Als het aan het kabinet ligt, krijgen mensen wier eerste asielaanvraag wordt afgewezen in de nabije toekomst geen opvang en begeleiding meer bij een nieuwe aanvraag. Ook al blijkt in tweede instantie vaak dat ze wel degelijk recht hebben op asiel.
door Fleur Damen [ Volkskrant 4 juni 2022 ]
‘Ik wil praten, ik wil praten!’ Rusteloos beweegt Naser (57) door de kale spreekkamer. Hij staat op, loopt heen en weer en gaat toch weer zitten. Ondertussen ratelt hij aan een stuk door. ‘Want to talk! Talk! Waarom steelt het leger in Egypte van de bevolking? Warum politics steal?’ Zijn koffie blijft onaangeroerd.
Naser – leren jack, kort golvend zwart haar – is een getraumatiseerde man. In 2014 ontvluchtte hij Egypte, omdat zijn kritiek op het corrupte regime hem in gevaar bracht. ‘Hij was zakenman en is ernstig gemarteld vanwege zijn politieke opvattingen’, zegt Alice Beldman (59), coördinator van de medische opvang voor ongedocumenteerden in Amsterdam-West. Sinds acht jaar is hij in Nederland, hoewel hij dat deze vrijdagochtend bij vlagen lijkt te vergeten.
Plotseling slaat hij zijn handen voor zijn ogen en steekt het puntje van zijn tong uit zijn mond. Hij zet twee grote stappen en zijgt neer tegen de zwarte opbergkasten vol dossiers die reiken tot aan het plafond. ‘I try sleep like this’, zegt hij, terwijl hij stijf rechtop zit. Hij vouwt zijn armen over elkaar, sluit zijn ogen, en praat in zijn onverstaanbaar snelle mengelmoes van Arabisch, Engels en Nederlands. ‘6 people! 4 meter, geen toilet. Ashamed.’ Even waant hij zich weer terug in de Egyptische cel.
Naser is een van de 850 ongedocumenteerde asielzoekers die op dit moment worden opgevangen als onderdeel van de pilot Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV). In het programma krijgt hij 24-uursopvang, wat leefgeld, en psychiatrische ondersteuning.
Ook wordt hij er geholpen bij de voorbereiding van een tweede asielaanvraag. Zijn eerste aanvraag in 2014 wees de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) af: Naser was zijn paspoort kwijtgeraakt en onderbrak de tolk voortdurend. Na de afwijzing moest hij het asielzoekerscentrum en het land verlaten, maar dat deed hij niet.
Na omzwervingen belandde hij uiteindelijk bij de opvang in Amsterdam-West. ‘We denken dat Naser, als we de benodigde documenten verkrijgen, kans maakt om alsnog een verblijfsvergunning te krijgen’, zegt Alice Beldman.
Maar als het aan het kabinet ligt, krijgen mensen als Naser in de nabije toekomst geen opvang en begeleiding meer bij een nieuwe aanvraag.
Het LVV-programma, dat in 2019 begon, is een samenwerking tussen onder meer het ministerie van Justitie en Veiligheid, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen, de IND en hulporganisaties. Gezamenlijk beoordelen ze of een uitgeprocedeerde asielzoeker terug kan keren naar het land van herkomst, of dat een hernieuwde asielaanvraag kans van slagen heeft. Dat is bijvoorbeeld mogelijk wanneer de asielzoeker bij de eerste aanvraag onvoldoende documenten bij zich had, of de situatie in het land van herkomst veranderd is. Of als de IND fouten heeft gemaakt.
De eerste ervaringen met het programma zijn positief, zeggen de deelnemende gemeenten. Het houdt mensen van de straat, waardoor overlast afneemt. Maar het kabinet-Rutte IV wil het LVV-programma drastisch inperken: de opvang en begeleiding worden in het vervolg uitsluitend beschikbaar voor mensen die van tevoren toezeggen terug te keren, beloofde het regeerakkoord. Asielzoekers wier asielaanvraag is afgewezen, moeten het land verlaten. ‘Dat is een prioriteit van dit kabinet’, laat een woordvoerder van het ministerie weten. Asielzoekers die dat niet doen, zetten het toch al vastgelopen systeem verder onder druk. Bovendien zou de opvang van asielzoekers zonder recht op verblijf een aanzuigende werking hebben.
