Annette is een belangrijke motor in het Amsterdamse werk voor mensen zonder verblijfsstatus – vanuit de Protestantse Diaconie maar ook via verschillende andere initiatieven.
Ook goedemorgen
Het Parool – 8 januari 2018
Al ruim twee jaar gaat Annette Kouwenhoven (51) met dokter Co van Melle als het Goedemorgen-team op bezoek bij mensen zonder verblijfsstatus in de bed-bad-broodopvang in Buitenveldert.
door Marloes de Moor
Voor één van de verlichte ramen van de bed-bad-broodopvang van HVO Querido in Buitenveldert poetst iemand zijn tanden. Een ander trekt een trui aan. Haastig maken ze zich klaar voor vertrek. Klokslag 9.00 uur moeten de ruim zestig uitgeprocedeerde asielzoekers die hier ’s nachts verblijven het gebouw verlaten. Een enkeling staat al buiten onder het afdak, de kraag hoog opgetrokken tegen de hagel en wind. Annette Kouwenhoven is laat deze ochtend. Als ze aan komt fietsen, verpakt in een blauwe poncho, staan de bezoekers van de bed-bad-broodopvang haar al op te wachten. In haar kielzog volgt dokter Co van Melle (81); ze schudden iedereen de hand.
Kouwenhoven bekommert zich om ongedocumenteerden in Amsterdam, mensen zonder verblijfsvergunning die volgens haar een beter lot verdienen. ‘De onzichtbaren’ noemt Kouwenhoven ze ook wel, omdat ze voortdurend in de schaduw leven en zich in een parallelle wereld begeven, waarin de juiste papieren ontbreken [om] écht mee te kunnen doen. Samen met dokter Van Melle vormt Kouwenhoven meer dan twee jaar het Goedemorgen-team. Vrijwel elke dag, ook in de weekenden, bezoeken zij onbezoldigd de bed-bad-broodopvang.
“We zeggen iedereen ‘goedemorgen’, luisteren naar hun verhalen, verwijzen ze naar ziekenzorg- of andere instanties, vertellen waar ze een warme plek, eten of een toilet kunnen vinden,” zegt Kouwenhoven. Liever zou ze zien dat er een 24 uurs bed-bad-broodopvang komt, zodat de mensen meer rust en veiligheid in hun leven krijgen. Maar zolang dat niet is toegestaan, probeert Kouwenhoven de mensen zoveel mogelijk te begeleiden. “Elk mens is anders, dus dat doen we met een aanpak op maat. We bouwen vertrouwen op, bespreken welke mogelijkheden er nog zijn en geven ze de tijd om erover na te denken.”
In huis genomen
Ze is die morgen om zeven uur al naar De Rijp gereden om daar onder het mom van een doktersbezoek een moeder met twee kinderen op te halen – ze sliepen er in een opvang van de GGD – omdat het gezin anders zou worden teruggestuurd naar Italië. De vrouw heeft een zogenoemde Dublinclaim, wat wil zeggen dat zij terug moet naar het land waar ze vanuit Afrika aankwam. “Deze vrouw is maar een week in Italië geweest en wil niet terug, omdat er geen opvangvoorziening was; ze moest met haar kinderen op straat slapen. Ze is een jaar opgevangen in een Nederlands gezin en haar kinderen spreken inmiddels alleen nog Nederlands,” legt Kouwenhoven uit. Na enige omzwervingen wonen moeder en kinderen nu dankzij Kouwenhovens netwerk in huis bij een Amsterdammer. De kinderen beginnen na de kerstvakantie op school.
Airbnb voor ongedocumenteerden
Na negenen slenteren de mensen vanuit de bed-bad-broodopvang in groepjes naar de overkant van de straat, hun hoofd beschermend tegen het noodweer. Veel van hen vinden onderdak bij het Wereldhuis op de Nieuwe Herengracht, een instantie die informatie, advies, scholing en cultuur biedt aan mensen zonder verblijfsvergunning. “Anderen zoeken tijdelijk onderdak in de bibliotheek, een winkelcentrum of de Ikea.”
Zo’n vier jaar geleden raakte zij als kunstenaar en vormgever betrokken bij het vluchtelingencollectief We Are Here. Ze maakte toen het beeld- en tekstproject Redocumented, over en mét mensen zonder verblijfsstatus. Later was ze betrokken bij de oprichting van FC We Are Here, een voetbalteam voor asielzoekers.
