het vele verbijsterende nieuws uit Den Haag. Schandalig dit spreken over ‘een ervaren asielcrisis’ en de onwil recht te doen aan de meest kwetsbaren: vluchtelingen. Maar wat kan ik doen? Toen liet Jan me zijn brief lezen. Hij geeft woorden aan wat ik voelde en dacht. Heeft het zin, zo’n brief van ‘geestelijke leiders’? Ik vraag het me af. Maar mijn bijbel is duidelijk: ‘Spreek voor hen die weerloos zijn’ (Spreuken 31:8) en dus zette ik uit volle overtuiging mijn naam onder deze brief. Ik hoop dat je meedoet.
Groet,
Jeroen
========================================
Gebed van Edward van ‘t Slot:
Gulle God,
Alles wat wij hebben, hebben we van U ontvangen, en er is niets, wat we niet voortdurend ontvangen. Wij loven U daarom, en we bidden dat wij met de mensen om ons heen in vol vertrouwen in U zullen leven. Bewaar ons voor de angst dat we tekort zullen komen voor de krampachtigheid die niet los durft laten voor de woede die verbitterd vasthoudt aan eigen gelijk. We bidden om ruimte voor wie ruimte nodig hebben gulle ruimte, in onze eigen harten en gebeden en gebaren gulle ruimte bij hen die ons besturen gulle ruimte die het leven beaamt en die U als de gever van het leven viert. We bidden om recht voor hen die behandeld worden als rechteloos over wie anderen zichzelf tot rechter aanstellen – wij bidden dat wij zelf van geen ander recht zullen leven dan het recht en de vrede die U voortdurend geeft.
In het kader van The Spirit of Amsterdam zijn er op zaterdag 23 november twee voorstellingen in de Muiderkerk. Tussen 15.00 en16.30 uur speelt Ekatarina Levental (Katja) haar muziektheatervoorstelling De Grens – Welkom in Niemandsland! Katja heeft haar voorstelling gebaseerd op haar dagboekfragmenten uit de periode waarin ze als 16-jarige vluchteling aankwam in Nederland. In haar onewomanshow zien we Nederland door de ogen van een buitenstaander, met veel humor en begrip.
Naar aanleiding van deze voorstelling wordt er om 17.00 uur een dialooggesprek georganiseerd door de Muiderkerk, in samenwerking met Dialoog in Actie, een organisatie die dialogen organiseert om verbinding te creëren. We gaan in gesprek over: eigen ervaringen van vluchtelingen, contacten met vluchtelingen en zorgen rond het huidige migratiebeleid in Nederland. Er wordt een lichte maaltijd geserveerd. Aanmelding hiervoor via ds. Greteke de Vries via: predikant@muiderkerk.nl, kosten bedragen € 5,-.
Om 20.00 uur is een tweede voorstelling van Ekatarina Levental, getiteld Schoppenvrouw. Katja vertelt het verhaal over haar oma en 4 vrouwen van dezelfde generatie: Anne Frank, Marilyn Monroe, Maria Callas, Ulrike Meinhof en Dora Gorohovskaya. Ze toont de kracht van deze legendarische vrouwen, die zich vrijvochten van hun lot.
Katja woont in de Watergraafsmeer. Ze studeerde zang aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en harp aan diverse conservatoria.
Kaarten voor de voorstellingen zijn te koop (€15,00) via https://thespirit.amsterdam/tickets/. Informatie en aanmelding dialoog: ds. Greteke de Vries, via: predikant@muiderkerk.nl
De nieuwe regering wil het Nederlandse vluchtelingenbeleid aanzienlijk verslechteren. Hiermee geconfronteerd voelt de Raad van Kerken de noodzaak te formuleren hoe we vanuit ons geloof met vluchtelingen willen omgaan in het document ‘Maar wij geloven. Geloven in tijden van verharding’.
Alle mensen zijn naar Gods beeld en gelijkenis geschapen. Ieder van ons is geroepen om in de ander onze naaste te herkennen en om deze naaste lief te hebben als jezelf (Marcus 12, 31). Wie in nood verkeert, heeft een mens nodig die helpt. Als mensen zich voor de ander verantwoordelijk weten, komt een gemeenschap tot bloei. Dat geldt zowel voor de nationale als ook voor de internationale gemeenschap van mensen. We zijn geroepen de liefde en verantwoordelijkheid voor onze naasten niet te beperken tot onze landgenoten. God vraagt ons ook de vreemdeling lief te hebben, als onszelf (Leviticus 19, 34). Wanneer we vreemdelingen als een bedreiging gaan zien, doen we niet alleen hen maar ook onszelf tekort. Wanneer angst en wantrouwen worden gevoed, verdort de gemeenschap. De verharding jegens de vreemdeling kan dan ook ieder van ons persoonlijk beschadigen, als wij onze harten verharden en hartelozer worden.
Geloven nu
In het regeerprogramma ziet de regering asielzoekers als een bedreiging voor ons bestaan. Maar wij geloven dat God ons oproept om vreemdelingen en vluchtelingen te zien als onze naasten: mensen zoals wij, die recht hebben op een menswaardig bestaan.
