Het laatste kinderpardon ? Een illusie

van: Trouw  –  31 januari 2019

door Bart Zuidervaart

Met enige regelmaat belooft ‘Den Haag’ een snellere asielprocedure, met minder ‘schrijnende gevallen’. In de praktijk is het probleem onoplosbaar. De roep om een nieuw pardon is nooit ver weg.

De coalitie is met enige opgewektheid uit de crisis gekomen. Natuurlijk, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zijn bovenal opgelucht dat ze elkaar na dagenlang intensief beraad hebben gevonden in een oplossing rond het kinderpardon; het kabinet-Rutte III blijft voortbestaan. Maar er is ook hoop dat de gemaakte afspraken zorgen voor een beter asielsysteem

Op papier lijkt het akkoord inderdaad een garantie voor succes. De ­Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) krijgt een eenmalige injectie van 13 miljoen euro om te zorgen dat asielprocedures worden versneld. Zoals staatssecretaris Mark Harbers van asielzaken dinsdagavond zei: “We moeten voorkomen dat mensen vroeg of laat in schrijnende situaties terechtkomen.” Het is niet langer de bedoeling dat asielzoekers de ene procedure op de andere stapelen, zodat op enig moment kinderen wortelen in de samenleving, ondanks dat ze niet Nederland mogen blijven. Die ‘worteling’, zei D66’er Maarten Groothuizen gisteren in het Kamerdebat, is ongewenst en leidt tot ‘schrijnendheid’.

Snellere procedures, asielzoekers veel eerder duidelijkheid geven over hun eventuele toekomst in Nederland. Mensen die niet mogen blijven daadwerkelijk uitzetten. Een sluitend asielsysteem. Waar hebben we dat eerder gehoord?

Toen Job Cohen rond de eeuwwisseling zijn nieuwe Vreemdelingenwet presenteerde, had hij als staatssecretaris van justitie een centrale boodschap: de procedures duren veel te lang. De asielzoeker moet eerder te horen krijgen of hij mag blijven. Het eindeloos procederen zou aan banden worden gelegd. Helder verhaal. De politiek knikte instemmend.

Sindsdien zijn er diverse pardonnen geweest voor afgewezen asielzoekers. In de praktijk bleek een sluitend asielsysteem een illusie. Procedures bleven jaren duren, vreemdelingen bleven de ene op de andere stapelen. Niet zelden zorgde juist de Staat voor vertraging, door in beroep te gaan tegen een rechterlijke uitspraak dat een bepaalde asielzoeker wel in Nederland mocht blijven. Ondertussen wortelden kinderen in hun omgeving, ze doorliepen hier de school en brachten hun jeugd door bij de plaatselijke voetbalclub.

In augustus 2003 was toenmalig minister Rita Verdonk (Vreemdelingenzaken) bereid om 2200 afgewezen asielzoekers alsnog een verblijfsvergunning te geven. Ze onderstreepte: “Het gaat om een eenmalige regeling.” Het betrof mensen die langer dan vijf jaar in afwachting waren van hun asielaanvraag en nooit duidelijkheid kregen vanwege ‘inactiviteit van de overheid’, zoals dat heette. Verdonk zei in een toelichting dat ze ‘een oplossing heeft gevonden voor een maatschappelijk probleem’. “Maar helemaal oplossen lukt me in dit geval niet.”

Verkiezingen

Dat bleek. De jaren erna zwol de roep om een generaal pardon aan, zowel vanuit de politiek als de samenleving. Er verschenen steeds meer verhalen van asielzoekers die nog onder de oude Vreemdelingenwet naar Nederland waren gekomen en soms al tien jaar of langer hier illegaal verbleven. Uitzetten lukte niet. Soms vanwege het ontbreken van juiste identiteitspapieren, soms omdat het thuisland weigerde de desbetreffende persoon terug te nemen. De situatie werd langzamerhand onhoudbaar.

Toen de machtsverhoudingen in de Tweede Kamer na de verkiezingen van 2006 verschoven, grepen de linkse partijen hun kans. Nog voor de beëdiging van het nieuwe kabinet (Balkenende IV) dwongen zij een generaal pardon af voor asielzoekers die nog onder de oude wet vielen. Het resultaat was dat PvdA-staatssecretaris Albayrak verblijfsvergunningen kon uitdelen aan meer dan 28.000 mensen.

Er was opluchting bij diverse politieke partijen, maar vooral ook bij burgemeesters in het land. Zij zagen dagelijks mensen in hun gemeente rondlopen waar niemand raad mee wist. Wim Deetman, in die periode voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), zei in deze krant: “Je ziet gezinnen die hier al zo lang wonen, maar weg hadden moeten zijn. Zet je die alsnog uit? Dat kan je vaak niet maken.”

