Victoria (16) leeft al elf jaar zonder papieren in Amsterdam

‘Ik ben zo moe van alles, niemand wil me hebben’

Amsterdam telt ruim 1052 kinderen zonder verblijfsvergunning. Afia Victoria Gyarko (16) uit Amsterdam-Zuidoost is een van hen. Ze leeft al jaren met stress en schaamte: ‘Ik wil niet bang zijn voor politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vriendinnen.’

door Frenk der Nederlanden en Roos van Riel

Afia Victoria – ‘zeg maar Victoria’ – Gyarko is het zat, spuugzat. Al zo lang ze zich kan herinneren zweeft ze tussen hoop op een verblijfsvergunning en vrees dat ze Nederland wordt uitgezet. De 16-jarige in Libië geboren dochter van een Ghanese vader en een Nigeriaanse moeder woont al elf jaar in de Amsterdamse Bijlmermeer, tussen duizenden andere Afrikanen zonder verblijfsstatus. Ze maakt zich zorgen over haar toekomst, vooral over de tijd na school – wanneer ze op eigen benen moet staan. Daarom wil ze nu haar verhaal vertellen.

“Ik ben bang dat ik me straks niet kan inschrijven voor een studie. Ik heb sowieso geen geld voor ov of boeken, die zijn superduur. Als ik een verblijfsvergunning heb, kan ik een baantje gaan zoeken. Ik wil alles aannemen: schoonmaken, oppassen, weet ik het. Maar zolang ik geen papieren heb, neemt niemand me aan.”

Veilig land

Ze praat snel, in een accent waarin Amsterdamse en Surinaamse invloeden doorklinken. Drie jaar geleden benaderde ze met haar vader een advocaat in een poging een verblijfsvergunning te bemachtigen, maar na twee vergeefse bezoeken aan de IND heeft ze niet het idee dat het soelaas biedt – Ghana wordt door de Nederlandse overheid immers gezien als een veilig land. Maar Victoria ziet daar geen toekomst voor zichzelf: “Ik ben nog nooit in Ghana geweest. Wat moet ik daar?”

Ze heeft een dikke trui aan, want het is koud in de flat op Kikkenstein, hartje Bijlmer. Geld voor verwarming hebben ze niet, zegt vader Nana Gyarko, die met zijn muts op in de eenvoudig ingerichte huiskamer zit. Hij spreekt Engels, maar met zijn dochter vooral Twi, de taal van de Ashanti’s, het Ghanese volk waar hij van afstamt. “Een toekomst voor mijn dochter, dat is het enige wat ik wil. En ik huil nog altijd om mijn zoon, die al dertien jaar is vermist. In stilte, want ik wil Victoria er niet mee belasten.”

Zelf weet Victoria niets meer van haar eerste levensjaren, of het nou om de dood van haar moeder gaat, de lijken in de straten van de Libische hoofdstad of de tocht in een afgeladen boot over de Middellandse Zee naar Italië. Haar herinneringen beginnen pas in het vluchtelingenkamp op Sicilië. “Ik weet het allemaal niet meer zo goed. Wat er in die eerste jaren gebeurde is diep weggestopt en komt niet meer tevoorschijn.”

Hard werken

Victoria zit in 4 havo van het Ir. Lely Lyceum in de Bijlmer en hoopt volgend jaar examen te doen, maar dan zal ze alles op alles moeten zetten. “Ik ben elk jaar overgegaan, geen idee hoe ik dat voor elkaar heb gekregen. Ik had mavo-advies, maar ik scoorde goed met rekenen en de onderwijzers op de basisschool hebben me goed geholpen met dingen die ik niet snapte. Ik ben niet dom en geloof in mezelf. Maar ik zal nog heel hard moeten werken om het examen te halen. Laatst kreeg ik een onvoldoende voor Nederlands. Echt een trauma, weet je. Ik wist niet dat ik zo slecht was.”

Op het Ir. Lely Lyceum voelde ze zich meteen thuis, maar in haar vriendengroep is ze de enige zonder verblijfsvergunning. “Dat geeft veel stress. Ik kan nooit iets leuks doen. Er zijn wel een paar vrienden die van mijn situatie weten en soms voor mij betalen. Een etentje, of barbecue als we gaan picknicken, en soms de bioscoop, daar heb je geen papieren voor nodig. Maar laatst zouden we een weekend naar een huisje gaan en dat moesten we cancelen omdat ik geen paspoort kon laten zien.”

