Zoeken

Agenda

19 januari    : AV
22 januari    : Avondgebed week van gebed voor de eenheid (18.30 uur Oude Kerk)
4 maart        : Ontmoetingsbijeenkomst bij Hoop voor Noord, Rode Kruislaan 20 i.s.m. diaconaal opbouwwerk PKA-Noord
16 maart     : AV
4 mei            : Vesper t.g.v. herdenken oorlog en vrijheid vieren  (in de Waalse kerk)
11 maart      : AV
15 juni          : AV
30 juni          : Nationale herdenking slavernijverleden in de Nieuwe Kerk, Amsterdam
5 November: oecumenische herdenking omgekomen vluchtelingen aan de randen van Europa in deMozes & Aaronkerk
17 november: AV
3 december : Nicolaas Vesper  

Kerken
De Raad van Kerken Amsterdam is een samenwerkingsverband van christelijke kerken en gemeenschappen in Amsterdam. Bekijk hier de lijst van deelnemers en verwante externe organisaties.
  • 09 aug

    Hulp aan ongedocumenteerden strafbaar? ‘Is dit het voorbeeld dat we onze kinderen willen geven?’

    Theologisch Elftal Medemenselijkheid

    De Tweede Kamer wil ongedocumenteerd verblijf in Nederland strafbaar maken, en stemde tegelijk voor een voorstel dat ook het helpen van ongedocumenteerden moet verbieden. Twee theologen over eenheid, gemeenschap en medemenselijkheid.

    door Chiel de Groot – Trouw, 19 juli 2025

    Vrijwilligers die ongedocumenteerde mensen helpen, kunnen straks voor het verlenen van die hulp vervolgd worden. Tenminste, als het aan een groot deel van de Tweede Kamer ligt. Het Theologisch Elftal vraagt zich af wat dat zegt over Nederland, en hoe het zover heeft kunnen komen.

    “Het is te walgelijk voor woorden”, zegt Marianne van Praag, hoorbaar geïrriteerd. Ze is rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. “Ook de manier waarop dit wetsvoorstel erdoorheen geramd is. Nog even lekker scoren in blessuretijd, en daarna op vakantie. Over de rug van kwetsbare mensen.”

    “Ik spreek liever niet te snel over de jaren dertig van de vorige eeuw, omdat ik af wil van die eeuwige slachtofferrol voor de Joodse gemeenschap. Maar dit wetsvoorstel deed me er toch aan denken. Hoe is het mogelijk, dacht ik. Waar zijn we terechtgekomen? Aan de ene kant brult iedereen ‘dit nooit meer’, en vervolgens komt men met zoiets schofterigs en minderwaardigs op de proppen.

    Symboolpolitiek en populisme

    “Dit wetsvoorstel laat zien hoe gevoelig Nederland is geworden voor populistische maatregelen en symboolpolitiek. Er is geen enkele praktische reden om ongedocumenteerden te vervolgen. Integendeel, zo houd je ze eerder nog langer in Nederland. Politici die actievoeren bij azc’s, het is zó goedkoop. Als we op een betere toekomst hopen, is dit dan het begin? Is dit het voorbeeld dat we onze kinderen willen geven?”

    Matthias Smalbrugge, hoogleraar Europese cultuur en christendom aan de Vrije Universiteit te Amsterdam: “De reacties van advocaten, vluchtelingenorganisaties en zelfs de politie en het Sociaal en Cultureel Planbureau waren ook uiterst negatief, variërend van onhaalbaar tot onmenselijk.

    “Het verbieden van hulpverlening aan een groep mensen was voor het CDA deze keer een grens. Maar NSC nam genoegen met wat vage toezeggingen van de minister, de zoveelste schaamlap. Dat dit voorstel een meerderheid haalde is zowel schaamtevol als schaamteloos.

    “Dat deze maatregelen alleen maar zullen leiden tot grotere chaos en het verder vastlopen van systemen is voor de indieners een doel op zich. Zo groeit de afkeer van de democratie, en komt er meer ruimte voor antidemocratische krachten.

    “Onmenselijk handelen, gewoon als politieke tool. Er zijn allerlei redenen te geven voor het steeds populairder worden van inhumaan beleid. Polarisatie, uitsluiting, identeitspolitiek, te machtige lobbybewegingen, neoliberalisme… Ik ben ervan overtuigd dat religie ook een rol speelt, al is die rol nog slecht in kaart gebracht.

    “In het christendom spelen noties als gemeenschap, eenheid en identiteit een grote rol. Het christendom heeft die eenheid altijd gedefinieerd als een eenheid in leerstellingen, het delen van dezelfde geloofsartikelen. Orthodoxie, de juiste leer, is altijd belangrijker geweest dan orthopraxie, de juiste levenswandel. Deel je het geloof niet, dan ben je geen deel van die eenheid, geen deel van de gemeenschap.

    De harten bij elkaar

    “Een beroemd historisch voorbeeld komt uit het jaar 384, vlak nadat het christendom oppermachtig was geworden in het Romeinse Rijk. Het traditionele, ‘heidense’ altaar was verwijderd uit de senaatszaal. De burgemeester van Rome, Symmachus, betreurde dat, en vroeg of het teruggezet mocht worden. Want, zei hij, ‘zo een groot geheim kan niet langs één weg bereikt worden,’ doelend op het geheim van God.

    “Volgens Symmachus was eenheid, unio, niet datgene wat nagestreefd moest worden, maar eendracht, concordia. Letterlijk: de harten bij elkaar. Maar de kerk was het niet met hem eens. De bisschop van Milaan antwoordde hem: ‘hoe kun je mensen vertrouwen die niet eens weten wat ze aanbidden? Er is maar één ware God, en alle anderen zijn demonen.’

    “Het christendom draagt dus de erfenis van een krappe definitie van eenheid. Soms gepaard met dwang, en met het verwijderen van degenen die de leerstellige eenheid niet delen. Dat zie je tot op de dag van vandaag. Het leerstellige verschil over vrouwelijke ambtsdragers in de Christelijke Gereformeerde Kerken leidt automatisch tot een scheur in de gemeenschap.

    Bestaan als echokamer

    “Ook al zijn we geseculariseerd, ik denk dat deze interpretatie van eenheid, unio boven concordia, tot diep in onze culturele haarvaten is doorgedrongen. Eenheid berust in ons bewustzijn op grenzen, en is iets dat afgedwongen moet worden. Daarom is het geoorloofd om mensen die deze ‘eenheid’ verbreken buiten te houden, en te criminaliseren. Zoals de kerk ketters vervolgde.

    “De aantrekkingskracht van dit soort eenheid is dat je om je heen precies hoort wat je zelf ook vindt, je bestaan wordt als een echokamer die je bevestigt en je ego streelt. Je leert niet dat diversiteit ook in jouw eigen bestaan te vinden is. Het is een soort betovering, waarvan je niet wil dat iemand die doorbreekt.

    Van Praag: “Toch staat de Hebreeuwse Bijbel vol aanwijzingen over hoe je omgaat met de vreemdeling die binnen de poorten van je stad is. Je mag vreemdelingen niet uitbuiten, je moet ze rechtvaardig behandelen in een rechtszaak, je moet ze zelfs liefhebben. Het verhaal van Ruth gaat over een buitenlandse vrouw die onderdeel wordt van de gemeenschap.”

    Smalbrugge: “Natuurlijk is er ook in de christelijke traditie veel medemenselijkheid, en helpen kerken en christelijke organisaties zoals het Leger des Heils mensen. Maar tegenover het verhaal van Ruth kun je ook het verhaal van Ezra zetten: nadat het volk is teruggekeerd uit de ballingschap, verzamelt hij alle mannen op een plein en vraagt wie er allemaal een buitenlandse vrouw hebben genomen. Vervolgens moeten ze die wegsturen, zodat ze met een zuiver volk hun stad weer kunnen opbouwen.

    Menswerend versus menslievend

    “Extreemrechts schermt niet voor niets met een joods-christelijke erfenis. Dat vinden we allemaal heel erg, maar we weten er slecht tegengas tegen te geven, omdat er wel degelijk een menswerend aspect in onze traditie zit dat we slecht onder ogen zien. De menswerende traditie botst met een menslievende traditie. We moeten nagaan hoe die beide tradities zich tot elkaar verhouden, waar ze botsen, en waar we dan de keuze maken. Daar ligt een theologische taak.”

    Van Praag: “Mensen hebben altijd behoefte aan een zondebok, een makkelijke verklaring voor hun problemen. Meestal zijn het de Joden, in Nederland zijn het nu vooral de nieuwkomers die overal de schuld van krijgen. De groep over wiens hoofd politici makkelijk scoren. Er is totaal geen begrip voor het feit dat ze heus niet voor hun plezier naar Nederland zijn gekomen.

    “Als mensen met nog enige principes en morele verantwoordelijkheid straks strafbaar zijn, zou ik fluitend de gevangenis ingaan. Ik zou het zelfs een eer vinden.”

    – – –

    www.trouw.nl/religie-filosofie/hulp-aan-ongedocumenteerden-strafbaar-is-dit-het-voorbeeld-dat-we-onze-kinderen-willen-geven

    = = =

  • 09 aug

    Deze asielwet bedreigt ons allemaal

    Namens het CNV roept Daniëlle Woestenberg de Eerste Kamer op tegen de wijziging in de asielwet te stemmen. Die criminaliseert vele werkenden en vrijwilligers.

    door Daniëlle Woestenberg – lid van het CNV-bestuur – Trouw, 18 juli 2025

    Op 1 juli stemde de Tweede Kamer voor een wetswijziging die het strafbaar maakt om mensen zonder verblijfsstatus actief te helpen. Dit raakt niet alleen migranten zonder papieren. Bijna iedereen in Nederland dreigt hiermee strafbaar te handelen, zonder het door te hebben.