In het regeerprogramma wil de regering een asielcrisis uitroepen en daartoe een asielcrisiswet aannemen. Maar wij geloven dat God ons oproept om mensen in nood te helpen en niet buiten te sluiten. God vereenzelvigt zich met mensen in de meest kwetsbare situaties en roept ons op naar hen om te zien (Mattheüs 25,40).
In het regeerprogramma wil de regering de spreidingswet intrekken en grootschalige opvangplekken inrichten. Maar wij geloven in de kracht van ontmoeting. Een eerlijke verdeling van asielzoekers over de gemeenten in ons land biedt veel meer burgers de kans om asielzoekers te ontmoeten en kennis te laten maken met de Nederlandse samenleving. Hun aanwezigheid kan een verrijking zijn van onze samenleving en onze gemeenschappen.
In het regeerprogramma wil de regering de mogelijkheden vergroten om vreemdelingen op te sluiten en ook om mensen gevangen te zetten die niet meewerken aan terugkeer. Maar wij geloven dat we geroepen zijn om bij uitstek de fundamentele menselijke waardigheid van vluchtelingen en migranten recht te doen.
In het regeerprogramma wil de regering de opvang van asielzoekers sterk versoberen en de financiering beëindigen van de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV’s). Maar wij geloven dat elk mens recht heeft op onderdak, voeding, kleding, hygiëne en begeleiding. Zoals God in de Bijbel de vreemdelingen in bescherming neemt en hen van voedsel en kleding voorziet, zo moet ook Israël de vreemdelingen met liefde behandelen, omdat het zelf vreemdeling geweest is (Deut. 10,18-19).
In het regeerprogramma wil de regering gezinshereniging ernstig inperken. Maar wij geloven dat álle mensen, ongeacht hun achtergrond, status, etniciteit, kleur of religie, door God geschapen zijn als sociale wezens die opgroeien en opbloeien in sociale verbanden en bij uitstek binnen gezins- of familieverband.
Visie, vertrouwen, verzachten
Wij willen als kerken bijdragen aan een samenleving van vrede en recht. Ons land beschikt over voldoende veerkracht om asielzoekers op te vangen. De werkelijke problemen rond migratie, woningnood, klimaat, zorg en onderwijs worden niet opgelost door migranten tot oorzaak van deze problemen te maken. Een dergelijke beeldvorming maakt vluchtelingen tot zondebok. Om de werkelijke problemen aan te pakken, is veeleer vertrouwen nodig en visie. Daarvoor is ook nodig dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Daarvoor is tenslotte nodig dat onze harten zich verzachten, zodat we in de meest kwetsbare ander een mens herkennen, voor wie ik de naaste kan zijn.
13.30-16.00 u. Mozes en Aäronkerk – lezing, oecumenische viering
Voorafgaand aan de herdenking zal schrijfster Rosita Steenbeek om 13.30 uur verhalend ingaan op de situatie van vluchtelingen in Europa. Deelnemers aan de bijeenkomst kunnen aansluitend met haar in gesprek. Het voorprogramma vindt plaats in het Huis van Sant’Egidio (Waterlooplein 205, naast de kerk).
Om 15.00 uur begint in de Mozes en Aäronkerk (Waterlooplein 207 te Amsterdam) de jaarlijkse oecumenische herdenking plaats van vluchtelingen die afgelopen jaar omkwamen aan de Europese grenzen. Vertegenwoordigers van verschillende kerken zijn daarbij aanwezig. Aan de buitengrenzen van Europa spelen zich dagelijks drama’s af. Mensen die op zoek zijn naar een beter en veiliger leven, verdrinken in zee of komen op andere manieren onderweg om. Bij de herdenking nemen hun verhalen een belangrijke plaats in. Aan hen denken wij en hun namen worden genoemd, opdat zij niet vergeten worden.
Tijdens de herdenkingsdienst verzorgt Abdelkader Benali, schrijver, columnist en tv-presentator, de overweging. De herdenking wordt afgesloten met een processie naar de Amstel, waar bloemen worden uitgestrooid om de overledenen te gedenken.
De herdenking wordt georganiseerd door de Raad van Kerken Amsterdam, het Jeannette Noëlhuis, de Protestantse Diaconie, Wereldhuis en de Gemeenschap van Sant’ Egidio.
Moet de Raad van Kerken (RvK) zich kritischer uitlaten over het huidige kabinet? Sommige christenen vinden van wel. Maar RvK-secretaris Coen Wessel is terughoudend. ‘We moeten onszelf niet overschreeuwen.’
interview door Jasmijn Huisman – Trouw – 15 september 2024
Prinsjesdag staat voor de deur en dat betekent niet alleen voor politici op het Binnenhof een volle agenda. Ook Coen Wessel, secretaris van het interkerkelijke overlegorgaan de Raad van Kerken, heeft het druk. Op de vrijdagochtend voor Prinsjesdag schuift hij aan in het Haagse café Dudok, op steenworp afstand van het politieke hart van Nederland.