“Vorig jaar hadden we met school een excursie naar Tsjechië. Daar hadden we geen geld voor, dus ik moest liegen dat ik niet mocht van mijn vader. Achteraf hoorde ik dat het heel koud was en het eten verschrikkelijk, dus ik was blij dat ik niet was gegaan. Maar ik ben er helemaal klaar mee, met dat liegen. Ik ben één keer opgepakt door de politie toen ik niet goed had ingecheckt in de metro. Sindsdien ben ik zenuwachtig. Ik ben geen crimineel, maar zonder ID durf ik niet voor mezelf op te komen, al heb ik best een grote mond. Beleefd blijven en niet in discussie gaan, zeg ik dan tegen mezelf.”

Gebedel

Victoria is teneergeslagen en schaamt zich. “Dat eeuwige gebedel om geld maakt me gek. Zonder papieren kom je niet eens in aanmerking voor de voedselbank. Soms is er geen rijst meer in huis en eten we alleen brood. In de kantine op school krijgen we gelukkig gratis ontbijt, maar het is elke keer weer de vraag of we de huur nog kunnen betalen. We hebben onze flat in onderhuur van een Ghanese man, voor 1050 euro per maand. Mijn Italiaanse vrienden sturen af en toe geld, en soms krijg ik een euro van mijn vader. Maar wat ik straks na school moet gaan doen? Ik heb geen idee.”

Vader Gyarko (1977) haalt zijn schouders op, alsof hij het ook allemaal niet meer weet. Hij werkt zwart als lasser, schilder of schoonmaker. Meestal in Nederland, maar soms ook in België of Duitsland. De hoop op een beter leven heeft hij allang opgegeven, vertelt hij. Sinds zijn vlucht uit Libië voelt hij zich permanent opgejaagd. “Ik ben altijd bang, altijd op de vlucht. Als ik agenten zie, raak ik in paniek. En ik schaam me, dat ik vrienden steeds om geld moet vragen. Ik ben een man en heb mijn trots.”

Op zijn zestiende verliet Gyarko het straatarme Ghana om in Libië werk te zoeken. Als jonge jongen had hij al in een garage gewerkt en in het land van de toenmalige dictator Kadhafi hoopte hij een toekomst te kunnen opbouwen. Dat lukte wonderwel. Gyarko kon in Tripoli als plaatwerker aan de slag en trouwde in 2003 met een Nigeriaanse vrouw, met wie hij na Victoria in 2009 zoon Kwabena Wusu kreeg.

Toen begon de ellende. Drie dagen na de geboorte van de jongen overleed Gyarko’s 29-jarige vrouw aan een hartaanval, voor de ogen van Victoria. Ineens was Gyarko een weduwnaar met twee kinderen. Toen in Libië in 2011 een burgeroorlog uitbrak en hij moest vluchten voor het geweld, raakte hij gescheiden van zijn tweejarige zoontje. “De familie die op hem paste – een bevriende huisarts uit Jordanië – was in paniek op de vlucht geslagen. De rebellen hadden het vooral voorzien op donkere Afrikanen, die als aanhangers van Kadhafi werden gezien. Ik heb nooit meer iets over mijn zoon gehoord.”

Gammele boot

Tijdens de tocht in een gammele boot over de Middellandse Zee werd hij ook gescheiden van Victoria, maar hij vond zijn dochter terug in een vluchtelingenkamp op Sicilië. De hereniging werd zelfs uitgezonden op de Italiaanse televisie, zo’n feelgoodverhaal ging er wel in. Victoria en haar vader werden opgevangen door een rooms-katholieke hulporganisatie en kregen na twee jaar een verblijfsvergunning. Omdat er in hun regio geen werk was, besloot Gyarko zijn geluk in Nederland te beproeven, en zo kwamen Victoria en hij in de lente van 2013 in Amsterdam terecht.

Na drie dagen in het Novotel was het geld op. Gyarko: “Op het plein voor het Centraal Station ontmoetten we een man die ons wel wilde helpen. We mochten bij hem in zijn huisje aan de Amstel blijven slapen en hij regelde een baantje in een garage voor me. Na drie weken konden we naar een flat in de Bijlmer.”

Met hulp van het ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en de jeugdhulporganisatie Sensa Zorg werden een school en een sportvereniging voor Victoria gevonden. Ook de kerk, de Pentecost Revival Church, bood een helpende hand en maakte Victoria en haar vader wegwijs in de Amsterdamse samenleving. Sindsdien leidt Gyarko het leven van zoveel migranten zonder verblijfspapieren – hij werkt overal en nergens , wordt af en toe opgepakt en uitgezet naar Italië, maar is steevast binnen een paar dagen weer terug in de stad. Victoria probeert zich ondertussen met de moed der wanhoop staande te houden.

