Aan de raadsleden van de gemeente Amsterdam Amsterdam 18 april 2022
Betreft: Ongedocumenteerde Amsterdammers uit de LVV Amsterdam
Geachte heer, mevrouw,
Vrouwen tegen Uitzetting VTU, een netwerk dat al jaren actief is als belangenbehartiger en ondersteuner van asielzoekers in de stad, wendt zich tot u namens een groep ongedocumenteerden die op straat gezet worden uit de LVV-Amsterdam. Zij komen nu weer in het asielgat terecht dat gaapt in het overheidsbeleid: zij mogen niet in Nederland blijven, maar kunnen ook nergens heen. Wij hoeven u niet te vertellen hoezeer deze terugval in de illegaliteit hun mentale belasting verder vergroot.
Zij hebben zich indertijd hoopvol aangemeld voor de LVV-Amsterdam, die immers ‘een bestendige oplossing voor het illegaal verblijf’ tot doel heeft (Convenant Pilot-LVV gemeente Amsterdam april 2019). Allereerst kwamen zij terecht in het juridische traject, waar de mogelijkheden van legaal verblijf nogmaals verkend werden. Maar helaas kwamen hun dossiers opnieuw ter beoordeling aan de Immigratie- en NaturalisatieDienst IND, die op alle overlegniveaus in de LVV een beslissende stem heeft. Het oordeel van de IND viel in hun geval opnieuw negatief uit, vaak op dezelfde grond als de eerdere afwijzingen: zij hebben geen identiteitsbewijs. Zij zijn dus niets opgeschoten met de LVV: die heeft hun niets te bieden, brengt slechts schade toe door de hernieuwde afwijzing van hun zaak.
Bij de opzet van de LVV in 2019 is afgesproken dat de IND ‘oplossingsgericht’ mee zou denken over deze vaak al jaren vastzittende dossiers. Maar hier komt vaak weinig van terecht. NGO’s ASKV en VluchtelingenWerk, mede-uitvoerders van het juridische traject, beklagen zich in tussenevaluaties over de beperkte beleidsruimte die de IND wil of kan nemen op dit punt. ASKV stelt dit aan de kaak in ‘ASKV maakt de balans op’ (07 2020), VluchtelingenWerk doet dit in ‘Analyse voor Clusteroverleg Ethiopische Eritreeërs’ (24 08 2020), en het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt LOS in ‘LVV: Tussenevaluatie NGO’s’ (2020) komt tot dezelfde conclusies.
Na deze vruchteloze juridische exercitie kwamen de mensen terecht in het traject Toekomstoriëntatie, uitgevoerd door terugkeerorganisaties. Maar terugkeerorganisaties kunnen niets betekenen voor mensen in het asielgat. Zij kunnen mensen die terug willen, begeleiden, maar mensen die niet terug kunnen hebben zij niets te bieden. Misschien om hun plaats op de rol in de LVV waar te maken, oefenen deze organisaties echter krachtige druk uit om toch terug te keren, vaak onder dreiging met beëindiging van de opvang. De stress die dit oplevert is gigantisch: de mensen worden heen en weer geslingerd tussen het schrikbeeld van gedwongen terugkeer en dat van een leven in de illegaliteit in Nederland.
Het is duidelijk dat in een eventuele voortzetting van de LVV de IND zodanig bijgestuurd moet worden dat zij zich werkelijk met een nieuwe blik over de vastgelopen dossiers gaat buigen; Toekomst-oriëntatie moet uit handen genomen worden van terugkeerorganisaties, zodat in dit traject werkelijk ruimte ontstaat voor oriëntatie op een normaal leven. Zoals het nu is, worden mensen na 1,5 jaar LVV gewoon weer op straat gezet. Hierdoor zakt de gemeente Amsterdam door de humanitaire ondergrens die zij zo vaak zegt te willen eerbiedigen. Het is namelijk niet zo dat de betrokkenen terecht kunnen in de VBL in Ter Apel: wie niet terug kan wordt daar sowieso niet toegelaten.
Een stad met respect voor de menselijke waardigheid van haar inwoners is verplicht om deze mensen onderdak en ondersteuning te blijven bieden en te blijven zoeken naar een perspectief op een zinvol bestaan.
Wij hopen dat u zich als gemeenteraadslid wilt inzetten voor een ‘bestendige oplossing voor het illegaal verblijf’ van deze Amsterdamse ongedocumenteerden.
Met vriendelijke groet,
Alied Blom, namens Vrouwen tegen Uitzetting VTU (www.vrouwentegenuitzetting.com)