Hij komt net van het Prinsjesdagontbijt in de Nieuwe Kerk. Daar gingen christelijke partijen met elkaar in gesprek over hun rol. Kunnen de kerken in tijden van secularisatie het verbindende verhaal vertellen? Het antwoord is nog niet zo makkelijk, in de eerste plaats omdat kerken onderling van mening verschillen.
Er gaan stemmen op die vinden dat kerken zich duidelijker moeten uitspreken tegen ‘extreemrechts’. ‘Evangelie en extreemrechts gaan niet samen’, zo luidt de verklaring van Micha Nederland. Micha Nederland vormt een netwerk van meer dan twintig christelijke organisaties, waaronder het Leger des Heils, de EO en Kerk in Actie.
De vraag is wat de Raad van Kerken met dit geluid doet en hoe ze dit wegen. Een kwart van de christenen stemde immers PVV.
Bezinning
De afgelopen zomer heeft Wessel niet stilgezeten. Hij vroeg hoogleraren en predikanten een reflecterend essay te schrijven over het kabinet. Wat zegt het kabinet over de huidige cultuur van Nederland, luidde de vraag. Er rolden elf essays uit, alle bijdragen worden gepubliceerd op de website van de Raad van Kerken. Wessel hoopt er een ‘bezinningsproces’ mee op gang te brengen binnen de kerken: “Ik hoop dat voorgangers en gemeenteleden erover in gesprek gaan. En dat we ons beraden op de onderwerpen waar we verstand van hebben.
“Ik denk dat we als kerken pal voor de godsdienstvrijheid moeten gaan staan, ook voor de godsdienstvrijheid van moslims. Het kabinet zegt dat ze de rechtsregels handhaven, maar er zit een partij in het kabinet die discriminerende maatregelen tegenover moslims in het partijprogramma heeft staan. Daar zijn we alert op.” Ook een thema als klimaatverandering vraagt om stellingname, benadrukt hij.
‘Bescheiden stem’
Maar over het algemeen is hij vooral van mening dat de kerk ‘een bescheiden stem’ vormt. “We zijn klein, we moeten niet de illusie hebben dat we extreem veel invloed hebben. Die tijd is voorbij”, concludeert hij nuchter.
Zich geheel uitspreken tegen radicaal-rechts, zoals bisschoppen in Duitsland eerder deden tegen de AfD, ziet hij niet zitten. “Als je je zo stellig uitlaat, sla je het gesprek dood”, legt Wessel uit. Bovendien heerst er in Nederland nog altijd een ‘kater’ binnen de kerken als het gaat om al te politieke discussies, zegt hij.
“In de jaren tachtig werden er binnen de kerken hevige gesprekken gevoerd over kruisraketten”, aldus de secretaris. “De vraag was hoe Nederland zich moest verhouden tegenover de Sovjet-Unie: bewapenen of niet? Sommige stromingen vonden van wel, andere stimuleerden het pacifistische geluid. Die discussie politiseerde en verscheurde een aantal gemeentes.” Mensen liepen boos de kerk uit. Er groeide een besef dat kerken zich ‘maar niet te veel moeten bemoeien’ met de politiek.
Nieuwe focus
Parallel daaraan moesten kerken flink bezuinigen. De focus keerde zich weer naar binnen toe, ze moesten het hoofd boven water zien te houden. “Die bezuinigingsperiode heeft er ook voor gezorgd dat de Raad van Kerken steeds kleiner werd. We zitten nu op 1,6 betaalde functies binnen de raad, waarvan ik er 0,8 ben.”
Ook was er de teleurstelling in de ‘oecumenische droom’. De Raad van Kerken werd in 1968 opgericht in Nederland. In die tijd heerste er een sfeer van vernieuwing, herinnert Wessel zich. De hoop was dat alle kerken ooit samen één zouden zijn. Ondanks de verschillen in interpretatie – over bijvoorbeeld de vraag of priesters mogen trouwen of niet. “Ik denk dat dat stiekem een links-liberale droom was. Het idee: we worden allemaal wat progressiever, we zijn allemaal mensen van goede wil.”
Niet overschreeuwen
“Laatst was ik bij… oh, dit emotioneert me.” Stilte. “Ik was bij een kleine, doopsgezinde kerk in Haarlem. Ik probeer namelijk iedere zondag een andere kerk te bezoeken. Aan het eind van deze dienst stapte een 90-jarige man naar voren, emeritus predikant.” De man vertelde over de lange geschiedenis van de Mennonieten (doopsgezinden), die onder andere langs Duitsland, Nederland, Polen en Amerika voert.
“Ik realiseerde me dat al die kleine kerken in Nederland onderdeel zijn van een eigen wereldkerk, een eigen geschiedenis.” Het stemt hem bescheiden. “Moderniteit is het verhaal van eenheid, maar we moeten ook met pluraliteit omgaan binnen de kerk. Daarom denk ik dat we ons als Raad van Kerken politiek gezien moeten focussen op de punten die ik noemde. En onszelf niet moeten overschreeuwen.”
