Van: Trouw – 7 februari 2017
‘Ik wil een moderne vrouw zijn’
Interview met Ilhaam Awees – door Harriët Salm
Ilhaam Awees is boegbeeld van de actiegroep van uitgeprocedeerde asielzoekers ‘Wij zijn hier’. Acht jaar na het begin van haar eigen asielprocedure, en zes jaar na de eerste afwijzing, hoort ze dat ze alsnog in Nederland mag blijven.
Ilhaam Awees (32) lacht, haar ovale zilveren-zwarte oorhangers bungelen vrolijk mee. In 2009 meldt deze, dan 25-jarige en net afgestudeerde arts uit Jemen zich in Ter Apel en vraagt asiel aan. Een mensensmokkelaar bracht haar naar Nederland, vertelt ze. Ze wordt afgewezen, raakt uitgeprocedeerd, zwerft op straat. Acht jaar later – op 19 januari jongstleden – krijgt ze een verlossende brief: ze mag toch blijven. Awees is lange tijd een van de woordvoerders van het Amsterdamse vluchtelingencollectief ‘Wij zijn hier’. Ze trok van kraakpand naar kraakpand in de hoofdstad samen met tientallen andere uitgeprocedeerde asielzoekers, die niet terug wilden naar hun land van herkomst. “Wij zijn toch geen dieren? Moeten wij blijven rondtrekken?”, roept ze op de lokale televisie en in de kranten, als ze weer eens uit een pand is gezet of een protestactie organiseert. Actievoerend is ze op foto’s en video’s terug te vinden op internet: altijd met hoofddoek. Maar vandaag in een café bij station Amsterdam Zuid, waar ze tijdens het interview een cappuccino drinkt, is die hoofdbedekking af. Sinds begin dit jaar, overigens nog vóór ze een verblijfsvergunning kreeg, vertelt Awees, draagt ze die niet meer. Een grote overgang voor haar, want ze bedekt haar haren al sinds ze een klein meisje is. “Dat is een gewoonte die uit traditie en cultuur voortkomt. Het heeft niet met geloof te maken. Ik ben daarover na gaan denken. Ik wil geen hoofddoek meer dragen omdat dit van mij verwacht wordt. Ik wil een moderne vrouw zijn.” Ze blijft ook zonder hoofdbedekking een gelovige, stelt Awees, maar over haar relatie met God gaat alleen zijzelf, vindt ze. Weer lachend: “En als het argument is dat je mannen met los haar uitdaagt, dan zeg ik: dan kijken ze maar de andere kant op.”
Toch, zonder hoofddoek op de foto wil ze niet. Nog niet, zegt ze. “Dan komt er veel discussie over, daar ben ik nu niet aan toe. Zet er maar een archieffoto bij.” Awees is in Saoedi-Arabië geboren als oudste van een gezin met zeven kinderen. Haar ouders komen uit Somalië, maar haar vader werkt in Saoedi-Arabië. Als ze 12 jaar is, verliest hij zijn baan en moet hij het land verlaten. Het gezin vreest de onveilige situatie in Somalië en vlucht naar Jemen. Daar krijgt het een vluchtelingenstatus, vertelt Awees. Ze doet het goed op school, haalt hoge cijfers en krijgt een beurs om medicijnen te gaan studeren, vertelt ze. “Op mijn 25ste studeerde ik af.” Wat er daarna gebeurde, kan niet gepubliceerd zonder mensen in problemen te brengen, zegt Awees. Meer dan dat een mensensmokkelaar haar naar Nederland bracht en ze asiel aanvroeg, wil ze in de krant niet kwijt. Tijdens haar asielprocedure woont ze in verschillende asielzoekerscentra in Ter Apel, Venray en Crailo (bij Bussum). Ze wordt afgewezen, herhaaldelijk. “Dat begreep ik eigenlijk wel. Ik had geen goede papieren. Ik was heel bang toen ik aankwam en heb eerst een verhaal opgehangen dat niet klopte. Later heb ik dat bijgesteld, wel de waarheid verteld, maar die verhalen zonder verdere bewijzen, dat leidde toch tot een nee. Waarom zouden ze mij ook geloven? Ga terug naar Jemen, zeiden ze. Ik kreeg 48 uur om het land te verlaten.” Maar voor haarzelf staat vast: ze gaat niet terug. “In Jemen is een heel strenge, behoudende cultuur voor vrouwen. Als vrouw alleen is het onmogelijk om daar te leven, je krijgt geen werk, geen woning. Je moet dus trouwen en dan een heel traditioneel leven leiden. Ik wilde dat absoluut niet.” Ze duikt onder in Nederland, leeft vanaf 2012 als illegaal. Ze woont een tijd in de vrouwenopvang van de Pauluskerk in Rotterdam, ze leert Nederlands, dat ze inmiddels goed spreekt. Awees ontmoet veel andere afgewezen asielzoekers, trekt zich hun lot aan. Ze is erbij als in mei 2012 in Ter Apel een demonstratie voor hen wordt gehouden. Ze slapen er in tentjes. Ze wordt gearresteerd en de volgende dag naar het asielzoekerscentrum in Den Bosch gebracht. “Ik was daar best blij mee, ik had in elk geval weer een vaste plek in de opvang.”