    Het raakt potentieel allerlei mensen op de werkvloer. Zoals werknemers in de publieke sectoren zorg, onderwijs, politie en handhaving. Voor hen is deze voorgestelde wetwijziging rechtstreeks in strijd met wettelijke plichten, beroepswaarden en ethiek. Terwijl alle professionals hun werk moeten kunnen doen zonder angst voor strafvervolging.

    Zorgprofessionals leggen een eed af dat zij zorg verlenen aan iedereen die dat nodig heeft. Dat is ongeacht afkomst, religie, status of het hebben van een verblijfsvergunning. Ze beloven een patiënt niet te schaden, diens belang voorop te stellen en op te komen voor kwetsbaren. Deze principes zijn vastgelegd in beroepscodes en gedragscodes. Zorgprofessionals worden tegenwoordig door een schil van mantelzorgers en vrijwilligers ondersteund, vanuit de wens van de overheid voor een participatiesamenleving. Al deze mensen moeten hun werk kunnen doen zonder angst voor het strafrecht.

    Publieke taakstelling

    Ook het onderwijs kent een wettelijk verankerde publieke taakstelling. Niet voor niets staat in de artikel 23 dat het geven van onderwijs vrij is. Specifieke wetten stellen eisen aan scholen, maar ook aan de gemeente en zorg voor het onderwijsproces. Hier hoort nadrukkelijk samenwerking met ouders bij.

    Hoewel de voorgenomen wet een uitzondering maakt voor het minderjarige kind, raakt de strafbaarstelling toch mensen in het onderwijs. De wijziging verbiedt elke ‘bijdrage aan verblijf’, wat betekent dat bijvoorbeeld een leraar die een oudergesprek met een ouder zonder verblijfsstatus voert ineens mogelijk strafbaar is. Terwijl die leraar zo’n gesprek niet alleen voert vanuit de zorg voor het kind, maar dat ook moet doen vanuit zijn wettelijke opdracht. Wie werkt in onderwijs, kinderopvang of een andere publieke functie, dreigt door de wet gemangeld te worden tussen beroepsethiek en wettelijke opdracht enerzijds en het strafrecht anderzijds.

    Ook werkgevers worden geraakt. Zij moeten volgens de Arbowet zorg dragen voor een veilige, juridisch zekere werkomgeving. Die verdwijnt wanneer werknemers strafbaar worden omdat ze contact hebben met mensen zonder verblijfstatus. Zoals in een kindcentrum de medewerker met oudercontact of de bedrijfshulpverlener die een gewonde zonder status helpt.

    Achterdocht en onveiligheid

    Deze wet creëert achterdocht en sociale én fysieke onveiligheid in een sector waar we nu al een tekort hebben van tienduizend voltijds banen. De overheid wil de school als onderdeel van een kindcentrum steeds meer een wijkfunctie geven, met opvang, taalprogramma’s en pedagogische ondersteuning. Daardoor pakt deze wetswijziging in de praktijk extra ingewikkeld en onwerkbaar uit en worden de sectoren onderwijs en kinderopvang nog minder aantrekkelijk om te werken.

    De gevolgen strekken zich ook uit tot de samenwerking in bredere zin. Denk aan cliëntenraden in de zorg of medezeggenschapsraden in het onderwijs, waar zorggebruikers of ouders in vertegenwoordigd zijn. Zij geven mede uitvoering aan goed beleid, veilige werkomstandigheden en rechtvaardige besluitvorming, waardoor ook zij beticht kunnen worden van bijdragen aan het verblijf van ongedocumenteerden.

    In onze democratische rechtsstaat heeft de Eerste Kamer de bijzondere opdracht om de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetgeving te toetsen. Dat is geen controle voor de bühne, maar een wezenlijke verantwoordelijkheid. Een wet die publieke taken zoals in onderwijs en kinderopvang ondermijnt, die rechtszekerheid in de participatiesamenleving afbreekt en die onderlinge solidariteit potentieel strafbaar maakt, mag in dat huis geen doorgang vinden.

    Als vakbond CNV geworteld in christelijk-sociale waarden – waarin barmhartigheid, solidariteit en verantwoordelijkheid hand in hand gaan – doen wij een krachtig appel op de Eerste Kamer. Doe wat moet. Verwerp deze wet.

    – – –

    www.trouw.nl/opinie/opinie-deze-asielwet-bedreigt-ons-allemaal

    = = =

  • 09 aug

    Illegalen straffen, we weten al dat het niet werkt

    door Laura Creton (onderzoeker Erasmus Univ.) en Arjen Leerkes (hoogleraar Maastricht en hoofddocent Erasmus Univ. Rotterdam) – Trouw, 5 juli 2025

    De asielwet is inhumaan en ondoordacht, schrijven Laura Cleton en Arjen Leerkes. Laat de Eerste Kamer er een einde aan maken.

    Donderdagavond nam de Tweede Kamer de verregaande asielnoodmaatregelenwetten aan. Mede dankzij de steun van NSC en SGP. De PVV had zich voorstander verklaard nadat ze een meerderheid had gevonden voor haar amendement op de wet. Daardoor wordt zowel onrechtmatig verblijf van ongedocumenteerde migranten als hulp aan deze groep strafbaar.

    Dit markeert een nieuw dieptepunt in het Nederlandse migratiebeleid, dat anno 2025 bol staat van symboolpolitiek en de aansluiting met de realiteit verloren heeft. Deze wetten – en het amendement in het bijzonder – zijn onrechtvaardig, bewezen ineffectief en ondermijnen de waarden waarop onze rechtsstaat rust.

    Het idee van strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf is niet nieuw en het is nuttig om de eerdere bezwaren op een rij te zetten. Zo hadden VVD en PvdA in het regeerakkoord van het Rutte II afgesproken onrechtmatig verblijf te gaan bestraffen met een boete of hechtenis. Dit werd in mei 2014 uiteindelijk ingetrokken, om redenen die nog steeds relevant zijn.

    Humanitaire en juridische bezwaren

    Ten eerste zijn er humanitaire en juridische bezwaren, sinds jaar en dag geuit door maatschappelijke organisaties, kerken, burgemeesters en organisaties voor mensenrechten. Het College voor de Rechten van de Mens waarschuwde dat strafbaarstelling indruist tegen fundamentele rechten van ongedocumenteerden, zoals toegang tot onderwijs voor minderjarigen, medische zorg en juridische bijstand.

    Verschillende onderzoeken vanuit universiteiten, onderzoeksbureaus en het WODC tonen aan dat strafbaarstelling problemen vergroot: voor ongedocumenteerden zelf, maar ook voor hun Nederlandse partners, kinderen en ouders, en voor de Nederlandse samenleving en lokale bestuurders, die toch al lijden onder het wanbeleid van het nu demissionaire kabinet.

    De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stelde destijds dat strafbaarstelling ongedocumenteerden verder marginaliseert, waardoor zij overheidsinstanties, scholen en zorgaanbieders vermijden. Daardoor kan ook de openbare gezondheid en veiligheid onder druk komen te staan. Het criminaliseren van humanitaire hulp aan deze groep is daarmee zowel immoreel als onverstandig.

    Strafbaarstelling is tevens ineffectief. De Raad van State betwijfelde al in 2014 of dit de terugkeer van ongedocumenteerden zou bevorderen. Ze wees erop dat de nadruk in het beleid op administratief vertrek zou moeten liggen, waarbij iemand zelf voor zijn terugkeer zou zorgen. Het liefst vrijwillig en slechts bij uiterste noodzaak gedwongen. De strafbaarstelling is deze week tijdens de rommelige debatten alsnog aan de wet toegevoegd, zonder de gebruikelijke weg van een wetsvoorstel waarin juist de Raad van State wordt gevraagd om advies.

    Detentie heeft beperkt effect

    In 2013 werd strafbaarstelling in het wetsvoorstel opgenomen in de vorm van een boete of detentie. Omdat boetes vaak niet geïnd kunnen worden bij ongedocumenteerde migranten, zal detentie in het reeds zwaar overbelaste juridische complex overblijven. Onderzoek laat zien dat detentie maar beperkte effecten heeft op de bereidheid van ongedocumenteerden om terug te keren naar hun land van herkomst – het doel van dit amendement.

    Of iemand daadwerkelijk wordt uitgezet, hangt voor een belangrijk deel af van de samenwerking met herkomstlanden. Die zal door een verdere criminalisering van onrechtmatig verblijf wellicht juist moeilijker worden. Strafbaarstelling neemt reeds bekende obstakels in het terugkeerproces niet weg en vergroot die mogelijk zelfs: beperkte samenwerking op terugkeer door bepaalde herkomstlanden, onveilige situaties in landen van herkomst en problemen op het gebied van re-integratie na terugkeer.

    Migratie brengt mooie dingen, verrijkt onze samenleving én plaatst haar ook voor uitdagingen. Daardoor is migratiebeleid een evenwichtsoefening, een complexe weging van waarden en belangen. Het is de taak van de politiek om daarop te blijven wijzen in plaats van te bezwijken voor simplistische populistische symboliek. Het is nu aan de Eerste Kamer om zich uit te spreken over de nieuwe asielwetten, inclusief het door de Tweede Kamer aangenomen amendement dat onrechtmatig verblijf strafbaar stelt. Stop met het recyclen van bewezen ineffectieve en inhumane beleidsvoorstellen.

    – – –

    www.trouw.nl/opinie/opinie-illegalen-straffen-we-weten-al-dat-het-niet-werkt

    = = =

  • 09 aug

    Wat te doen bij moedeloosheid?