Nadat de 16-jarige Victoria Gyarko, havo-leerlinge uit Zuidoost, vorige maand haar verhaal over het leven zonder verblijfsvergunning had verteld, stroomden de steunbetuigingen binnen. De gemeente en het voortgezet onderwijs in Amsterdam slaan nu de handen ineen om scholieren zonder paspoort beter te helpen. ‘Iedereen heeft recht op een normaal leven.’
door Frenk der Nederlanden
De reacties waren overweldigend, zegt Nathalie Devis (51), die zich als schoolleider van het Ir. Lely Lyceum het lot van de in Libië geboren Victoria heeft aangetrokken. “Lezers, ouders van andere leerlingen, docenten; het was hartverwarmend.”
Ook Victoria’s medeleerlingen reageerden positief nadat ze half maart in de krant had verteld hoe moeilijk het leven zonder verblijfsvergunning is, zegt Devis. “Victoria was ontroerd dat zoveel mensen met haar meeleven. Ze kende Het Parool helemaal niet en kijkt niet eens televisie, dus ze was stomverbaasd dat iedereen haar wil helpen.”
Nadat Victoria’s verhaal in deze krant was verschenen, doken andere media erbovenop. Sophie & Jeroen, Beau, Hart van Nederland, Spijkers met Koppen: allemaal wilden ze Victoria dolgraag in de uitzending hebben. Ook meldden zich twee documentairemakers die het niemandsland waarin ongedocumenteerde scholieren terechtkomen, in kaart willen brengen.
Crowdfunding voor studiefonds
Victoria voelde zich gevleid door alle belangstelling, maar in overleg met haar advocaat is besloten haar voorlopig even in de luwte te laten en publiciteit te vermijden. Devis: “Het leek haar leuk om te doen, ook eng en spannend natuurlijk, maar ze focust zich nu op school. Ze probeert de draad van haar gewone leven weer op te pakken en had alle tijd en energie nodig om zich voor te bereiden op de schoolexamens. Die heeft ze goed gemaakt.”
Hoe begon dit verhaal? De Ghanees/Nigeriaanse, in Libië geboren Afia Victoria Gyarko (16) vertelde in maart 2024 in Het Parool hoe het is om ongedocumenteerd in Amsterdam te leven en hier naar school te gaan. Haar ervaringen riepen veel reacties op bij lezers. Lees hier Victoria’s verhaal: ‘Ik wil niet bang zijn voor politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vriendinnen.’
Nu het stof is neergedaald, is het echter tijd om te kijken wat al die publiciteit heeft opgeleverd. Van alle kanten kreeg Victoria hulp aangeboden, en veel lezers wilden geld overmaken om haar te steunen. Maar dat bleek ingewikkelder dan het leek.
Omdat Victoria geen paspoort of bsn-nummer heeft, kan ze geen bankrekening openen, zoals ze zonder papieren ook niet in aanmerking komt voor hulp van de Voedselbank. Deze week besloot een van de kerken in Zuidoost een aparte rekening open te stellen voor een crowdfunding ten behoeve van een studiefonds voor Victoria.
Het verhaal in de krant trok ook de aandacht van een advocatenechtpaar op de Zuidas. Victoria en haar vader Nana Gyarko hadden al drie jaar een advocaat in de Bijlmer, maar die wist bij de immigratiedienst IND geen potten te breken. De twee nieuwe advocaten hebben een immigratieadvocaat ingeschakeld die gaat onderzoeken of een procedure bij de IND kans van slagen heeft.
Op een brief die de school aan de IND heeft geschreven, is nooit een reactie gekomen. Devis: “We hebben de IND uitgelegd dat het hier om een meisje gaat dat al elf jaar in Nederland woont, het goed doet op school en gedreven is om maatschappelijk werk te doen. Nu we geen antwoord hebben gekregen, hopen we dat de advocaat iets kan bereiken.”
Betere informatievoorziening
In Het Parool vertelde Victoria dat ze niet mee kon met een schoolreisje naar Tsjechië omdat ze daarvoor geen geld had, maar dat berust op een misverstand, zegt Devis. “We vragen een vrijwillige bijdrage aan de leerlingen, maar wie het niet kan betalen, mag gewoon mee. Victoria bleef thuis omdat we bang waren dat ze in Tsjechië zou worden opgepakt.”
Devis: “Pas nu ben ik erachter gekomen dat via het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt bij de IND een visum voor de terugreis kan worden aangevraagd. Ze had dus gewoon mee kunnen gaan.”
Het is maar een voorbeeld van de problemen waar scholen tegenaan lopen, zegt Devis. De schoolleider, die op het Ir. Lely Lyceum de havo-bovenbouw onder haar hoede heeft, is daarom achter de schermen bezig om de informatievoorziening over ongedocumenteerde leerlingen te stroomlijnen.
Devis: “Er bestaan allerlei regelingen voor deze groep, maar de informatie is heel diffuus. Ik had voortdurend het gevoel dat we opnieuw het wiel aan het uitvinden zijn, terwijl dit probleem toch echt niet van vandaag of gisteren is. Er zijn veel instanties die zich voor de scholieren inzetten, maar het zijn allemaal eilandjes; niemand die het geheel overziet.”