Het plan leidt tot openlijk verzet van gemeenten. Ongedocumenteerden zullen zich niet meer melden bij de opvang, verwachten ze. Het gevolg: ‘lagere terugkeercijfers, meer mensen op straat, verstoring van de openbare orde en grotere gezondheidsrisico’s’, vreest de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks). ‘Dit plan is uiterst onwenselijk’, vindt de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de koepelorganisatie van alle gemeenten in Nederland. ‘Het is in de praktijk onhaalbaar en onrealistisch.’
De nadruk van het kabinet op terugkeer is begrijpelijk maar kortzichtig, vindt ook Elena Cavagni (36) van stichting VluchtelingenWerk, die uitgeprocedeerden begeleidt bij terugkeer. ‘Veel van deze mensen hebben alles opgegeven om hier te komen en zijn hier al jaren’, zegt Cavagni in de opvanglocatie voor kwetsbare vrouwen in een voormalig schoolgebouw in Amsterdam-Oost. ‘Wanner ik met ze praat, komt terugkeer vaak voor de eerste keer op tafel. Om daar serieus over na te kunnen denken, moeten ze eerst zeker weten dat een tweede asielaanvraag écht geen kans maakt.’
En dat is verre van vanzelfsprekend. Uit cijfers die de Volkskrant opvroeg bij de vijf gemeenten blijkt dat uitgeprocedeerde asielzoekers in het LVV-programma in tweede instantie vaak alsnóg recht hebben op verblijf. Van de 2.000 mensen die sinds 2019 in de opvang verbleven, deden 401 een tweede aanvraag voor een verblijfsvergunning. Daarvan werden er 154 goedgekeurd, werd een klein deel afgekeurd en wacht de rest nog op antwoord. In de gemeente Amsterdam wordt tot nu toe driekwart van de afgeronde tweede asielverzoeken gehonoreerd. [zie kader onder het artikel]
Dat gold ook voor de 41-jarige Harriet, In 2016 ontvluchtte ze Oeganda, waar ze gevaar liep omdat ze op vrouwen valt. De IND vond dat verhaal in eerste instantie niet geloofwaardig en wees haar aanvraag af, waarna ze geen opvang meer had in het asielzoekerscentrum en moest terugkeren naar haar moederland. ‘Maar teruggaan was nooit een optie’, zegt Harriet gedecideerd. ‘Voor mij zou dat hetzelfde zijn als hier sterven’, zegt ze. ‘Daar heb ik af en toe aan gedacht’, voegt ze zachtjes toe.
Ze belandde bij de vrouwenopvang in Amsterdam-Oost. Terwijl ze daar onderdak had, kreeg ze hulp bij het opvragen van de benodigde Oegandese documenten die haar nieuwe asielverhaal moesten ondersteunen. Die aanvraag slaagde onlangs alsnog, vertelt ze opgetogen. ‘Ik weet nog niet precies waarom nu wel. Misschien gaf ik in het eerste interview niet goed antwoord. Ik was bang en vertrouwde niemand.’
Dat asielzoekers soms worden afgewezen en later toch een verblijfsvergunning krijgen, is deels onvermijdelijk. Cultuurverschillen, trauma’s, en het ontbreken van documenten bemoeilijken het beoordelen van asielaanvragen. Maar het hoge aantal correcties in tweede instantie is ook te wijten aan slordigheid bij de IND. De dienst worstelt met chronische achterstanden. De beperkte mankracht leidt tot fouten in de afhandeling van asielaanvragen, concludeerde de inspectiedienst vorige maand nog.
Ook daarom is het cruciaal dat de opvang niet wordt beperkt tot ongedocumenteerden die beloven terug te keren, vinden gemeenten en hulporganisaties. Maar het kabinet ziet dat anders. Veel deelnemers aan het opvangprogramma hebben bij eerdere procedures het oordeel gekregen dat ze niet in Nederland mogen blijven, zegt een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid. ‘Daarom is het passend om vertrek als uitgangspunt te nemen.’