    Elise Kant, directeur van de Haëlla Stichting, deelde tijdens het Diaconaal Pinkstercafé op 10 juni jl. in de Maarten Lutherkerk in A’dam de volgende tips, om hoop te koesteren:

    Wat te doen bij moedeloosheid?
    Waar haal jij je hoop vandaan en wat moeten we doen om de hoop vast te houden? Die vraag krijg ik steeds vaker en het lijkt met de week prangender te worden.

    Er is geen standaard antwoord. Maar er zijn wel dingen waarvan ik geleerd heb dat ze helpen.

    1. Kijk naar wat er wél gebeurt. Al die mensen die gaan doen. Waar dan ook, hoe dan ook. Het zijn er echt zo ontzettend veel!

    2. Draag financieel bij aan initiatieven op plekken waar nu nood is. Nu is het moment. Geef aan de laatste clubs in Gaza, geef aan organisaties die menselijkheid proberen te bewaren in de hel langs de randen van Europa, steun het kleine buurt initiatief dat mensen helpt die door niemand worden gezien etc. En vertrouw ze.

    3. Verdrink niet in uitzoomen naar grote onoplosbare systemische problemen waarvan je het gevoel hebt dat je er niks aan kan doen. Kijk naar nu, nu kun je iets doen, heel klein of misschien toch groot. Het mag in kleine stappen. Dat is altijd meer dan niets.

    4. Laat je informeren. Ook als je het nieuws niet meer aan kunt zien. Al is het maar op één onderwerp dat het dichtst aan je hart ligt.

    5. Sluit je aan bij de mensen die al iets doen. Dat voelt veel minder alleen. Er zijn zoveel mensen die al begonnen zijn, overal zijn mensen nodig. Zelfs als je weinig tijd hebt, er is altijd wel iets dat je kunt doen.

    6. Teken petities, loop mee met demonstraties. En al verandert het niet morgen de toestand in de wereld, het verandert wel je moed en je hoop, je bent niet alleen en we laten mensen zien dat het ons wel degelijk kan schelen. Morele steun is soms nog belangrijker dan financiële.

    7. Zorg voor elkaar en voor jezelf. Deel je verdriet en frustratie en deel je hoop. Telkens weer. Je bent niet alleen, echt niet.

    = = =

  • 09 aug

    Zij hebben geen papieren. En straks ook geen hulp meer

    Illegaliteit – De Tweede Kamer wil dat hulp aan mensen zonder papieren strafbaar wordt. Wat betekent dat in de praktijk? NRC liep een dag mee met Susan (59) en Patrick (70). „Ik kan je met nul, nada, niks helpen. Snap je dat?’’

    door Andreas Kouwenhoven en Martin Kuiper – NRC, 18 juli 2025

    09.55 uur

    „Goedemorgen, uw legitimatie graag.” De vrouw achter de welkomstbalie van het UMC Utrecht kijkt strak naar haar computerscherm. Susan buigt voorover naar haar handtas op de rollator. Ze haalt er een paar brieven uit en stopt ze weer terug. De baliemedewerkster kijkt op. „Le-gi-ti-ma-tie.” Susan legt een brief met de ziekenhuisafspraak op de balie.

    Dit soort plekken vreest Susan het meest, zegt ze na afloop. Intakebalies van instanties waar ze haar naam moet geven. „Ik denk altijd dat mensen direct doorhebben dat ik geen papieren heb en dat ze dan de politie bellen.”

    De Tweede Kamer heeft begin deze maand een wet aangenomen die illegaliteit strafbaar moet maken. Het voorstel wordt na de zomer beoordeeld door de Eerste Kamer. Zowel de ongedocumenteerden zelf als de mensen die hen helpen, lopen het risico strafrechtelijk vervolgd te worden. Wie zijn de ongedocumenteerde mensen die door deze nieuwe wet ‘crimineel’ zouden worden? Hoe ziet hun leven eruit en wat verandert er?

    NRC liep een dag lang mee met Susan (59) uit Ghana en Patrick (70) uit Algerije. Hun volledige namen zijn bekend bij de redactie. Beiden leven al tientallen jaren zonder papieren in Nederland. Waar voor Susan deze woensdag begint met een ziekenhuisafspraak in Utrecht, wacht Patrick ’s ochtends een bezoek aan zijn nieuwe advocaat.

    11.00 uur

    „Ik heb slecht geslapen”, zegt Patrick als hij op witte sneakers komt aanlopen. Hoewel dit zijn vierde advocaat is, oogt hij gespannen. Hij heeft een versleten Albert Heijn-tasje met papieren mee.

    Het advocatenkantoor huist aan een Amsterdamse gracht, schuin boven een inloophuis voor daklozen. Patrick is in 1984 vanuit Algerije naar Nederland gekomen. In die veertig jaar heeft hij nooit een verblijfsvergunning kunnen bemachtigen. Nu hij zeventig is, wil hij een nieuwe poging doen.

    Advocaat Annechien de Vries is not amused. Patrick is vergeten zijn dossier naar haar te mailen. „Nu heb ik me niet kunnen inlezen.”

    Patrick: „Het is druk in m’n hoofd. Heel erg druk.”

    De Vries: „Ik heb het ook heel erg druk. Dan moet u me het verhaal maar vertellen. Op welke gronden heeft u tot nu toe geprobeerd een verblijf te krijgen?”

    Patrick overhandigt haar een plastic mapje.

    De advocaat bladert een paar tellen door zijn papieren, maar het dossier is incompleet. Slechts een fractie van Patricks geschiedenis zit in het mapje. Beslissingen van de IND ontbreken, net als uitspraken van de rechtbank. De Vries: „Je moet info geven waar ik iets mee kan. Ik kan niet toveren. Hoe kan ik je anders helpen?”

    Patrick wil een zaak starten bij het Europees Hof, zegt hij, dat is hem aangeraden door zijn vorige advocaat. „Ik ben zeventig. Ik heb droge ogen. Suikerziekte. En polyneuropathie [een zenuwziekte die de spieren aantast]. Mijn lichaam doet overal pijn.”

    De Vries: „Ben je hiervoor in behandeling?”

    Patrick: „Ik krijg medicijnen.”

    De Vries: „Via artikel 64 kun je aanspraak maken op uitstel van vertrek, om medische redenen. Maar dan moet je heel ziek zijn. Droge ogen is niks. Ik heb ook eczeem op mijn vingers. Als je kunt bewijzen dat je dood neervalt als je geen behandeling krijgt, maak je een kans.”

    De Vries kijkt naar de klok. „Probeer een medisch dossier op te bouwen, en kom dan weer terug.” Ze wijst hem op maatschappelijk werkers in Amsterdam die hem daarbij kunnen helpen. „Ik kan je nu met nul, nada, niks helpen. Snap je dat?”

    Patrick stopt zijn papieren zwijgend terug in zijn plastic tas. „Bent u boos op mij?”

    De Vries: „Nee, ik ben niet boos op je. Ik heb heel veel cliënten, ik moet streng zijn. Succes, jongen.”

    Patrick loopt stilletjes de trap af. Als hij weer op straat staat: „De koffie was goed he? Niet te sterk.”

    13.00 uur

    In het UMC Utrecht zijn de longen van Susan inmiddels nagekeken. Omdat ze bijna niet kan lopen, haalt een kennis haar op bij het ziekenhuis. De vervoerskosten worden betaald door het Wereldhuis van de protestantse kerken van Amsterdam. Een vorm van hulp die in het wetsvoorstel zou worden verboden. Maar Susan is volledig afhankelijk van steun van kerken, bekenden of maatschappelijke organisaties. Haar huur (350 euro) wordt deels bekostigd door een Ghanese kerk uit de buurt, van het Wereldhuis krijgt ze supermarktvouchers voor 21 euro per week. Verder zijn er nog Ghanese vrienden en kennissen die haar regelmatig geld toestoppen, haar kleding wassen, en soms voor haar koken.

    Susan huurt een slaapkamer in het appartement van een Ghanese, die ze via via kent. De slaapkamer staat tjokvol: een eenpersoonsbed, een houten tafel en een grote witte zuurstoftank zijn ingesloten door dozen en tassen. Er zijn strenge huisregels: Susan moet de flat schoonmaken, mag niet op de bank in de woonkamer zitten en bezoek is niet welkom.

    Maar ze is allang blij met een bed. In Ghana groeide ze grotendeels zonder ouders op. Een man die haar „zielig vond” heeft haar vijfentwintig jaar geleden meegenomen naar Nederland. Samen hebben ze bij andere Ghanezen ingewoond. Soms was er geen matras, zegt Susan: „Dan sliep ik op een stoel aan de eettafel.”

    Ruim tien jaar geleden heeft hij haar verlaten. „Hij zei: we zijn niet getrouwd, ik ben je niets verplicht.” Susan is sindsdien zeven keer verhuisd, ze heeft bijna altijd bij Ghanezen in Amsterdam Zuidoost ingewoond.

    Aanvankelijk betaalde ze de huur uit eigen inkomsten: ze maakte jarenlang kantoren schoon in Amsterdam. Ze ‘leende’ de werkvergunning van iemand anders om zo ‘legaal’ te kunnen werken. Het loon werd op de bankrekening van degene met de werkvergunning gestort, die voor deze dienst een percentage rekende. De tussenpersoon hield een derde voor zichzelf. „Ik had weinig keus, anders kon ik niet eten.”

    Aan het schoonmaakwerk kwam abrupt een einde toen ze tijdens een dienst struikelde over het snoer van de stofzuiger en van de trap viel. Sindsdien loopt ze met een rollator.