Praktische handleiding voor scholen
Er zijn inderdaad allerlei voorzieningen: jongeren zonder paspoort kunnen een beroep doen op fondsen voor leer- en sportmiddelen, medische zorg of op het stagebureau van de gemeente. Ook kunnen ze gratis lid worden van de bibliotheek. Met het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Amsterdam-Diemen en de gemeente is nu afgesproken dat alle regelingen en voorzieningen worden geïnventariseerd en met een praktische handleiding aan alle scholen worden aangeboden.
Ook zullen scholen worden geïnformeerd over de pilot (in 2022 van start gegaan) die ervoor moet zorgen dat ongedocumenteerde jongeren ook na de middelbare school verder kunnen studeren. De gemeente heeft daartoe een convenant opgesteld met de UvA, de VU, de HvA, Inholland en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
Devis is blij dat de publiciteit een nieuw beleid in gang heeft gezet. “Soms kun je een druppel op de gloeiende plaat zijn. Ik hoop dat de scholen nu gaan inventariseren hoeveel ongedocumenteerde leerlingen ze in huis hebben, zodat ze hulp op maat kunnen aanbieden. Daar was het Victoria ook om te doen; ze vecht niet alleen voor zichzelf, maar wil het ook voor andere kinderen beter maken. Iedereen heeft recht op onderwijs, maar ook op een normaal leven.”
Mieke Kox onderzoekt al vijftien jaar de leefwereld van ongedocumenteerden; in februari promoveerde zij op de vraag hoe deze papierloze migranten het recht en het rechtssysteem of de wet in Nederland beleven. Hiermee geeft zij hen een stem in het migratiedebat. Terwijl iedereen zonder verblijfsrecht daarvan beperkingen ondervindt, gaan verschillende groepen daar op eigen wijze mee om, bijv. door in de informele economie onopgemerkt te blijven of door juist vasthoudend een beroep te doen op het recht. Terwijl de overheid er niet of nauwelijks in slaagt om de weigering van verblijfsrecht effectief te doen leiden tot vertrek, veroorzaakt de praktijk van het vreemdelingenrecht veel persoonlijk leed in psychisch, lichamelijk en materieel opzicht, zoals zichtbaar wordt uit de tientallen interviews die Kox hield. Zij pleit er tenslotte voor “dat respect voor mensenrechten centraal komt te staan” in het vreemdelingenbeleid. Lees de nederlandse samenvatting en de stellingen bij haar proefschrift.
Video-installatie ‘Edgelanders’ (in grens- of tussengebied) met zes video’s waarin ongedocumenteerden (o.a. van We Are Here) hun verhalen vertellen in interviews: over de manier waarop zij hier werden ontvangen en hoe ze verstrikt raakten in een doolhof van regels en barrières en klem kwamen te zitten in het asielgat (niet mogen blijven, niet terug kunnen). Totale tijd ong. 2 uur, creatief gefilmd, met poëzie en zang, voertaal engels, met engelse ondertiteling; voor wie moeite heeft met traplopen zijn de interviews ook op begane grond te bekijken.
De makers, Raul Balai en Ehsan Fardjadniya, begonnen vorig jaar met een kritische analyse van het opvangbeleid in Amsterdam, met o.m. expositie in het Amsterdam Museum, gesprek met advocaat Pim Fischer in Podium Mozaïek, analyse van framing van vluchtelingen in de media. Zij constateren dat de gemeente door de uitspraak van het Europese Comité voor Sociale Rechten in 2014 verplicht is om onvoorwaardelijk onderdak te bieden aan wie dat nodig heeft (de zaak was aangespannen door Kerk in Actie i.s.m. Pim Fischer). Amsterdam promoot zichzelf als een stad van mensenrechten, maar voldoet niet aan haar zorgplicht. Daarom bouwt het project Edgelanders toe naar een (fictieve) rechtszaak tegen de gemeente in jubileumjaar 2025 (750 jaar Amsterdam). – Zie de website: www.amsterdamontrial.nl en www.deappel.nl Adres: Tolstraat 160, wo-zo 14-20 u. (ook met museumkaart)
De makers roepen op om een brief te sturen aan leden van de gemeenteraad of een raadsbrief , met de oproep om een motie in te dienen waarin staat dat mensenrechten, vastgelegd in internationale verdragen, leidend zijn bij het maken en uitvoeren van gemeentelijk beleid.