Ook dit forse pardon beloofde de asielproblematiek op te lossen. Gemeenten kregen met de regeling hun zin, maar moesten tegelijkertijd toezeggen dat ze noodopvangen voor uitgeprocedeerde asielzoekers zouden sluiten. De achterdeur van het asiel­systeem moest dicht. Mensen kregen óf een vergunning óf moesten het land uit. De toenmalige directeur van de IND, Peter Veld, vertelde: “Het wordt tijd dat we deze dossiers voorgoed sluiten en er een dikke streep onder zetten.” Maar Deetman zei in alle eerlijkheid: “Of deze regeling wel sluitend zal zijn? Forget it.”

Al snel werden de rafelranden van het generaal pardon zichtbaar; de mensen die net buiten de regeling vielen. Er was het verhaal van een man die last kreeg van een levensbedreigend gezwel en zich liet behandelen in het tropenziekenhuis in Antwerpen. Door dat uitstapje viel hij buiten de pardonregeling, want ononderbroken verblijf in Nederland was een voorwaarde voor een vergunning. Een andere asielzoeker werd tegengeworpen dat hij op familiebezoek in Duitsland was geweest.

De minister van vreemdelingenzaken in het eerste kabinet-Rutte heette Gerd Leers. In 2012 riep hij dat de asielprocedures nu echt versneld en verscherpt zouden moeten worden. Leers hekelde de stapeling van bezwaar- en beroepszaken. Dat was twaalf jaar na invoering van de Vreemdelingenwet van Cohen.

Toekomstige gevallen

Het was wachten op een nieuw pardon. Dat kwam er in 2013, dankzij het tweede kabinet-Rutte. Dit eenmalige kinderpardon regelde dat uiteindelijk 1540 minderjarigen mochten blijven, op voorwaarde dat ze langer dan vijf jaar in Nederland verbleven. Er kwam tegelijkertijd een structurele regeling voor ‘toekomstige gevallen’. Dat is een wassen neus gebleken. De voorwaarden zijn zo streng, dat meer dan 90 procent van de aanvragen wordt afgewezen. De kinderen struikelen over het zogeheten ‘meewerkcriterium’. Ouders moeten aantonen dat ze gedurende hun gehele verblijf in Nederland altijd hebben meegewerkt aan hun vertrek. In de praktijk blijkt dat ondoenlijk.

Het zorgt voor nieuwe schrijnende gevallen, voor kinderen die soms in de media hartverscheurende verhalen vertellen over hun dreigende uitzetting, over een land waar ze nog nooit zijn geweest en er de taal niet spreken (denk aan de Armeense kinderen Lili en Howick). CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg gaf twee weken geleden de aanzet tot de crisis met de woorden: “Deze situatie is onhoudbaar.”

De allerlaatste keer

De coalitie zegt een goede oplossing te hebben voor het probleem. De dossiers van afgewezen kinderen worden opnieuw beoordeeld. Er gelden soepeler regels, waardoor vermoedelijk in een keer meer dan zeshonderd kinderen alsnog mogen blijven, aangevuld met hun gezinsleden. Een nieuw pardon dus. Het is, bezweren partijen, echt de allerlaatste keer.

VVD, CDA, D66 en CU denken namelijk dat ze nieuwe schrijnende gevallen kunnen voorkomen. Asielzoekers krijgen al in het begin van de procedure een ‘schrijnendheidtoets’. Als daaruit blijkt dat iemand op dit punt wordt afgewezen heeft het geen zin om, eenmaal uitgeprocedeerd, daar alsnog een beroep op te doen. Hopen op de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris biedt ook geen uitkomst. Dit instrument verdwijnt. Harbers kan niet langer met het hand over het hart strijken om iemand op de valreep, tegen de regels in, een vergunning te geven.

En heeft dus ook geen zin meer, zei de staatssecretaris gisteren in het Kamerdebat, dat iemand zijn procedure eindeloos rekt in de hoop dat de discretionaire bevoegdheid hem helpt. “Er zijn mensen die ten onrechte denken dat deze bevoegdheid een soort rechter in laatste instantie is.” Het schrappen ervan betekent dat afgewezen asielzoekers eerder zullen vertrekken uit Nederland. Denkt Harbers.

SP-Kamerlid Jasper van Dijk gelooft er weinig van. Hij zegt: “Je kunt de discretionaire bevoegdheden wel afschaffen, maar schrijnende gevallen kun je niet afschaffen.” PvdA-collega Attje Kuiken: “De coalitie zegt de ideale oplossing te hebben gevonden. Halleluja, na ons geen enkel probleem meer. Dat is toch naïef? Dat is toch niet waar? Dat kan toch niemand beloven?” Snellere procedures bij de IND klinkt prachtig, zegt Kuiken, maar de wachttijden voor asielzoekers lopen alleen maar verder op.

Belangenorganisatie Defence for Children is verheugd over het akkoord tussen de coalitiepartijen, maar wijst er ook op dat de nieuwe regeling te beperkt is. Er zijn namelijk ook kinderen die de afgelopen jaren geen beroep op het kinderpardon hebben gedaan omdat dat zinloos leek. Biedt de politiek nu ook een oplossing voor hen? Of wacht Den Haag op de roep om een nieuw pardon?

– – –

https://www.trouw.nl/democratie/het-laatste-kinderpardon-een-illusie~ab306a01/

= = =