    14.11 uur

    Glimlachend loopt Patrick een Marokkaans eethuis binnen. „As-salamu alaykum, alles goed?” Hij gaat aan een tafeltje zitten en groet een man. „Hij heeft ook geen papieren”, fluistert Patrick.

    Achter een bord dampende linzensoep vertelt Patrick dat hij naar Nederland is gekomen omdat er ruzie was in de familie. Zijn beide ouders zijn inmiddels overleden. Op een van zijn eerste dagen in Nederland bedacht hij een nieuwe naam voor zichzelf, voor als de politie hem aanhield – het werd Patrick Poitier. „P.P.”, zegt Patrick. „Dat klinkt goed en is makkelijk te onthouden.” Overal stelt hij zich voor als Patrick.

    Inmiddels werkt hij niet meer, maar Patrick heeft verschillende ‘zwarte’ baantjes gehad. In een coffeeshop, in de garderobe van een dancing. Tegenwoordig komt hij rond van de 62 euro leefgeld die hij wekelijks krijgt van de gemeente. Zijn kamer krijgt hij van HVO-Querido, een opvangorganisatie voor dak- en thuislozen. Daar zit hij in de bewonerscommissie als onderdeel van zijn dagbesteding.

    Na de linzensoep neemt hij de metro naar de opvanglocatie. Er staat een bijeenkomst over de strafbaarstelling van illegaliteit op het programma. In de lichte ‘huiskamer’ staat een pooltafel en hangen lp’s aan de muur. Patrick neemt plaats op de bank met nog vijftien andere ongedocumenteerde mensen.

    De projectleider ongedocumenteerden van de gemeente Amsterdam neemt het woord. „We zijn heel erg geschrokken van de aangenomen asielwet en de strafbaarstelling van ongedocumenteerden”, zegt de ambtenaar, die benadrukt dat Amsterdam het hier „niet mee eens is”. „Iedereen heeft recht op een bed, bad en brood”, zegt ze.

    Een vraag uit de zaal. „Wat als je geen ID-kaart hebt en je wordt door de politie aangehouden?”

    De ambtenaar: „We zijn nu met de politie hierover in gesprek. We willen afspreken dat ze ongedocumenteerden niet in detentie zetten.”

    Patrick: „De politie mag je ook niet zomaar op straat stoppen en om je ID vragen.”

    „Moeten alle ongedocumenteerden terug naar hun thuisland?”, vraagt een lange magere man.

    Ambtenaar: „Dat wil de overheid, maar wij als gemeente Amsterdam niet. Sommige mensen hebben helemaal geen huis in hun thuisland. Die hebben niks.”

    Een vrouw op de bank: „Ik wil graag met vriendinnen een dagje naar Duitsland of België. Kan dat?”

    Patrick: „Ik heb gehoord dat mensen dan wel eens worden opgepakt.” Het is beter om niet te reizen, zegt de ambtenaar.

    „En wat kun je zeggen tegen verklikkers? Mensen die zeggen: ik weet dat je illegaal bent, ik ga je verklikken”, vraagt een andere vrouw.

    De ambtenaar: „Tegen die mensen kun je zeggen dat de wet nog niet is aangenomen door de Eerste Kamer. We werken aan een informatieve flyer hierover.”

    Stilte in de zaal. Tijd voor de koffiepauze.

    19.00 uur

    Langzaam manoeuvreert Susan haar rollator langs laagbouwflats en rijtjeshuizen in Amsterdam Zuidoost. Na vijf minuten stopt ze en gaat op een muurtje zitten. Het zweet staat op haar voorhoofd.

    Aan het eind van de middag moet Susan haar medicijnen nog ophalen, thuis mag ze geen post ontvangen van de huisbaas. Daarom laat ze haar medicijnen bezorgen bij een vriendin uit de buurt, een 74-jarige vrouw die een pakketpunt aan huis runt met haar dochter.

    De deur gaat open. „Hey momma! How are you?” Een grote plastic tas met pakketjes verspert de doorgang in de gang. De dochter klapt de rollator in. Susan schuifelt de keuken in, waar een man een gezouten varkenspoot bereidt. Overal staan plastic tassen met daarin postpakketjes. In de vensterbank liggen pakjes uitgestald.

    De dochter geeft Susan een tas met medicijnen. „Hier kan ik drie maanden mee vooruit”, zegt Susan. Er staat een klant voor de deur. De dochter vist een pakketje uit de grote zak.

    „Ze heeft weer een vriend”, zegt de vrouw tegen Susan en wijst naar haar dochter. „Hij woont in Ghana, maar in oktober komt hij hier naartoe. Hij is nog nooit in Amsterdam geweest”, zegt de dochter. „Ik voel me net een twintigjarige, zo verliefd.”

    En Susan en de liefde? Ze kijkt naar de grond en dan omhoog, alsof ze haar eigen lichaam bekijkt. „Wie wil er een zieke vrouw?” De vriendin schudt haar hoofd, dan streng: „Dat moet je niet zeggen. Als God het wil.”

    De bel gaat: twee kleuters huppelen de keuken binnen. „Come here, I missed you!” De kinderen knuffelen Susan. De 74-jarige vrouw geeft orders tijdens het koken: „Water, meer pepers, ui. Nu, mixen!”

    „Ze is als een moeder voor me”, zegt Susan op weg terug naar huis. „Ze doet soms mijn was en brengt vaak eten.”

    Iets voor middernacht zet Susan haar zuurstofmasker op en gaat ze naar bed. Ze heeft het masker nodig vanwege benauwdheidsklachten. Terug naar Ghana wil Susan niet, óók niet als illegaliteit in Nederland strafbaar wordt. Ze pakt een tas vol medicijnen uit haar slaapkamerkast. „Die kan ik hier krijgen.” Net als de grote witte zuurstoftank. „In Afrika zijn geen medicijnen voor mij, daar zou ik doodgaan.”

    Aantal onbekend

    Omdat ongedocumenteerde mensen nergens staan geregistreerd, is onbekend hoeveel er in Nederland wonen. Onderzoeksinstituut WODC schatte in 2018 dat er tussen de 23.000 en 58.000 mensen onrechtmatig in Nederland verbleven. Zo’n 15.000 van hen zouden in Amsterdam wonen.

    De meeste ongedocumenteerden weten via hun eigen netwerk een onderkomen en werk te vinden, waardoor ze in de anonimiteit zonder papieren een leven kunnen leiden. Een kleiner deel is niet zelfredzaam, bijvoorbeeld door gezondheidsproblemen, en doet een beroep op opvangvoorzieningen van de overheid.

    Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 19 juli 2025.

    – – –

    www.nrc.nl/nieuws/2025/07/18/zij-hebben-geen-papieren-en-straks-ook-geen-hulp-meer

    = = =

  • 09 aug

    Onrust bij Braziliaanse ongedocumenteerden door naderende asielwet: ‘Kan ik straks nog naar de supermarkt?’

    De nieuwe asielwet, die mogelijk illegaliteit strafbaar gaat stellen en hulp aan mensen zonder verblijfspapieren ook, zorgt voor grote onrust in de Braziliaanse gemeenschap van ongedocumenteerden in Amsterdam. ‘Kan ik straks nog wel naar de kerk of de supermarkt, of mijn kinderen naar school brengen?’

    door Hans van der Beek – Parool, 7 juli 2025

    Er zijn schalen met fruit en cake en de barbecue is deze zaterdagochtend om 10.30 uur al aangestoken. Enkele tientallen ongedocumenteerde kinderen komen in basisschool Veerkracht in Nieuw-West bij elkaar voor het eindfeest van Giving Back Projects (GBP), maar heel veel te vieren is er ook weer niet.

    “Zeker niet, het is een gekkenhuis,” zegt een Braziliaanse moeder (40), die al vijf jaar zonder documenten in Amsterdam leeft en vrijwilliger is bij GBP. “We krijgen voortdurend belletjes, vooral van moeders, die onzeker zijn of dit project na de zomer nog wel doorgaat. En of ze hun kind maar beter niet meer naar een plek kunnen brengen waar ze heel zichtbaar zijn.”

    Zorgen

    Giving Back Projects helpt mensen in Amsterdam zonder verblijfsvergunning. Zo wordt op basisschool Veerkracht in Slotermeer elke zaterdag en woensdagmiddag extra Nederlandse les gegeven aan ongedocumenteerde kinderen. Dat zijn er in totaal 120, de overgrote meerderheid komt uit Brazilië.

    “Veel families maken zich ook zorgen of de vrijwilligers in de problemen komen als hulp aan ongedocumenteerden strafbaar wordt. Ik heb een diepe wens dat die asielwet niet doorgaat, maar in het huidige politieke klimaat is dat moeilijk te voorspellen.”

    In Brazilië was de 40-jarige accountant. “De reden om naar Nederland te komen was niet financieel, maar vanwege het geweld. De stad waar ik woonde was onveilig. We zijn hier naartoe gekomen omdat we hoorden dat Amsterdam een veilige stad is, en dat is ook zo.”

    In Amsterdam doet ze schoonmaakwerk. “Sommig werk kan ik niet doen, maar verder leid ik een normaal leven. Mensen vragen nooit aan me of ik wel de juiste documenten heb. Ik kom alleen maar hele behulpzame en aardige mensen tegen. Daarom is het contrast ook zo groot met de politici die je ziet.”

    Afgelopen week werd de asielnoodmaatregelenwet aangenomen in de Tweede Kamer. Hoewel onzeker is of de wet van kracht wordt – in de Eerste Kamer is een meerderheid ver uit zicht – baart die de aanwezigen in de Veerkracht grote zorgen. “De onzekerheid wordt steeds intenser. Deze wetgeving leidt tot de vrees dat we andere landen achterna gaan. Gaat de politie straks op straat op documenten controleren? En word je dan meteen uitgezet? Daar is iedereen bang voor. Kijk maar naar wat de laatste maanden in Amerika gebeurt. Dat voelt als een jacht.”