“Vroeger kon ik via een fonds van Sensa naar de tandarts, maar het geld was op. Laatst was een kies ontstoken en heb ik weken met pijn rondgelopen. De school heeft er toen voor gezorgd dat ik in het weekend bij een noodtandarts terechtkon.”

Heimwee

De bezoeken aan de IND omschrijft Victoria als demotiverend. “We zijn twee keer voor niets naar Den Haag geweest. Omdat er geen tolk aanwezig was, ging het gesprek niet door, terwijl ik natuurlijk ook zelf had kunnen vertalen. Van het geld van de treinkaartjes hadden we een week lang kunnen eten.”

Soms heeft ze heimwee naar Italië. “Ik mis de familie die daar voor ons zorgde en het eten was lekker. Maar Italië heb ik uit mijn hoofd gezet. Amsterdam is mijn plek. Ik heb hier met bloed, zweet en tranen gewerkt, dit is mijn thuis. Ik wil een goede baan en een stabiel leven. Iets met economie, want daar heb ik goede cijfers voor. Als ik voor mezelf kan zorgen, kan ik ook anderen helpen. Ik wil niet meer bang zijn voor de politie, ik wil leuke dingen doen met mijn vrienden.”

Voor het eerst tijdens het gesprek in de koude flat valt ze stil. “Ik word zo moe van alles, en dat heeft invloed op m’n schoolprestaties. Ik heb altijd hoofdpijn. Omdat ik in Libië ben geboren, wil Ghana mij niet hebben. Niemand wil me hebben.”

Ongedocumenteerde kinderen hebben recht op onderwijs

Voor kinderen en tieners zoals Victoria is tot hun zestiende op papier veel goed geregeld in Nederland. Door het recht op onderwijs mogen alle kinderen naar school, ook als ze geen verblijfspapieren hebben. Sterker: het is van hun vijfde tot hun zestiende verplicht. Scholen mogen ongedocumenteerde kinderen niet weigeren.

Momenteel zijn er volgens Leerplicht 1052 kinderen zonder burgerservicenummer in Amsterdam ingeschreven op een school. Er is geen hulporganisatie of gemeentelijke instantie die zicht heeft op de grootte van de groep kinderen zonder papieren in Amsterdam. Een schatting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum uit 2020 kwam neer op 15.000 mensen zonder verblijfsdocumenten, maar dat gaat om kinderen en volwassenen samen. Volgens hulporganisaties is dat ook een conservatieve telling, zij denken dat het om wel twee keer zoveel mensen kan gaan. Hoeveel kinderen niet naar school gaan in Amsterdam, is ook niet duidelijk.

In de praktijk merken hulporganisaties dat de inschrijving van ongedocumenteerde leerlingen bij sommige basis- en middelbare scholen makkelijker gaat dan bij andere. Dat komt grotendeels ook door onwetendheid, zegt Eunice de Asis van Migrante Amsterdam. “Het gebeurt weleens dat een school om een burgerservicenummer (bsn) vraagt. Maar dat hebben ongedocumenteerden natuurlijk niet. En het is ook niet nodig voor de inschrijving.”

Wanneer kinderen geen bsn hebben, meldt de school ze aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Die geeft een zogeheten onderwijsnummer af, waarmee een kind kan worden ingeschreven. Dat onderwijsnummer behouden ze hun gehele schoolcarrière. Kinderen met een grote taalachterstand moeten die vaak eerst inhalen in schakelklassen. Daarna kunnen ze doorstromen naar het reguliere onderwijs.

Veel kinderen zonder verblijfsstatus kampen met grote (mentale) problemen, zeggen hulporganisaties. Veelal komt dat door een gebrek aan zorg en permanente huisvesting, armoede en taalachterstand. Omdat de gezinnen geen papieren hebben, wonen ze veelal op plekken met illegale onderhuurconstructies. Zonder huurbescherming kunnen ze elk moment op straat belanden. Het gevolg is dat de gezinnen veel moeten verhuizen. Ze hebben nog geluk als dat binnen Amsterdam is. Veel gezinnen moeten noodgedwongen uitwijken naar een andere stad. Kinderen die dan misschien al jaren naar dezelfde school gaan, moeten dan wisselen van school of lang reizen.

Als de kinderen wel voor langere periodes een dak boven het hoofd hebben, is dat vaak in woningen die verre van ideaal zijn. “We kennen veel voorbeelden van mensen die met twee, drie, of vier families in één appartement verblijven,” zegt De Asis. In alle rust een proefwerk, tentamen of examen voorbereiden gaat daar niet.

bron: Het Parool – 16 maart 2024

http://www.parool.nl/amsterdam/victoria-16-leeft-al-elf-jaar-zonder-papieren