Het Luther Museum Amsterdam toont de geschiedenis van Salzburgse vluchtelingen, die in 1732 door een nieuwe aartsbisschop werden gedwongen om katholiek te worden of te emigreren. Van de 20.000 vluchtelingen kwamen er 700 naar Nederland, welkom geheten door de landelijke overheid. Niet humane opvang was de hoofdmotivatie, maar de ‘krimp’ van Zeeuws-Vlaanderen en de vraag naar arbeidskrachten en landarbeiders. De opvang in Zeeland liet aan alle kanten te wensen over, beloften van de overheid werden niet waargemaakt en na een jaar was de groep emigranten meer dan gehalveerd door ziekte en ondervoeding, een ander deel had gedesillusioneerd ons land weer verlaten. De Lutherse kerk in Nederland bood hulp waar de overheid faalde. – Een voorbeeld waarvan we parallellen zien in de hedendaagse problemen bij Ter Apel en de onwil rond de spreidingswet. Adres: Nieuwe Keizersgracht 570, do-zo 11-17 u. (ook met museumkaart)
Mensen en organisaties die humanitaire hulp verlenen aan mensen-zonder-papieren zullen onder de nieuwe Dienstverlenersrichtlijn, onderdeel van het Europese Migratiepact, risico lopen op een celstraf van drie jaar of meer. Deze zogeheten Facilitators Directive wil mensensmokkel steviger aanpakken, en stelt daarom àlle hulp aan ongedocumenteerden strafbaar, niet alleen bij het oversteken van grenzen. Als het organiseren van onderdak, voedsel en geld strafbaar wordt, dreigt het uiteraard te verdwijnen. En solidaire burgers en instanties die dapper door blijven gaan, moeten ondergronds. Dus zijn ze ook niet goed vindbaar meer voor degene die de hulp hard nodig heeft. Er is meer risico op misbruik en dus méér in plaats van minder criminele betrokkenheid bij deze kwetsbare groep mensen. – De richtlijn is nu in bespreking in de parlementen in de EU.
Chris Keulemans schreef zijn column Strafbaar over deze kwestie en andere blokkades voor ongedocumenteerden, met het oog op zijn pas verschenen boek Verzet.
Amsterdam telt ruim 1052 kinderen zonder verblijfsvergunning. Afia Victoria Gyarko (16) uit Amsterdam-Zuidoost is een van hen. Ze leeft al jaren met stress en schaamte: ‘Ik wil niet bang zijn voor politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vriendinnen.’
door Frenk der Nederlanden en Roos van Riel
Afia Victoria – ‘zeg maar Victoria’ – Gyarko is het zat, spuugzat. Al zo lang ze zich kan herinneren zweeft ze tussen hoop op een verblijfsvergunning en vrees dat ze Nederland wordt uitgezet. De 16-jarige in Libië geboren dochter van een Ghanese vader en een Nigeriaanse moeder woont al elf jaar in de Amsterdamse Bijlmermeer, tussen duizenden andere Afrikanen zonder verblijfsstatus. Ze maakt zich zorgen over haar toekomst, vooral over de tijd na school – wanneer ze op eigen benen moet staan. Daarom wil ze nu haar verhaal vertellen.
“Ik ben bang dat ik me straks niet kan inschrijven voor een studie. Ik heb sowieso geen geld voor ov of boeken, die zijn superduur. Als ik een verblijfsvergunning heb, kan ik een baantje gaan zoeken. Ik wil alles aannemen: schoonmaken, oppassen, weet ik het. Maar zolang ik geen papieren heb, neemt niemand me aan.”
Veilig land
Ze praat snel, in een accent waarin Amsterdamse en Surinaamse invloeden doorklinken. Drie jaar geleden benaderde ze met haar vader een advocaat in een poging een verblijfsvergunning te bemachtigen, maar na twee vergeefse bezoeken aan de IND heeft ze niet het idee dat het soelaas biedt – Ghana wordt door de Nederlandse overheid immers gezien als een veilig land. Maar Victoria ziet daar geen toekomst voor zichzelf: “Ik ben nog nooit in Ghana geweest. Wat moet ik daar?”
Ze heeft een dikke trui aan, want het is koud in de flat op Kikkenstein, hartje Bijlmer. Geld voor verwarming hebben ze niet, zegt vader Nana Gyarko, die met zijn muts op in de eenvoudig ingerichte huiskamer zit. Hij spreekt Engels, maar met zijn dochter vooral Twi, de taal van de Ashanti’s, het Ghanese volk waar hij van afstamt. “Een toekomst voor mijn dochter, dat is het enige wat ik wil. En ik huil nog altijd om mijn zoon, die al dertien jaar is vermist. In stilte, want ik wil Victoria er niet mee belasten.”
Zelf weet Victoria niets meer van haar eerste levensjaren, of het nou om de dood van haar moeder gaat, de lijken in de straten van de Libische hoofdstad of de tocht in een afgeladen boot over de Middellandse Zee naar Italië. Haar herinneringen beginnen pas in het vluchtelingenkamp op Sicilië. “Ik weet het allemaal niet meer zo goed. Wat er in die eerste jaren gebeurde is diep weggestopt en komt niet meer tevoorschijn.”
Hard werken
Victoria zit in 4 havo van het Ir. Lely Lyceum in de Bijlmer en hoopt volgend jaar examen te doen, maar dan zal ze alles op alles moeten zetten. “Ik ben elk jaar overgegaan, geen idee hoe ik dat voor elkaar heb gekregen. Ik had mavo-advies, maar ik scoorde goed met rekenen en de onderwijzers op de basisschool hebben me goed geholpen met dingen die ik niet snapte. Ik ben niet dom en geloof in mezelf. Maar ik zal nog heel hard moeten werken om het examen te halen. Laatst kreeg ik een onvoldoende voor Nederlands. Echt een trauma, weet je. Ik wist niet dat ik zo slecht was.”