    ‘Kan ik nog wel naar de supermarkt?’

    Collega-vrijwilliger Sandra Rodrigues (48) beaamt die vrees in de Braziliaanse gemeenschap. “We krijgen voortdurend vragen als: kan ik nog wel naar de kerk, of naar de supermarkt? Kan ik mijn kinderen nog wel naar school brengen? Kan ik van de zomervakantie genieten, of moet ik mezelf opsluiten?”

    Rodrigues zelf hoeft zich geen zorgen te maken. Zij is in Brazilië getrouwd met een Nederlandse man, dus zij is hier legaal. Naast vrijwilligerswerk bij GBP, geeft ze les op een basisschool. “Veel mensen hebben Brazilië verlaten vanwege het geweld. Hier in Amsterdam kun je normaal rondlopen met een telefoon in je broekzak. In Brazilië word je vermoord voor een portemonnee of een paar sneakers.”

    Geweld in Brazilië is volgens haar ‘genormaliseerd’. Rodrigues: “Ik heb een neef van zeventien, van hem zijn al vijf telefoons gestolen. Elke keer kreeg hij een pistool tegen zijn hoofd. ‘Het is normaal,’ zegt hij. Hoe kan ik mijn dochter daar laten opgroeien? Het lijkt wel een burgeroorlog.”

    Volgens Rodrigues is de Braziliaanse gemeenschap erg hecht. “Onze gemeenschap uit de hele wereld komt veel samen in FB-groepen, ook om Portugees te praten. Zo lezen we verhalen uit de Verenigde Staten. Van mensen die al twintig jaar in Amerika wonen en een eigen huis hebben, en nu opeens worden opgepakt, gevangen gezet en gedwongen worden om terug te keren naar Brazilië. Zelfs mensen mét een visum die teruggingen naar Brazilië voor familiebezoek, mogen Amerika niet meer binnen.”

    Zulke verhalen leiden tot angst en onzekerheid onder Braziliaanse ongedocumenteerden in Amsterdam. “Mensen vragen zich af: als ze me straks tegenhouden op straat, hoe lang moet ik dan naar de gevangenis? Of sturen ze me dan meteen naar het vliegveld? Dat komt vooral door wat nu in de VS gebeurt.”

    Is ze bang dat de situatie Nederland net zo wordt als in de Amerika? “Als je me die vraag drie jaar geleden had gesteld, had ik gezegd: no way. Maar nu? Het is niet dat ik alle hoop ben verloren, maar dat beeld wordt toch steeds realistischer.”

    Ze verwijst naar de participatieverklaring, die nieuwkomers in Nederland moeten ondertekenen voor hun inburgeringstraject, met daarin de rechten en plichten van burgers en de fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving. Rodrigues: “Daarin staan woorden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Het breekt mijn hart als ik eraan denk dat hulp aan ongedocumenteerden een misdrijf wordt. Hoe is het zover gekomen dat solidariteit iets is waarvoor je kan worden gestraft?”

    – – –

    www.parool.nl/amsterdam/onrust-bij-braziliaanse-ongedocumenteerden-door-naderende-asielwet

    = = =

  • 09 aug

    ‘Als straks het helpen van ongedocumenteerde migranten strafbaar is, zal ik de eerste zijn die de wet overtreedt’

    Vanuit een dagopvang voor ongedocumenteerden in Amsterdam, helpt Pablo Eppelin Ugarte dagelijks mensen aan onder meer voedsel en kleding. Dat dit mogelijk strafbaar wordt is onmenselijk, schrijft hij in deze ingezonden brief, maar zal hem er niet van weerhouden om het te blijven doen.

    door Pablo Eppelin Ugarte – coördinator Wereldhuis – Parool, 11 juli 2025

    In de jaren dat ik werk als hulpverlener voor migranten zonder papieren in het Wereldhuis – een dagopvang voor ongedocumenteerden in Amsterdam – heb ik veel meegemaakt. Wij zien iedere dag mensen binnenkomen die dagenlang geen warme maaltijd hebben gehad: een jongeman op sandalen midden in de winter met bevroren voeten, een moeder die vraagt om een pak melkpoeder voor haar baby, een lhbt’er uit Oeganda die op straat slaapt en in het Vondelpark in elkaar is geslagen, een vrouw uit Guinee die is ontsnapt uit een huis waar ze twee weken lang seksueel is misbruikt. En zo zou ik honderden schrijnende verhalen kunnen vertellen over de mensen die de afgelopen acht jaar binnenkwamen in het Wereldhuis.

    Hulp betekent in ons werk onder andere: het beschikbaar stellen van eten, drinken, kleding, schoenen, slaapspullen, een toilet en een wasmachine om je vieze kleren te wassen. We bieden hulp en een plek aan mensen die in Nederland niet mogen blijven, maar vaak ook niet terug kunnen naar hun land van herkomst. Mensen met weinig of geen rechten, en daardoor geen toegang tot basisvoorzieningen. Wij bieden hen een plek en een klein beetje menswaardigheid.

    In de gevangenis

    Vorige week donderdag hebben onze landelijke politici in de Tweede Kamer besloten dat het verblijf van ongedocumenteerde mensen in Nederland onrechtmatig is, en dat zij gecriminaliseerd worden. Ook mensen zoals ik, die hulp verlenen aan deze doelgroep, worden mogelijk strafbaar.

    Wat ik doe – samen met vele andere hulpverleners in het land – is er voor zorgen dat de menselijkheid in ons land blijft bestaan. Het strafbaar stellen daarvan gaat in tegen alle principes van mensenrechten.

    Als straks het helpen en ondersteunen van ongedocumenteerde migranten strafbaar is, zal ik de eerste zijn die de wet overtreedt. Laat de overheid mij dan maar straffen. Of, zoals een bezoeker van het Wereldhuis onlangs zei: “Maybe our next counseling appointment will be in prison.”

    – – –

    www.parool.nl/columns-opinie/opinie-als-straks-het-helpen-van-ongedocumenteerde-migranten-strafbaar-is-zal-ik-de-eerste-zijn-die-de-wet-overtreedt

    = = =

  • 09 aug

    Amsterdam roept Eerste Kamer op strafbaarstelling illegaliteit tegen te houden: ‘Onverantwoord en gevaarlijk’

    Vier grote steden, waaronder Amsterdam, roepen de Eerste Kamer op een streep te zetten door het strafbaar stellen van hulp aan ongedocumenteerden. ‘Barmhartigheid wordt bestraft’, schrijven ze in een gezamenlijke brief.

    door David Hielkema – Parool 9 juli 2025

    De vier grootste steden die opvang en begeleiding bieden aan ongedocumenteerden – Amsterdam, Groningen, Utrecht en Eindhoven – roepen de Eerste Kamer op de strafbaarstelling van illegaal verblijf en hulp aan ongedocumenteerden tegen te houden. In een gezamenlijke brief stellen zij dat het wetsvoorstel in strijd is met mensenrechtenverdragen en gevaarlijk is voor kwetsbare groepen.

    ‘Dit voorstel is een klap in het gezicht van iedereen die zich inzet voor kwetsbaren,’ schrijven de gemeenten, waarvan wethouder Rutger Groot Wassink namens Amsterdam de brief ondertekent. ‘Het ontmoedigt compassie en criminaliseert zorg. Barmhartigheid wordt bestraft.’

    Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om niet alleen mensen zonder verblijfsvergunning strafrechtelijk aan te pakken, maar mogelijk ook inwoners, professionals of organisaties die hen hulp bieden – zoals voedsel, medische zorg of tijdelijke opvang. Volgens de vier steden betekent dat niet alleen het einde van perspectief voor deze groep, maar ook het begin van ‘een leven in permanente angst’.

    Toename van uitbuiting

    De gemeenten stellen dat het ontzeggen van hulp aan mensen, waaronder voedsel en onderdak, indruist tegen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ook stellen ze dat de wet juridisch niet goed onderbouwd is. ‘Het is schandalig dat een dergelijk verstrekkend amendement door de Kamer is aangenomen zonder dat hier deugdelijk over is geadviseerd.’

    De gemeenten vrezen ook dat mensen nog kwetsbaarder worden voor verschillende vormen van uitbuiting, omdat aangifte doen nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt. ‘Dit geldt ook voor burgers, vrijwilligers, professionals en gemeenten die juist hulp bieden vanwege medemenselijkheid.’

    De steden stellen dat dergelijke maatregelen in landen als Hongarije, Italië, Denemarken en Polen aantoonbaar ineffectief zijn en niet hebben geleid tot minder asielzoekers. ‘Desalniettemin voor deze afslag kiezen is ondoordacht, onverantwoord en ronduit gevaarlijk,’ schrijven ze.

    Uit onderzoek van onder meer het Europees Parlement blijkt inderdaad dat de strafbaarstelling van hulp in deze landen niet heeft geleid tot minder migratie, maar vooral het werk van hulporganisaties onder druk zet.

    Positieve effecten LVV

    De gemeenten onderstrepen in de brief ook dat zij de afgelopen jaren juist met succes hebben gewerkt aan een menswaardige aanpak. Via de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV), gestart in 2018 als opvolger van de bed-bad-broodregeling, kregen ongedocumenteerden opvang en begeleiding richting terugkeer of legalisatie.

