In het Rijksmuseum ontkom je niet aan de blik van B., een anonieme asielzoeker

Het portret van de anonieme asielzoeker B. krijgt voorgoed een plek in ‘de schatkamer’ van Nederland, het Rijksmuseum. Tinah Farifteh fotografeerde hem: ‘Zijn verhaal is onderdeel van onze geschiedenis, hoe wij met hem zijn omgegaan’.

Interview in Trouw – 13 november 2025

door Harmen van Dijk

In een halfduistere museumzaal kijkt hij de bezoekers ontwapenend aan: B., een anonieme asielzoeker. Alleen zijn bruine ogen zijn te zien op het enorme scherm dat een volledige wand vult. Je kunt niet ontkomen aan zijn blik en evenmin aan de woorden die hij spreekt: “Waarom zijn mensen bang voor mij?” Hij beschrijft hoe passagiers in de trein soms een paar plaatsen verderop gaan zitten. “Waarom? Dat vind ik heel erg moeilijk.”

Tina Farifteh (1982) kwam met B. in contact toen ze de jaarlijkse foto-opdracht kreeg van het Rijksmuseum, Document Nederland. “Zij bedachten het thema asiel”, zegt de Iraans-Nederlandse fotograaf, filmmaker en kunstenaar. “Ik moest goed nadenken of ik het ging doen, er is al zoveel over gezegd en geschreven, ik heb er zelf ook al projecten over gedaan. Wat kun je toevoegen? Dat is een belangrijke vraag om mee te starten.”

Ze begon haar ‘reis door asielland’ in het detentiecentrum van Schiphol. “Ik wist dat het bestond, maar ik wist niet dat er asielzoekers vast zitten die hier met het vliegtuig aankomen. Stel je voor: je bent net in Nederland, je hebt asiel aangevraagd, je wordt in een cel gestopt, je kent niemand, je krijgt geen bezoek, hooguit een advocaat en mensen van VluchtelingenWerk. Je kunt je opgeven om mensen daar te bezoeken en dat heb ik gedaan. B. ook. Zo kwamen we in contact. Die willekeur vind ik mooi, we hebben elkaar niet gekozen.”

Hoe gingen die gesprekken? “Ik heb vooral geluisterd. Wat antwoord je als iemand zegt: ‘Ik ben een goed mens, waarom zit ik in de gevangenis?’” Buiten de muren van het detentiecentrum, dat ook door Farifteh nadrukkelijk een gevangenis genoemd wordt, is het makkelijk wegkijken. “Maar als je in een kamertje zit en je moet elkaar in de ogen kijken, zit je met je mond vol tanden.”

Vier maanden cel

Dat is precies wat Farifteh wil bereiken met haar Document Nederland. Zolang je praat over getallen, groepen en nationaliteiten blijft de asieldiscussie abstract. Als je een mens persoonlijk leert kennen, kantelt het beeld. Het lastige is dat B. anoniem wil blijven, omdat hij bang is dat zijn uitspraken gevolgen kunnen hebben voor zijn asielprocedure. Farifteh heeft gezocht naar een vorm om hem toch uit die anonimiteit te halen, een gezicht en een stem te geven. “Ik wilde hem niet van achteren filmen, of veraf. Daarom heb ik gekozen voor de extreme close up van zijn ogen.”

Een effectieve oplossing. In de ogen van B. valt veel te lezen als hij vertelt over de vier maanden die hij in een cel op Schiphol doorbracht, zijn verhuizing naar aanmeldcentrum Ter Apel waar hij een kamer deelt en nooit privacy heeft. Als Farifteh, buiten beeld, tegen hem zegt dat asielzoekers in Nederland wel ‘gelukszoekers’ genoemd worden, vraagt hij met oprechte verbazing: “Iedereen wil toch gelukkig zijn? Wil jij niet gelukkig zijn?”

