impressie van wetgevingsoverleg 15 december

De publieke tribune zat meer dan vol bij het wetgevingsoverleg in de commissievergadering van de Tweede Kamer, een extra kamer werd gebruikt om via een groot scherm mee te kijken. Allerlei hulporganisaties uit het land waren vertegenwoordigd, ook ongedocumenteerden, ook een delegatie van zes uit de Keizersgrachtkerk in Amsterdam. 

De VVD ofwel minister van Weel kwam met een slim antwoord op vrijwel alle bezwaren; dit was al eerder geformuleerd in de memorie van toelichting: 

De strafbaarstelling was door de indienster van het amendement, mw Vondeling van de PVV, bedoeld voor álle ongedocumenteerden in het land, volgens onzekere schattingen tussen de 23.000 en 58.000 – en zo bedoelden andere rechtse partijen dat ook, nu ook in deze vergadering: Diederik Boomsma van JA21 (voorheen NSC, daarvoor CDA-raadslid in Amsterdam), Caroline van der Plas, BBB, en Gideon van Meijeren van Forum. 

Maar van Weel beweerde dat het voor hem alleen maar ging om een heel kleine groep, nl. overlastgevende uitgeprocedeerde asielzoekers die niet meewerken aan terugkeer, ong. 300 tot 400 per jaar. En jawel, dat zou voor DT&V ook een extra werklast vormen, maar hij zou overleggen om hier een mouw aan te passen. 

Alle andere bezwaren zouden met de strikte focus op deze kleine groep worden weggenomen. Met name ook de strafbaarstelling van hulpverleners, want die wordt met de novelle uitgesloten. Don Ceder (ChristenUnie) en Lisa Westerveld (GL-PvdA) bleven moeite houden met de formulering, want hulpverleners worden daarin wel eerst benoemd als deelnemer aan een misdrijf, en vervolgens bij voorbaat vrijgesproken: mooi maar wel vatbaar voor procesgang en daarmee verontrustend. 

Volgens van Weel hoeven al die tienduizenden ongedocumenteerden in het land zich helemaal écht geen zorgen te maken. Boomsma stelde voor dat de minister een voorlichtingscampagne opzet om al die onterechte zorgen weg te nemen, gericht op ongedocumenteerden en op hulpverleners. Sympathiek, hoewel hij ze graag zo snel mogelijk allemaal het land uit wil hebben. Terwijl de hele operatie ook, zoals gezegd werd door voorstanders, bedoeld is om een afschrikwekkende werking te hebben, dus de onrust die is ontstaan is wel degelijk de bedoeling. 

Ceder bleef vragen aan de minister wat dan nog de meerwaarde is van deze strafbaarstelling, terwijl er al juridische middelen zijn om die overlastgevenden aan te pakken. Het kostte de minister veel moeite en tijd om enkele voorbeelden aan te dragen waarvoor deze nieuwe maatregel nuttig zou kunnen zijn, en dan ook alleen nog als een soort van drang: want als boetes toch niet te innen zijn kan dreiging met celstraf iemand mogelijk overhalen om toch maar in te stemmen met terugkeer. Wat is dan de meerwaarde t.o.v. vreemdelingendetentie zoals die al jaren toegepast wordt?

En voor de hele inperking van de doelgroep tot dit kleine aantal: Van Weel was niet bereid om de formulering van de wet te beperken tot die kleine doelgroep. Wat is dan de waarde van de woorden van deze minister, als een opvolger de wet veel ruimer wil interpreteren? 

= = =