    In Amsterdam kregen sinds de start van de regeling 1062 mensen opvang en begeleiding; 778 van hen zijn inmiddels uitgestroomd. Voor 35 procent is een ‘duurzame oplossing’ gevonden, zoals terugkeer, doormigratie of rechtmatig verblijf. In 80 procent van de zaken waarin via de opvang een nieuwe asielaanvraag werd voorbereid, verleende de IND een verblijfsvergunning.

    ‘We hebben met succes en resultaat gewerkt aan perspectief voor ongedocumenteerden, en rust en vertrouwen in de samenleving,’ schrijven de steden. ‘Maar nadat het Rijk eerder de financiering voor de LVV stopzette, wordt onze inzet nu verder ondermijnd.’

    Eerste Kamer lijkt het ook tegen te houden

    De wet maakt deel uit van een breder pakket aan maatregelen waarmee het demissionaire kabinet het ‘strengste asielbeleid ooit’ wil realiseren. Vorige week stemde de Tweede Kamer na veel discussie in met de wetten, maar NSC en SGP deden dat wel onder de voorwaarde dat er nog advies wordt gevraagd aan de Raad van State over de juridische houdbaarheid ervan.

    De Eerste Kamer behandelt het voorstel pas na de zomer. Meerdere partijen geven daar nu ook aan eerst advies te willen van de Raad van State over wat de strafbaarstelling in de praktijk betekent. Zonder aanpassing lijkt er geen meerderheid te zijn, zo bleek dinsdag al uit een rondgang van het AD.

    Volgens senatoren van onder meer SGP en CDA mag hulp aan ongedocumenteerden nooit strafbaar worden gesteld. Zo’n aanpassing moet eerst weer door de Tweede Kamer worden goedgekeurd voordat de Eerste Kamer erover debatteert. Het is niet helder of dat lukt.

    Gemeenten komen in verzet: Amsterdam dient motie in

    Ook politiek Amsterdam keert zich tegen de strafbaarstelling van illegaal verblijf. GroenLinks dient deze week met PvdA, D66, Partij voor de Dieren, Volt, Denk, De Vonk en Lijst-Kabamba een motie in waarin wordt uitgesproken dat Amsterdam zich maximaal moet verzetten tegen de nieuwe asielwet, zich onverminderd moet blijven inzetten voor mensen zonder verblijfstatus en de organisaties die hen ondersteunen, en samen met andere steden stevig moet lobbyen vóór medemenselijkheid en tégen deze wet.

    De indieners, die een meerderheid hebben, stellen dat barmhartigheid nooit strafbaar mag zijn. Ze waarschuwen ook dat de wet, net als het huidige politieke klimaat, angst zaait en haat voedt tegen een groep die nauwelijks nog bestaansrecht heeft in Nederland.

    Utrecht en Den Haag volgen deze week met een vergelijkbare motie. In Rotterdam wordt zondag 13 juli gedemonstreerd tegen het kabinetsbeleid, met steun van onder meer GroenLinks, PvdA en SP. In Wageningen gaf door de gemeenteraad ook al een statement af namens het hele stadsbestuur. Daarmee groeit het aantal steden dat zich tegen het Haagse beleid keert.

    – – –

    www.parool.nl/amsterdam/amsterdam-roept-eerste-kamer-op-strafbaarstelling-illegaliteit-tegen-te-houden

    = = =

  • 09 aug

    Reactie strafbaarstelling illegaliteit

    Protestantse Kerk Amsterdam & Protestantse Diaconie – juli 2025

    Recent heeft de Tweede Kamer wetgeving aangenomen waarin illegaliteit en hulp aan mensen die illegaal in Nederland verblijven strafbaar wordt gesteld.

    Dit raakt ons geloof, onze waarden en onze inzet voor mensen als protestantse kerk en diaconie in Amsterdam. In deze brief willen we de PKA daarom informeren over hoe we hierop reageren en wat dit van ons vraagt.

    In de eerste plaats sluiten we ons aan bij verschillende acties die erop gericht zijn om te zorgen dat deze wet niet wordt aangenomen door de Eerste Kamer. Het ‘Gelagkamer-overleg’ heeft vorige week tot actie opgeroepen, waar ook kerken aan hebben deelgenomen en we hebben de boodschap ‘Geen mens is illegaal’ ondertekend, die door het platform ‘Kracht van Mokum’ donderdag in het Parool zal worden gepubliceerd. Daarnaast werkt de diaconie nauw samen in de landelijke campagne ‘Medemenselijkheid is nooit strafbaar’ van Netwerk DAK. In het kader van deze campagnes zullen we, als het nodig is, ook communiceren naar de kerken en onze leden.

    Daarnaast gaan we gewoon koppig en moedig door met onze diaconale, pastorale en missionaire inzet voor mensen in onze stad, ongeacht hun verblijfstatus. Er is ook nog niets veranderd, aangezien de nieuwe wet eerst door de Eerste Kamer moet worden aangenomen. Bovendien willen we er juist zijn voor hen die geraakt worden door de onbarmhartige besluiten die hen bewust angstig en onzeker willen maken.

    In de derde plaats roepen we op tot gebed in onze gemeente. Gebed voor mensen zonder verblijfsstatus, en voor degenen die hen met moed en compassie bijstaan. Gebed dat God zich zal ontfermen over verdrukte en ontheemde mensen, en hen recht zal doen. Maar ook gebed om onderscheidingsvermogen: om de krachten te herkennen die in onze samenleving werkzaam zijn achter de blijvende onrust en de verharding van het asielbeleid. Het is te simpel om onze aandacht alleen op het politieke gebeuren in Den Haag te richten. We worden uitgedaagd om onze tijd te verstaan, zonder te vervallen in een zwart-wit schema van moreel goed en fout. Er zijn diepgaande sociale, culturele en geestelijke ontwrichtingen in onze wereld die door populisten worden aangevoeld en misbruikt. Als kerk zijn we geroepen om biddend en luisterend naar de Schriften de krachten van deze tijd te verstaan en te duiden. Zo bidden we ook om woorden en daden die de crises van onze tijd op een waarachtige en barmhartige manier benoemen, en ons allen de weg van God wijzen.

    We staan open voor vragen, tips, kritiek en bemoediging om ons samen als kerk en met vele anderen in te zetten voor Gods barmhartigheid voor mensen.

    Dirk van den Hoven, directeur Diaconie

    Johan Visser, scriba Algemene kerkenraad

    – – –

    overgenomen uit: Over de brug (Nassaukerk) – aug/sept’25

    = = =

  • 28 mei

    Rechter fluit asielminister Faber terug

    van: Parool – 26 mei 2025

    De bed-bad-broodregeling moet in Amsterdam voor in ieder geval 28 ongedocumenteerde kwetsbare mensen blijven bestaan. Dat heeft de rechtbank maandag bepaald. Daarmee wordt asielminister Marjolein Faber (PVV) opnieuw teruggefloten.

    door Tom Dieleman

    Volgens de Haagse rechtbank – nevenzittingsplaats Amsterdam – lopen de 28 betrokkenen ‘een groot risico op een onmenselijke of vernederende behandeling’ als hun opvang vervalt. Bij deze groep van 28 ongedocumenteerden speelt ‘medische, fysieke en psychische problematiek én een gebrek aan zelfredzaamheid’, aldus de rechtbank. Hoewel ze al jarenlang in Nederland verblijven, hebben ze geen recht op een permanent verblijf.

    Asielminister Marjolein Faber besloot vorig jaar dat gemeenten geen geld meer krijgen voor de zogenoemde bed-bad-broodvoorzieningen – officieel de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) – omdat zij vindt dat het Rijk daar niet verantwoordelijk voor is. Uitgeprocedeerde asielzoekers zouden volgens haar terechtkunnen in de vrijheidsbeperkende locatie (VBL) in Ter Apel, mits zij meewerken aan terugkeer.

    Te kort door de bocht

    De rechtbank vindt dat standpunt te kort door de bocht. Faber heeft onvoldoende onderzocht of de VBL een passend alternatief is voor deze groep, aldus de bestuursrechter. Zo is niet duidelijk of er voldoende medische voorzieningen en opvangcapaciteit in Ter Apel beschikbaar zijn én of de toegang überhaupt kan worden gegarandeerd.

    Van de rechtbank moet Faber nu per persoon bekijken hoe het verder moet. In de tussentijd moeten de betrokkenen in de Amsterdamse opvang kunnen blijven en blijft het Rijk verantwoordelijk voor de financiering.

    De gemeente Amsterdam wil de opvangvoorzieningen behouden, maar onderzoekt nu welke gevolgen de nieuwe uitspraak heeft.

    “Dit kabinet en minister Faber dienen zich aan de wetten te houden en moeten gewoon zorgen voor humane opvang van kwetsbare mensen,” reageert de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink (Opvang). “Het is schandalig dat er wederom een uitspraak van de rechter aan te pas moet komen om de minister op haar verantwoordelijkheid te wijzen.”

    Eerdere uitspraak

    Het kabinet besloot vanaf dit jaar geen geld meer te geven aan gemeenten voor de bed-bad-broodregeling. De opvang wordt sinds 2019 verzorgd in vijf gemeenten: Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Utrecht en Eindhoven. In Amsterdam maken vijfhonderd mensen er gebruik van. De gemeente gaat door met de opvang, zonder de Haagse financiële steun.

    In december vorig jaar bepaalde de rechter al dat de regeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers voorlopig moest blijven bestaan in Amsterdam.

    – – –

    www.parool.nl/amsterdam/rechter-fluit-asielminister-terug

    = = =

  • 17 apr

    Brief voor Gemeenteraadsverkiezingen 2026

    Hieronder de brief zoals die in maart gestuurd is aan NSC, VVD, CDA, D66, CU, Denk, VOLT, GL-PvdA, SP, Partij voor de Dieren – mede namens de Raad van Kerken Amsterdam

    Aan: Programmacommissie van XXX

    Betreft: Gemeenteraadsverkiezingen 2026,

                Aandacht voor mensen zonder verblijfsvergunning.