Op het Ir. Lely Lyceum voelde ze zich meteen thuis, maar in haar vriendengroep is ze de enige zonder verblijfsvergunning. “Dat geeft veel stress. Ik kan nooit iets leuks doen. Er zijn wel een paar vrienden die van mijn situatie weten en soms voor mij betalen. Een etentje, of barbecue als we gaan picknicken, en soms de bioscoop, daar heb je geen papieren voor nodig. Maar laatst zouden we een weekend naar een huisje gaan en dat moesten we cancelen omdat ik geen paspoort kon laten zien.”
“Vorig jaar hadden we met school een excursie naar Tsjechië. Daar hadden we geen geld voor, dus ik moest liegen dat ik niet mocht van mijn vader. Achteraf hoorde ik dat het heel koud was en het eten verschrikkelijk, dus ik was blij dat ik niet was gegaan. Maar ik ben er helemaal klaar mee, met dat liegen. Ik ben één keer opgepakt door de politie toen ik niet goed had ingecheckt in de metro. Sindsdien ben ik zenuwachtig. Ik ben geen crimineel, maar zonder ID durf ik niet voor mezelf op te komen, al heb ik best een grote mond. Beleefd blijven en niet in discussie gaan, zeg ik dan tegen mezelf.”
Gebedel
Victoria is teneergeslagen en schaamt zich. “Dat eeuwige gebedel om geld maakt me gek. Zonder papieren kom je niet eens in aanmerking voor de voedselbank. Soms is er geen rijst meer in huis en eten we alleen brood. In de kantine op school krijgen we gelukkig gratis ontbijt, maar het is elke keer weer de vraag of we de huur nog kunnen betalen. We hebben onze flat in onderhuur van een Ghanese man, voor 1050 euro per maand. Mijn Italiaanse vrienden sturen af en toe geld, en soms krijg ik een euro van mijn vader. Maar wat ik straks na school moet gaan doen? Ik heb geen idee.”
Vader Gyarko (1977) haalt zijn schouders op, alsof hij het ook allemaal niet meer weet. Hij werkt zwart als lasser, schilder of schoonmaker. Meestal in Nederland, maar soms ook in België of Duitsland. De hoop op een beter leven heeft hij allang opgegeven, vertelt hij. Sinds zijn vlucht uit Libië voelt hij zich permanent opgejaagd. “Ik ben altijd bang, altijd op de vlucht. Als ik agenten zie, raak ik in paniek. En ik schaam me, dat ik vrienden steeds om geld moet vragen. Ik ben een man en heb mijn trots.”
Op zijn zestiende verliet Gyarko het straatarme Ghana om in Libië werk te zoeken. Als jonge jongen had hij al in een garage gewerkt en in het land van de toenmalige dictator Kadhafi hoopte hij een toekomst te kunnen opbouwen. Dat lukte wonderwel. Gyarko kon in Tripoli als plaatwerker aan de slag en trouwde in 2003 met een Nigeriaanse vrouw, met wie hij na Victoria in 2009 zoon Kwabena Wusu kreeg.
Toen begon de ellende. Drie dagen na de geboorte van de jongen overleed Gyarko’s 29-jarige vrouw aan een hartaanval, voor de ogen van Victoria. Ineens was Gyarko een weduwnaar met twee kinderen. Toen in Libië in 2011 een burgeroorlog uitbrak en hij moest vluchten voor het geweld, raakte hij gescheiden van zijn tweejarige zoontje. “De familie die op hem paste – een bevriende huisarts uit Jordanië – was in paniek op de vlucht geslagen. De rebellen hadden het vooral voorzien op donkere Afrikanen, die als aanhangers van Kadhafi werden gezien. Ik heb nooit meer iets over mijn zoon gehoord.”
Gammele boot
Tijdens de tocht in een gammele boot over de Middellandse Zee werd hij ook gescheiden van Victoria, maar hij vond zijn dochter terug in een vluchtelingenkamp op Sicilië. De hereniging werd zelfs uitgezonden op de Italiaanse televisie, zo’n feelgoodverhaal ging er wel in. Victoria en haar vader werden opgevangen door een rooms-katholieke hulporganisatie en kregen na twee jaar een verblijfsvergunning. Omdat er in hun regio geen werk was, besloot Gyarko zijn geluk in Nederland te beproeven, en zo kwamen Victoria en hij in de lente van 2013 in Amsterdam terecht.
Na drie dagen in het Novotel was het geld op. Gyarko: “Op het plein voor het Centraal Station ontmoetten we een man die ons wel wilde helpen. We mochten bij hem in zijn huisje aan de Amstel blijven slapen en hij regelde een baantje in een garage voor me. Na drie weken konden we naar een flat in de Bijlmer.”