Fel reageert B. als het gaat over uitzettingen. “Deporteer mensen niet terug. Laat ze dan naar een ander land gaan”, zegt hij. Farifteh antwoordt dat het juist niet de bedoeling is dat je in een ander land asiel aanvraagt. B. valt even stil. Dan zucht hij diep, slikt een aantal keer hoorbaar en zegt zacht: “Oké. Ik begrijp het.”

Het vluchtverhaal van B. wordt niet verteld, zelfs niet waar hij vandaan komt. “Dat is voor zijn veiligheid, maar ik wil het er ook bewust niet in hebben”, zegt Farifteh. “Het gaat niet over hem, het gaat over ons. Hoe wij met mensen op de vlucht omgaan. Ik heb hem gevraagd wat hij heeft meegemaakt sinds hij hier is.”

Naast de video van B. heeft Farifteh foto’s gemaakt op de plaatsen waar hij verbleef: in het detentiecentrum en in Ter Apel. Kille, troosteloze plekken waarbij ze zich in een zaaltekst afvraagt: ‘Ik hoor politici, media en burgers regelmatig zeggen dat de opvang van asielzoekers nóg soberder moet. Ik vraag me af: hoe dan?’ “Toen ik wist dat B. een belangrijke verteller ging worden, wilde ik laten zien hoe zijn omgeving eruitziet.”

Daad van verzet

Ze nam B. mee naar het Rijksmuseum. “Om hem te laten zien waar zijn portret terecht zou komen. Hij keek zijn ogen uit. ‘Jullie zijn overal geweest en jullie hebben alles gepakt’, riep hij uit bij al de kunstwerken die de Nederlandse geschiedenis tonen. Toen deze tentoonstelling klaar was, is hij opnieuw komen kijken, naar zijn eigen portret en verhaal. Hij was heel erg geraakt en heel trots.”

Dit is alles wat Farifteh voor B. kan doen. “Ik kan hem helaas geen Burgerservicenummer geven. Dat wil hij graag, want hij wil werken omdat hij gek wordt van het niets doen. Ik kan er alleen voor zorgen dat hij in de collectie van het Rijksmuseum komt. Dat is mijn verzet als kunstenaar. Ik kan hem geen plek geven in dit land, maar ik kan wel zijn verhaal een plek geven. Ik vind het belangrijk dat het in de schatkamer van Nederland wordt vastgelegd. Zijn verhaal is onderdeel van onze geschiedenis, hoe wij met hem zijn omgegaan.” Farifteh noemt het ‘de naturalisatie van zijn portret’. “Over 25 jaar mag zijn identiteit bekend worden. Of eerder, als hij zich veilig voelt.”

Maakte het bij dit project uit dat ze zelf een migratieachtergrond heeft, staat ze daardoor empathischer of activistischer in deze discussie? Farifteh vindt dat een merkwaardige vraag. “Niemand is neutraal of objectief. We nemen allemaal onze achtergrond mee bij wat we doen, dat bepaalt mede onze positie. Maar die staat niet vast. Een gedeelde ervaring kan ervoor zorgen dat je je in een ander kunt verplaatsen. Maar dat hoeft niet. Yesilgöz (VVD-leider Dilan Yesilgöz, red.) heeft ook een vluchtelingenachtergrond, ze is net als ik een nareiziger. Maar we maken andere keuzes.”

Ze denkt even na en zegt dan: “Ik merkte tijdens dit project wel dat mijn positie steeds draaide. Toen ik bij het asielcomplex Ter Apel kwam, vroegen de mensen binnen: ‘Zit jij ook in het kamp?’ Toen besefte ik: aan de ene kant lijk ik op jullie, maar tegelijk ben ik ook medeverantwoordelijk voor deze situatie, als burger van dit land.”

Document Nederland is t/m 11 januari te zien in het Rijksmuseum Amsterdam.

Bron: www.trouw.nl/cultuur-media/in-het-rijksmuseum-ontkom-je-niet-aan-de-blik-van-b

= = =