    Geachte partijmedewerker,

    In vrijwel alle steden in Nederland wonen mensen zonder verblijfsvergunning (‘ongedocumenteerden’). Zij zijn onderdeel geworden van het sociale weefsel van de stad, net als alle andere inwoners: zij wonen en recreëren hier, werken of gaan naar school, zij doen inkopen en maken gebruik van het openbaar vervoer. Zij zijn echter niet geregistreerd en worden daarom gemakkelijk vergeten. Omdat ongedocumenteerden deel uitmaken van de inwoners van de stad is het belangrijk ook hen mee te nemen in het ontwikkelen van stedelijk beleid.

    Met deze brief vragen wij u, namens 22 NGO’s uit het hele land die zich voor deze groep inzetten, om in de programmavoorstellen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2026 aandacht te besteden aan de behoeften van mensen zonder verblijfsvergunning.

    Het gaat daarbij met name om:

    1. Onderdak en begeleiding, ook voor mensen zonder verblijfsvergunning

    Een fijnmazig sociaal vangnet maakt een stad prettig om in te wonen voor iedereen. Dakloosheid kan leiden tot gevoelens van onveiligheid bij burgers en tot risico’s voor de openbare orde. Dat geldt ook voor mensen zonder verblijfsvergunning.

    Voorkomen is beter dan genezen; het is moeilijk om vanuit dakloosheid de weg terug te vinden naar een gewoon leven. Daarom moet dakloosheid in alle gevallen vermeden worden. En als mensen om wat voor reden dan ook toch op straat belanden is het belangrijk dat zij zo snel mogelijk toegang hebben tot een alternatief onderdak.

    De ervaring leert dat een veilige en stabiele opvang van daklozen een voorwaarde is om te werken aan een definitieve oplossing. Dat lukt hen vaak niet alleen; begeleiding en goede informatievoorziening zijn daarom van het grootste belang. Door opvang en begeleiding te bieden blijven mensen in beeld bij de overheid en kunnen sneller oplossingen gerealiseerd worden.

    Een apart probleem vormt de kleine groep oudere ongedocumenteerden in grote steden. Zij hebben lang zelfstandig kunnen overleven, maar  naarmate zij ouder worden, hebben zij steeds meer moeite om in hun levensonderhoud te voorzien. Zij kunnen steeds minder terugvallen op hun eigen netwerk. Deze groep zou geholpen zijn met een voorziening waardoor zij rustig hun oude dag kunnen beleven.

    Concreet vragen wij:

    • voorkomen van opstraat-zettingen
    • toegang tot opvangvoorzieningen voor mensen zonder verblijfsvergunning, ook ouderen
    • een laagdrempelig aanbod van informatie en begeleiding over de toegang tot opvang en uitwegen uit irregulier verblijf

    2. Medisch noodzakelijke zorg voor kwetsbare groepen

    Laagdrempelige toegang tot kwalitatief goede zorg is belangrijk voor iedereen en met name voor kwetsbare mensen zonder verblijfsvergunning. Vroegtijdig ingrijpen kan voorkomen dat medische klachten ernstiger worden en daarmee extra hoge zorgkosten veroorzaken in de toekomst.

    Er bestaat een vergoedingsregeling voor artsen die medisch noodzakelijke zorg verlenen aan mensen zonder verblijfsvergunning. Deze regeling dekt echter niet alle noodzakelijke kosten, en staat bovendien onder druk.[1] Het is belangrijk dat de gemeente oog heeft voor de lacunes in deze regeling en waar nodig aanvullende financiering beschikbaar stelt om zorgverleners die zich willen inzetten voor mensen zonder verblijfsvergunning te ontlasten.

    Bovendien kan de gemeente bijdragen aan inspanningen om de diverse groepen mensen zonder verblijfsvergunning te informeren over hun recht op medisch noodzakelijke zorg.

    Concreet vragen wij:

    • faciliteren van een laagdrempelig zorgaanbod dat voor iedereen toegankelijk is
    • maatregelen voor het informeren van mensen zonder verblijfsvergunning over de toegankelijkheid van medische zorg

    3. Veiligheid in de stad voor iedereen

    Juist mensen zonder verblijfsvergunning lopen een groter risico om slachtoffer te worden van uitbuiting en misbruik. Voor een veilige stad is het belangrijk dat ook zij zich kunnen melden bij de politie als ze bedreigd worden of te maken krijgen met bijvoorbeeld fysiek geweld, mishandeling of chantage.

    Concreet vragen wij:

    • bij aangiften van mensen zonder verblijfsvergunning prioriteit te geven aan hun slachtofferschap en niet aan hun verblijfsstatus
    • informatievoorziening aan mensen zonder verblijfsvergunning over het recht op veilige aangifte

    4. Kansrijke start

    Het is van het grootste belang dat elk kind dat in Nederland wordt geboren een kloppende geboorteakte krijgt. Ambtenaren van de burgerlijke stand moeten daarom maximaal gebruikmaken van de mogelijkheden voor registratie.

    Kinderen hebben talenten voor hun eigen én onze toekomst. Om een kansrijke start te maken moeten alle kinderen al vroeg met andere kinderen leren spelen en samenleven. Voorschoolse opvang helpt kinderen zonder verblijfsvergunning ook om de taal goed te leren. Op die manier zijn kinderen ook in beeld en kunnen ouders, indien nodig, geholpen worden met de opvoeding.

    Naarmate kinderen ouder worden, is onderwijs belangrijk om talenten te ontdekken en te ontplooien. Na hun 18de is het voor jongeren zonder verblijfsvergunning moeilijker om verder te studeren. Steden kunnen, samen met onderwijsinstellingen, helpen om dit onderwijs tóch toegankelijk te maken, zoals voor de Dreamers (ongedocumenteerde jongeren die zijn opgegroeid in NL). Daarmee kunnen zij op langere termijn ook zelf weer een bijdrage leveren aan de samenleving.

    Tenslotte is het bij het ontwikkelen van stedelijk jeugdbeleid belangrijk om ook ongedocumenteerde kinderen mee te nemen; bijvoorbeeld door de toegang tot sport en het aanbod van leermiddelen voor hen te regelen.

    Concreet vragen we:

    • facilitering van de registratie van geboorten van kinderen van ongedocumenteerde ouders
    • aandacht voor toegankelijkheid van voorschoolse opvang en jeugdzorg voor kinderen zonder verblijfsvergunning
    • inclusief jeugdbeleid zodat dit ook ten goede komt aan jongeren zonder verblijfsvergunning
    • aanspreken van instellingen voor hoger onderwijs om dit ook voor ongedocumenteerde studenten open te stellen
    • informatie aan mensen zonder verblijfsvergunning over geboorteregistratie, vaccinaties en de mogelijkheden voor onderwijs en studie van hun kinderen

    Wij hopen dat u bovenstaande thema’s mee wilt nemen in uw programmavoorstellen voor de gemeenteraadsverkiezingen 2026. Indien u toelichting wenst op (een van) bovenstaande onderwerpen, staan wij u vanzelfsprekend graag te woord.

    Hoogachtend,

    Rian Ederveen, Stichting LOS, mede namens

    ASKV Amsterdam
    Stichting Human Rights Initiatives Amsterdam
    Wereldhuis Amsterdam
    Raad van Kerken Amsterdam
    Vrouwen tegen Uitzetting Amsterdam
    HVO Querido Amsterdam
    Stem in de Stad Haarlem
    Pauluskerk Rotterdam
    STEK den Haag
    Toevlucht Utrecht
    STIL Utrecht
    Diaconaal Platform Leeuwarden
    NOF Friesland
    Op t Stee Emmen
    De Wonne Almelo
    VidK Eindhoven
    GAST Nijmegen
    Wereldvrouwenhuis Nijmegen
    Vluchteling Onder Dak Wageningen
    INLIA Groningen
    VluchtelingenWerk Nederland


    [1] Kamerstukken II, 2024–2025, 36 600 XVI, nr. 161, 18.12.24

  • 08 apr

    Bootvluchteling is nu kapper in de Pijp

    van: Parool – 25 februari 2025

    Mohammad Lheman (23) overleefde een scheepsramp voor de Griekse kust en is nu kapper in De Pijp: ‘Klanten komen speciaal voor mij terug’

    Mohammad Lheman (23) overleefde in 2023 de bootramp voor de kust van het Griekse Pylos. Nu werkt hij in een barbershop in De Pijp en bouwt hij een leven op in Amsterdam. ‘Bij de eerste keer schaatsen op het Museumplein was ik meteen verkocht.’

    door Romy van Baarsen

    “Waar kom je vandaan?” vraagt Mohammad Lheman (23), terwijl hij met vaste hand het haar van een klant knipt. Zijn vingers bewegen moeiteloos, zijn blik blijft gefocust op de spiegel. De man in de stoel vertelt dat hij uit Engeland komt, maar nu bij het Vondelpark woont. “Wat leuk,” zegt Lheman met een glimlach. In barbershop Djam in De Pijp is het een komen en gaan van klanten. Sommigen groeten Lheman met een knikje, anderen maken direct een nieuwe afspraak. “Ik krijg steeds meer vaste klanten,” zegt hij trots. “Ze komen speciaal voor mij terug.”