Harriet is dankbaar dat ze, na jaren wachten, toch een leven in Nederland kan gaan opbouwen dankzij haar succesvolle tweede procedure. ‘Dit programma gaf me de kans om terug te vechten tegen de IND’, zegt ze. ‘Alleen was me dat nooit gelukt.’
Ze hoopt een schoonmaakbedrijf te beginnen, maar moet nog even geduld hebben: door het woningtekort is er voorlopig geen zicht op een vertrek uit het asielzoekerscentrum, waar ze sinds haar tweede aanvraag verblijft. ‘Alles hier duurt lang’, zegt ze, en ze lacht. Dan, serieus: ‘Soms wil ik mijn beklag doen. Ze hebben mijn leven zo lang stilgezet.’
De gemeente Amsterdam heeft al aangekondigd niet te zullen meewerken met de plannen van het kabinet. De stad vreest een terugkeer naar de situatie van voor 2019, toen ongedocumenteerden door de binnenstad zwierven in afwachting van een schaars stapelbed voor één of een paar nachten in de gemeentelijke ‘bed-bad’broodlocaties’. ’s Ochtends vroeg moesten de ongedocumenteerden vertrekken, aan het eind van de dag mochten ze terugkomen in de hoop een bed te bemachtigen.
Het leidde tot overlast op straat en onrust in de stad: een groep ongedocumenteerden onder de noemer ‘We Are Here’ kraakte alleen in 2018 al 39 Amsterdamse panden. Sinds het begin van de opvangpilot gebeurde dat nog maar één keer, benadrukt wethouder Groot Wassink. Als de opvang alleen voor terugkeerders beschikbaar wordt, belanden honderden mensen op straat, verwacht hij.
Die vrees is niet onterecht, blijkt uit de tussentijdse evaluatie in opdracht van het ministerie. ‘Ons onderzoek laat zien dat als je strikt stuurt op de uitstroom, de terugkeer van deelnemers naar het land van herkomst wellicht iets hoger ligt’, vertelt Marjan de Gruijter (Verwey-Jonker Instituut), die meeschreef aan de evaluatie. ‘Maar het aantal mensen dat op straat in de illegaliteit belandt ook.’ Uit de evaluatie bleek ook dat het begeleidings- en opvangprogramma leidt tot een betere samenwerking tussen de betrokken instanties, waardoor ongedocumenteerden sneller terugkeren.
Dit najaar volgt een definitieve evaluatie. Op basis daarvan worden eventuele aanpassingen aan het programma gedaan, sprak de vorige staatssecretaris af met de gemeenten. Maar het nieuwe kabinet wacht daar dus niet op. Ook dat wekt wrevel bij de gemeenten. Volgens de gemeente Eindhoven is het kabinetsplan een schending van de ‘eerder gemaakte afspraken met vorige staatsscretarissen.’ ‘Je kunt niet tussentijds eenzijdig de voorwaarden van een afspraak veranderen zonder de definitieve evaluatie af te wachten’, vindt ook Groot Wassink (Amsterdam).
Daarmee dreigt het nieuwe kabinet het sudderende conflict tussen gemeenten en kabinet over de opvang van ongedocumenteerde vreemdelingen opnieuw zuurstof te geven. Die onenigheid ontstond eind jaren negentig, toen de Tweede Kamer besloot dat uitgeprocedeerde mensen geen aanspraak meer kunnen maken op de opvang vanuit het Rijk. Om overlast te voorkomen richtten gemeenten alsnog opvanglocaties – de zogeheten bed-bad-broodvoorzieningen – op, tegen de zin van Den Haag.
Nadat de Raad van Europa, het hoogste mensenrechtenorgaan van het continent, Nederland op de vingers tikte voor de inhumane omgang met ongedocumenteerden, voerde het kabinet-Rutte/Asscher in 2015 negen dagen lang een interne strijd: de VVD wilde geen noodopvang beschikbaar stellen, de PvdA wel.