Ook in Den Bosch is ze van de partij als in augustus dat jaar voor het IND-kantoor een tentenkamp wordt opgezet om aandacht voor de uitgeprocedeerden te vragen. Ook daaraan wordt een einde gemaakt, en de demonstranten, inclusief Awees, gaan dit keer naar een asielzoekerscentrum in Almere. Daar woont ze vervolgens een jaar. “Ze hebben mijn zaak nog eens bekeken, maar uiteindelijk kreeg ik weer zo’n brief: nog 48 uur om het land te verlaten. Ik heb mijn spullen gepakt, ben eerst naar de gemeente gegaan en daarna naar de politie met de vraag: waar moet ik heen? Een nachtje Leger des Heils en toen moest ik weg. Ik heb me aangesloten bij de vluchtelingengroep ‘Wij zijn hier’. Die zat toen al in Amsterdam.” Ze trekt, het is inmiddels 2013, eerst in het zogenoemde Vluchtkantoor, dat kort daarop wordt ontruimd. Daarna gaat ze naar een opvangplek die de gemeente heeft geregeld. Een half jaar lang helpt de gemeente de groep uitgeprocedeerden van ‘Wij zijn hier’ om te bezien wat er voor hen kan worden gedaan. Dat project mislukt, erkent de gemeente. Een meerderheid kón terug naar het land van herkomst, maar weigerde te gaan, zegt de woordvoerder. Ook Awees levert de bewijzen niet die haar recht geven in Nederland te verblijven, luidt het oordeel. Amsterdam vindt sindsdien dat uitgeprocedeerden die op straat leven in de bed-bad-broodopvang terecht kunnen. Er zijn ook periodes dat Awees niet kraakt, dan slaapt ze ’s nachts in de bed-bad-broodopvang, vertelt ze. Maar de mensen van ‘Wij zijn hier’ willen niet elke dag op straat zwerven, legt ze uit. Ze kraken sindsdien panden om in elk geval voor enige tijd op één plek te kunnen blijven, ook overdag. Awees doet vaak de woordvoering. In 2014 krijgt ze daar een prijs voor: de You Go Girl Award. Een prijs voor een deskundige vrouw die vaak en goed in de media optreedt, bedacht door mediaplatform VIDM en sprekersbureau ZijSpreekt. “Heel trots ben ik daarop”, vertelt ze. “Ik had bijna geen spullen die ik meenam van plek naar plek. Maar dat beeldje sleepte ik wel altijd mee. Mét mijn medailles trouwens. Die kreeg ik voor het hardlopen.” Ze rent veel, vertelt ze, liep al een Dam tot Damloop en vergelijkbare wedstrijden.
Thuiskomen In 2015 stelt haar advocaat voor een nieuwe poging te doen voor een asielstatus. Inmiddels is er een zogenoemd moratorium voor Jemen: wegens de oorlog wordt er niemand meer naar teruggestuurd. Het lukt: haar asielaanvraag wordt opnieuw in behandeling genomen. Awees neemt weer intrek in het azc Almere. “Het voelde echt als thuiskomen, ik was zo blij die mensen die daar werken weer te zien.” Via de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, die hogeropgeleide vluchtelingen helpt met opleiding of werk, kan ze bovendien een stageplek bij een huisarts in Almere regelen en kan ze bij een verpleeghuis in Amsterdam aan de slag. En dan, begin dit jaar, krijgt ze te horen dat ze definitief kan blijven. Wat de reden precies is, weet ze niet, zegt ze. Maar het maakt haar ook niks meer uit. Ze mag blijven. Ze woont nog in het azc Almere, maar hoopt snel een sociale huurwoning in Amsterdam te krijgen. “Denk niet dat ik boos ben dat het acht jaar duurde voor ik toestemming kreeg om hier te blijven. Helemaal niet, ik ben dankbaar voor alle goede mensen die ik in al die jaren ben tegengekomen. Ook bij het Coa en bij de IND bijvoorbeeld: echt, die mensen doen heel erg hun best. Ze moeten zich aan regels houden en aan politiek, ik snap dat echt wel.” Maar een makkelijke weg was het voor haar niet. “Het was voor mij heel frustrerend, je voelt je zo machteloos. Maar hoe kon ik bewijzen dat het niet veilig voor mij is in Jemen of in Somalië? Gelukkig is het nu voorbij.” Ze moet nu hard studeren om examens te doen en als arts ook in Nederland aan de slag te kunnen, zegt ze, en ze kijkt alweer blij. “Eerst moet ik hier als basisarts aan de slag. Dan ga ik me specialiseren, ik wil chirurg worden.”