Met hulp van het ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en de jeugdhulporganisatie Sensa Zorg werden een school en een sportvereniging voor Victoria gevonden. Ook de kerk, de Pentecost Revival Church, bood een helpende hand en maakte Victoria en haar vader wegwijs in de Amsterdamse samenleving. Sindsdien leidt Gyarko het leven van zoveel migranten zonder verblijfspapieren – hij werkt overal en nergens , wordt af en toe opgepakt en uitgezet naar Italië, maar is steevast binnen een paar dagen weer terug in de stad. Victoria probeert zich ondertussen met de moed der wanhoop staande te houden.
“Vroeger kon ik via een fonds van Sensa naar de tandarts, maar het geld was op. Laatst was een kies ontstoken en heb ik weken met pijn rondgelopen. De school heeft er toen voor gezorgd dat ik in het weekend bij een noodtandarts terechtkon.”
Heimwee
De bezoeken aan de IND omschrijft Victoria als demotiverend. “We zijn twee keer voor niets naar Den Haag geweest. Omdat er geen tolk aanwezig was, ging het gesprek niet door, terwijl ik natuurlijk ook zelf had kunnen vertalen. Van het geld van de treinkaartjes hadden we een week lang kunnen eten.”
Soms heeft ze heimwee naar Italië. “Ik mis de familie die daar voor ons zorgde en het eten was lekker. Maar Italië heb ik uit mijn hoofd gezet. Amsterdam is mijn plek. Ik heb hier met bloed, zweet en tranen gewerkt, dit is mijn thuis. Ik wil een goede baan en een stabiel leven. Iets met economie, want daar heb ik goede cijfers voor. Als ik voor mezelf kan zorgen, kan ik ook anderen helpen. Ik wil niet meer bang zijn voor de politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vrienden.”
Voor het eerst tijdens het gesprek in de koude flat valt ze stil. “Ik word zo moe van alles, en dat heeft invloed op m’n schoolprestaties. Ik heb altijd hoofdpijn. Omdat ik in Libië ben geboren, wil Ghana mij niet hebben. Niemand wil me hebben.”
Ongedocumenteerde kinderen hebben recht op onderwijs
Voor kinderen en tieners zoals Victoria is tot hun zestiende op papier veel goed geregeld in Nederland. Door het recht op onderwijs mogen alle kinderen naar school, ook als ze geen verblijfspapieren hebben. Sterker: het is van hun vijfde tot hun zestiende verplicht. Scholen mogen ongedocumenteerde kinderen niet weigeren.
Momenteel zijn er volgens Leerplicht 1052 kinderen zonder burgerservicenummer in Amsterdam ingeschreven op een school. Er is geen hulporganisatie of gemeentelijke instantie die zicht heeft op de grootte van de groep kinderen zonder papieren in Amsterdam. Een schatting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum uit 2020 kwam neer op 15.000 mensen zonder verblijfsdocumenten, maar dat gaat om kinderen en volwassenen samen. Volgens hulporganisaties is dat ook een conservatieve telling, zij denken dat het om wel twee keer zoveel mensen kan gaan. Hoeveel kinderen niet naar school gaan in Amsterdam, is ook niet duidelijk.
In de praktijk merken hulporganisaties dat de inschrijving van ongedocumenteerde leerlingen bij sommige basis- en middelbare scholen makkelijker gaat dan bij andere. Dat komt grotendeels ook door onwetendheid, zegt Eunice de Asis van Migrante Amsterdam. “Het gebeurt weleens dat een school om een burgerservicenummer (bsn) vraagt. Maar dat hebben ongedocumenteerden natuurlijk niet. En het is ook niet nodig voor de inschrijving.”
Wanneer kinderen geen bsn hebben, meldt de school ze aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Die geeft een zogeheten onderwijsnummer af, waarmee een kind kan worden ingeschreven. Dat onderwijsnummer behouden ze hun gehele schoolcarrière. Kinderen met een grote taalachterstand moeten die vaak eerst inhalen in schakelklassen. Daarna kunnen ze doorstromen naar het reguliere onderwijs.
Veel kinderen zonder verblijfsstatus kampen met grote (mentale) problemen, zeggen hulporganisaties. Veelal komt dat door een gebrek aan zorg en permanente huisvesting, armoede en taalachterstand. Omdat de gezinnen geen papieren hebben, wonen ze veelal op plekken met illegale onderhuurconstructies. Zonder huurbescherming kunnen ze elk moment op straat belanden. Het gevolg is dat de gezinnen veel moeten verhuizen. Ze hebben nog geluk als dat binnen Amsterdam is. Veel gezinnen moeten noodgedwongen uitwijken naar een andere stad. Kinderen die dan misschien al jaren naar dezelfde school gaan, moeten dan wisselen van school of lang reizen.
Als de kinderen wel voor langere periodes een dak boven het hoofd hebben, is dat vaak in woningen die verre van ideaal zijn. “We kennen veel voorbeelden van mensen die met twee, drie, of vier families in één appartement verblijven,” zegt De Asis. In alle rust een proefwerk, tentamen of examen voorbereiden gaat daar niet.