Op het laatste moment werd een kabinetscrisis afgewend: na koortsachtig overleg besloten de coalitiepartijen dat uitgeprocedeerde asielzoekers voortaan op nog maar vijf locaties terecht konden, waar ze bovendien zouden worden voorbereid op terugkeer. Maar ook toen gingen de gemeenten niet akkoord. Een bestuurlijke impasse volgde, waarin overleg tussen gemeenten en de landelijke partijen lang stil lag. Het LVV-programma was het breekijzer dat de patstelling openbrak.
De Amsterdamse wethouder Groot Wassink beseft dat zijn weigering om mee te werken met de plannen van de staatssecretaris de prille samenwerking tussen gemeenten, Rijk en IND weer op losse schroeven dreigt te zetten. ‘Dat zou kunnen’, zegt Groot Wassink. ‘Maar de Tweede Kamer moet zich realiseren dat dit plan niet alleen onuitvoerbaar, maar ook onwenselijk is.’
Hoe Amsterdam de opvang open zal houden voor ongedocumenteerden die niet terug willen keren, weet Groot Wassink nog niet: geld om hen op te vangen in versoberde bed-bad-broodlocaties krijgen de gemeenten niet. De LVV moet die locaties – het Rijk financiert er nu nog 27 – vervangen, werd bij de start van het LVV-programma afgesproken. Die afspraak blijft ongewijzigd, schreef de staatssecretaris vorige week aan de Tweede Kamer.
In de medische opvang voor ongedocumenteerden in Amsterdam-West zit de Egyptische Naser nog altijd op de grond. Zijn brilglazen vergroten zijn ogen, die onrustig heen en weer schieten. ‘Boem! Boem! Aah!’, roept hij. Met zijn linkerhand wijst Naser naar zijn rechterpols, zijn gezicht vertrekt. Tijdens zijn verblijf in de Egyptische gevangenis brak zijn pols. Door marteling, lijkt hij te willen uitbeelden: met zijn handen bindt hij een onzichtbare blinddoek om zijn gezicht.
Naser verblijft al een tijd in de opvang. ‘Hij is iets minder in de war dan toen hij binnenkwam’, zegt Alice Beldman, ‘maar raakt nog vaak in paniek. Dan komt een psychiater om hem te helpen. Zijn medicatie helpt maar ten dele.’
Wanneer zijn tweede asielaanvraag wordt ingediend, is nog onduidelijk. Het verzamelen van de benodigde documenten om zijn aanvraag te ondersteunen kost tijd. Beldman is er duidelijk over: ook zij vindt dat terugkeer naar het land van herkomst in het algemeen een optie moet zijn. Maar dat betekent niet dat de opvang moet worden gesloten voor degenen die niet terug kunnen. ‘Zieke mensen mogen niet op straat belanden.’
De volledige namen van Naser en Harriet zijn bekend bij de redactie.
[kader over resultaten LVV met grafiek, hier in cijfers: ]
Vreemdelingenopvang: mensen zonder recht op verblijf in Nederland
Amsterdam totaal 688, Groningen totaal 520, Utrecht totaal 421, Rotterdam totaal 243, Eindhoven totaal 155
Teruggekeerd
A’dam 23, Groningen 27, Utrecht 11, R’dam 46, Eindhoven 4
Alsnog verblijfsvergunning gekregen
A’dam 53, Groningen 49, Utrecht 99, R’dam 10, Eindhoven 27
Verdwenen in de illegaliteit
A’dam 146, Groningen 89, Utrecht 42, R’dam 101, Eindhoven 21
Nu nog in LVV-opvang
A’dam 333, Groningen 191, Utrecht 214, R’dam 32, Eindhoven 86
Nog in afwachting van oplossing
A’dam 108, Groningen 95, Utrecht 55, R’dam 32, Eindhoven 16
Overig (bijv. overleden, opgenomen in ziekenhuis, psychiatrische instelling, gevangenis, vreemdelingendetentie)
A’dam 25, Groningen 69, Utrecht 0, R’dam 22, Eindhoven 1
– – –
= = =