‘wij zijn hier’
Ilhaam Awees (32) is niet de enige van het Amsterdamse vluchtelingencollectief ‘Wij zijn hier’ die in het bezit is van een verblijfsvergunning. 73 anderen gingen haar voor, zegt Marjan Sax, die als vrijwilligster ‘Wij zijn hier’ volgt sinds de oprichting in de zogenoemde Vluchtkerk in 2012. Het gaat vooral om mensen die alle mogelijke asielprocedures hebben doorlopen en die geen recht op verblijf in Nederland hebben gekregen. Ze willen niet terug naar hun land van herkomst, meestal omdat ze ervan overtuigd zijn daar niet veilig te kunnen leven. Ze krijgen de opdracht het land te verlaten, maar doen dat niet en leven vervolgens zonder geldige papieren, vaak op straat. In Amsterdam trekken ze van kraakpand naar kraakpand. De Immigratie- en Naturalisatiedient (IND) bevestigt hun exacte aantal niet. “Wel kan bevestigd worden dat een deel van de groep ‘We are here’ alsnog in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning omdat bijvoorbeeld de situatie in hun land van herkomst is gewijzigd of omdat iemand met (doorslaggevende) nieuwe feiten en omstandigheden is gekomen”, zegt de dienst in een schriftelijke reactie. Op dit moment bestaat de in samenstelling wisselende groep nog uit zo’n 150 tot 180 vluchtelingen, schat Marjan Sax. Begin deze maand kraakten zo’n dertig mensen van ‘Wij zijn hier’ een leegstaand kantoorpand in Diemen, inmiddels omgedoopt tot Vluchtdiemen. Dat is alweer het 31ste pand dat ze hebben betrokken, zegt Sax. Op dit moment zit de groep verspreid over nog vier andere plekken in de hoofdstad. Het merendeel van deze mensen komt uit Somalië, Soedan, Ethiopië en Eritrea. De gemeente Amsterdam biedt hun een bed-bad-broodopvang aan, waar ze ’s avonds en ’s nachts terecht zouden kunnen, meldt de woordvoerder van de gemeente. Overdag moeten ze dan de straat op, en daar tekent de groep protest tegen aan door te kraken, zegt Sax. Een kraakpand geeft in elk geval een vaste plek voor dag en nacht, stelt het collectief.
De weg van Ilhaam Awees
Vanaf 2009: begin asielprocedure in, azc’s Ter Apel, Venray en Crailo. 2011: uitgeprocedeerd, moet land verlaten. 2012: Pauluskerk in Rotterdam. Zaak opnieuw bekeken na demonstraties in azc’s Den Bosch en Almere. 2013 en 2014: wederom afwijzing, aansluiting bij ‘Wij zijn hier’ in Amsterdam. 2014: ontvangt ‘You Go Girl Award 2014’. 2015: nieuwe asielaanvraag, terug in azc Almere. 2017: krijgt alsnog verblijfsvergunning, hoopt op huurwoning in Amsterdam.
reactie ind
Trouw stuurde het verhaal van Ilhaam Awees aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor een reactie. Dit schrijft de dienst: ‘Volgens de IND was het vluchtverhaal van deze mevrouw niet geloofwaardig. Dat oordeel is door diverse rechters getoetst en bevestigd. Daarom heeft ze in voorgaande jaren geen vergunning gekregen. Na de inwerkingtreding van het gewijzigde (gunstige) toelatingsbeleid ten aanzien van asielzoekers uit Jemen, had mevrouw wel recht op een verblijfsvergunning.’
= = =