    Achter zijn rustige houding en scherpe precisie schuilt een verleden dat maar weinigen in de zaak kennen. Lheman was een van de passagiers op de Adriana, de vissersboot met migranten die in juni 2023 zonk voor de Griekse kust bij Pylos. Vijf dagen lang dobberde het schip stuurloos rond, zonder voedsel of drinkwater. De Griekse kustwacht greep niet in, maar probeerde het schip richting Italië te slepen. “Ze gingen te snel,” herinnert Lheman zich. De Adriana kapseisde en zonk binnen enkele minuten. Meer dan zeshonderd mensen verdronken.

    De Griekse autoriteiten blijven tot op de dag van vandaag ontkennen dat er een sleepactie heeft plaatsgevonden. Maar op 3 februari bracht de Griekse ombudsman een rapport uit dat nieuw licht werpt op de zaak. Zes hoge officieren worden verantwoordelijk gehouden voor de ramp en kunnen, voor het eerst, juridisch worden vervolgd. “De passagiers waren mensen met families en dromen,” zegt Lheman. “Het is belangrijk dat er gerechtigheid komt.”

    Toen het nieuws van de Griekse ombudsman naar buiten kwam, was Lheman aan het werk. “Tussen het knippen door zag ik het in een story op Instagram bij Ahmed, een andere overlevende,” vertelt hij. Hij belde hem direct. Ahmed noemde het een stap vooruit, want ‘de rechtbank kan het rapport van de ombudsman niet zomaar negeren’. Ook andere overlevenden stuurden hem berichten met vragen: wat betekent dit? Zal dit echt iets veranderen?

    Pillen tegen zeeziekte

    Dat er na twintig maanden eindelijk beweging in de zaak zit, betekent veel voor Lheman. Hij ziet nog haarscherp voor zich hoe de Griekse kustwacht op het dek stond, koffiedrinkend, een sigaret in de hand, terwijl om hem heen mensen in paniek onder water verdwenen. In zijn woede heeft hij zich weleens afgevraagd wat hij zou doen als hij diezelfde kustwachters zou zien verdrinken. “Ik zou het niet kunnen aanzien en hen elke keer weer redden.”

    Ondanks die diepe emotie praatte hij er niet over in de barbershop. “Als een klant niet echt betrokken is, waarom zou ik hem dan belasten met zoiets zwaars?” Pas na een lange werkdag besprak Lheman het nieuws met zijn familie. “Ze begrepen eerst niet wat een ombudsman is,” zegt hij zacht. “Ze dachten dat het een definitieve uitspraak van de rechtbank was. Ik moest uitleggen: dit is nog maar het begin.”

    Lhemans herinneringen aan de dagen op zee laten hem niet los. Al op de eerste dag op de boot voelt hij zich beroerd. De pillen tegen zeeziekte bieden nauwelijks verlichting. “Ik wilde mensen helpen, maar mijn lichaam was uitgeput.” Twee dagen later dringt de dood zich aan hem op. Niet ver van hem ligt een lichaam, gewikkeld in een deken. Later die dag sterft een baby in het ruim. “Zijn oom gaf ons het lichaampje en zei: ‘Laat zijn moeder het niet zien. Zeg dat hij gelukkig is.’”

    Op de vijfde dag heeft Lheman alle hoop opgegeven. “Maar toen landde er een vogel op het hoofd van mijn vriend,” vertelt hij. “We wisten dat dat betekende dat land dichtbij moest zijn.” Kort daarna verschijnt een helikopter van de Griekse kustwacht. Even geloven de passagiers dat redding nabij is. Maar niet lang daarna maakt een patrouilleboot van de Griekse kustwacht een touw vast aan de Adriana. “We schreeuwden dat ze moesten stoppen, maar ze luisterden niet,” zegt Lheman.

    Na de schipbreuk dringt het verlies maar langzaam tot hem door. “In het begin kon ik het niet bevatten,” zegt hij. “We waren met zeshonderd, misschien zevenhonderd mensen. En nu? Nu zijn we nog met honderd. Waar zijn al die anderen gebleven?” Elke dag doemt er een nieuw gezicht op in zijn herinnering. “Je denkt aan iemand, beseft dat hij er niet meer is. Dat besef kwam in vlagen, elke dag opnieuw.”

    Weer op een schip

    Met een vals paspoort vloog Lheman naar Nederland. “Ik wist al dat ik hierheen wilde. Ik had gehoord dat mensen in Amsterdam vriendelijk waren.” De reis was zenuwslopend. Pas toen het vliegtuig op Eindhoven Airport landde, durfde Lheman weer te ademen. “Ik dacht: ik ben veilig. Het is voorbij.”

    De opluchting is van korte duur. Tot zijn verbazing wordt Lheman na aankomst in Nederland opnieuw op een schip ondergebracht. De gemeente Amsterdam huisvest een groot aantal asielzoekers op een cruiseschip, de Galaxy. Voor Lheman, die nog maar drie maanden eerder de ramp bij Pylos had overleefd, voelt het als wrange ironie. “Ik dacht: wéér een boot?”

    De nachten zijn zwaar. “Het water onder mij hield me wakker,” zegt hij. Zijn moeder is geschrokken als ze hoort waar hij verblijft. “Ik probeerde haar gerust te stellen, maar zelf wist ik niet of het veilig was.”

    Dan verandert er iets. Op een warme zomerdag neemt Hamza Alragheb, een vriend die hij op de Galaxy heeft ontmoet, hem mee naar het Marineterrein. Samen staan ze op de kade, starend naar het water. “De zon scheen op ons gezicht en we besloten te springen,” vertelt Lheman. Het koude water sluit zich om hem heen. Maar in plaats van angst voelt hij iets anders: vrijheid. “Ik deed dit vroeger elke zomer met vrienden. Nu deed ik het weer, op een andere plek, in een ander leven.”

    Lessen Nederlands

    Lheman noemt zichzelf herboren in Amsterdam. “In het begin was ik echt een baby, ik moest alles opnieuw leren.” Dat was niet altijd makkelijk. “In Syrië zat ik na werk altijd met vrienden. We merkten het meteen als iemand niet lekker in zijn vel zat. Hier is dat anders. Iedereen heeft zijn eigen leven, afspraken worden weken van tevoren gepland.”

    Toch wist hij een hechte gemeenschap op te bouwen. “Ik begon met het knippen van haar op het schip en leerde zo veel mensen kennen.” Ook sloot hij zich aan bij stichting Argan, waar hij lessen Nederlands volgt en een tweede familie vond. “Daar voelde ik voor het eerst dat Nederlandse mensen echt geïnteresseerd waren in mij. Niet alleen als vluchteling, maar ook als persoon.”

    Met zijn vrienden ontdekte Lheman een wereld aan hobby’s die in Syrië onbereikbaar waren. “Een tijdje geleden gingen we schaatsen op het Museumplein. Ik was meteen verkocht.” Daarnaast begon hij met duiklessen in het Sloterparkbad. “In Syrië kon ik geen duiklessen volgen,” vertelt hij. “Er was daar maar één school, en die was voor het nationale team. Alleen Syriërs mochten meedoen – als Palestijn had ik geen toegang.”

    Hoewel Lheman in Syrië is geboren, staat er ‘stateloos’ op zijn paspoort. Zijn grootvader kwam uit Palestina, waardoor hij nooit de volledige rechten van een staatsburger kreeg. In Nederland kreeg hij eindelijk de kans om zijn passie te volgen. Vanaf de eerste sprong van de springplank voelde hij zich als een vis in het water. “De coach dacht dat ik loog toen ik zei dat dit mijn eerste les was. ‘Je hebt talent,’ zei hij.”

    Marktplaatsmeubels

    Na de laatste klant gaat Lheman naar Alraghebs huis. Ze delen een bed en een kleine woonkamer. Het is beter dan het cruiseschip, maar ook hier is het een komen en gaan van vrienden die op de bank slapen terwijl ze wachten op een eigen huis. De muziek staat hard en er wordt thee gedronken met veel suiker.

    De afgelopen jaren kende Lheman geen vaste grond onder zijn voeten. Eerst de oorlog, daarna de vlucht, het kamp, het cruiseschip. Altijd een tijdelijke situatie, omringd door anderen. Maar daar komt binnenkort verandering in. Kort geleden ontving Lheman een e-mail van de gemeente: er is een woning voor hem beschikbaar in Amsterdam-Zuidoost. “Toen ik het las, brak ik in tranen uit,” zegt hij. “Het voelde alsof iemand eindelijk een enorme last van mijn schouders tilde. Alsof iemand tegen me zei: neem nu eindelijk rust.”

    Voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. Lheman wil een van de muren donkergroen verven en struint Marktplaats af naar meubels. Hij hoopt er te kunnen intrekken vóór de ramadan, die 28 februari begint. Wat dit voor hem betekent? Hij denkt even na en glimlacht. “Ik kan het niet uitleggen, het is gewoon… iets groots. Eindelijk een plek die écht van mij is. Een veilig thuis.”

    Dodelijkste ramp

    De ramp bij Pylos was de dodelijkste scheepsramp in de recente geschiedenis van de Middellandse Zee. Of er dit keer wél gerechtigheid komt, blijft onzeker. Het rapport van de Griekse ombudsman, dat zes hoge officieren verantwoordelijk houdt voor de ramp, ligt nu bij de Maritieme Rechtbank. Die moet beslissen of zij daadwerkelijk vervolgd zullen worden. Griekse advocaten vrezen dat dit nog jaren kan duren. Eerdere onderzoeken naar grensoperaties liepen vast op bureaucratie en politieke tegenwerking.

    – – – – –

    www.parool.nl/ps/mohammad-lheman-23-overleefde-een-scheepsramp-voor-de-griekse-kust-en-is-nu-kapper-in-de-pijp

    = = =

1 2 3 4 5 23