Inmiddels maakt ze deel uit van creative agency I’m Possible Amsterdam, waar sjaals, armbanden en zeefdrukken worden gemaakt door mensen met en zonder verblijfsstatus. Tegelijkertijd onderzoekt ze voortdurend nieuwe ideeën. Zo is ze bezig met de oprichting van de stichting Basic Rights, die ongedocumenteerden – ook arbeidsmigranten – informeert over hun basale mensenrechten. “Ik heb ook plannen voor een bank voor mensen zonder papieren en een platform voor informele opvang. Er bestaat een soort Airbnb voor statushouders. Zoiets zou ik willen opzetten voor ongedocumenteerden.”
Wat Kouwenhoven zo aanspreekt in dit werk is niet alleen het dagelijkse contact met deze groep mensen, maar ook het pionieren. “Er is voor deze mensen geen sluitend opvangsysteem vanuit de overheid. In dat gat springen wij noodgedwongen.”
Op sociale media leest Kouwenhoven regelmatig opmerkingen over dat deze mensen dan maar terug moeten naar hun eigen land. Maar zo simpel ligt het volgens haar niet: “In veel gevallen gaat het om ingewikkelde zaken, bijvoorbeeld omdat bewezen moet worden of iemand homo is of christen, of omdat de veiligheidssituatie in een land steeds schommelt. Onze ervaring is dat veel mensen na jarenlang wachten en procederen uiteindelijk toch een verblijfsvergunning krijgen.” Bovendien vindt ze beslist niet dat álle vluchtelingen moeten blijven. “Ik ben helemaal niet tegen terugkeer naar eigen land. Maar maak er wel een eerlijke terugkeer van, met veiligheidswaarborgingen, begeleiding in het land van herkomst en een perspectief biedend plan.”
In het Wereldhuis, waar Kouwenhoven ook twee dagen per week betaald werkt, is het intussen spitsuur. Ze voert het ene na het andere gesprek om mensen door te verwijzen. De gemeente heeft sinds 6 november de criteria voor de bed-bad-broodvoorziening aangescherpt. Wie uit een veilig land komt, een inreisverbod heeft, zwart werkt of een Dublinclaim heeft, komt er niet meer voor in aanmerking. Vlak na de kerst kregen verscheidene mensen te horen dat ze van de ene op de andere dag weg moesten.
In gevaar
Dat verklaart volgens Kouwenhoven de drukte en onrust in het Wereldhuis. “Deze mensen kunnen voorlopig terecht in de winteropvang voor daklozen, maar die gaat 1 april dicht en dan staan ze echt op straat.” Kouwenhoven maakt zich zorgen. “Ze hebben maar drie maanden om juridisch nog iets voor elkaar te krijgen en dat is eigenlijk te kort.”
Ze ontfermt zich over Abdelkarim (21) uit Irak, die net nieuw is in het Wereldhuis. Iedere nieuwe bezoeker krijgt eerst een intakegesprek. Daaruit blijkt dat Abdelkarim volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) terug moet naar Irak, omdat de situatie daar nu veilig is. “Maar ik ben ook atheïst en dat had ik nog niet verteld,” legt Abdelkarim uit. Met dit nieuwe feit, dat hem wél in gevaar kan brengen in zijn vaderland, kan hij opnieuw een asielprocedure beginnen. “Ik geloof niet in een God, maar in wie ik ben, vanuit mijn hart,” verklaart Abdelkarim.
Kouwenhoven luistert en wijst hem op de activiteiten die het Wereldhuis organiseert, zoals Nederlandse en Engelse les, muziekoptredens, cursussen en gezamenlijke maaltijden. “Ik zal ook op zoek gaan naar organisaties voor atheïsten waarbij je je kunt aansluiten.” Abdelkarim hoort het aan met een begin van opluchting op zijn gezicht. “Ik moet hier mijn weg hier zien te vinden.” “Negen van de tien keer vinden mensen het al heel fijn als je naar ze luistert,” zegt Kouwenhoven. “Er is zo vaak níet naar ze geluisterd. Ze zijn blij als ze volwaardig worden behandeld, gewoon zoals iedereen dat zou willen.”