Direct naar artikelinhoud
Stadsverbeteraars

Savannah steunt ongedocumenteerden: ‘Ik help ze om mens te blijven’

Savannah Koolen (35) steunt initiatieven van ongedocumenteerden. Zoals nu: mondkapjes maken. ‘Deze mensen doen graag iets terug voor de maatschappij.’

Savannah KoolenBeeld Jakob van Vliet

“In mijn ogen is Amsterdam een heerlijke stad – progressief en open-minded – maar de leefbaarheid van een stad wordt volgens mij het beste duidelijk door je in te leven in de meest gemarginaliseerde groep mensen. Hoe goed is het voor hen geregeld? Het verbaast me nog dagelijks hoe ongedocumenteerden in onze stad behandeld worden.

Gisteravond was ik weer tot laat bezig om een slaapplek te vinden voor twee Eritrese jongens, beiden achttien jaar. Ze sliepen in de coronaopvang voor daklozen, maar verloren hun bed omdat ze er twee nachten niet sliepen. Dat was een vrij nieuwe regel, en niemand had ze hierover verteld of even een briefje opgehangen.

Ik heb Here To Support opgericht in mei 2013 om initiatieven van ongedocumenteerden te ondersteunen. Deze groep wordt vaak gezien als mensen die hier iets komen halen, terwijl ik juist zie dat ze graag iets terugdoen voor de maatschappij. Zonder papieren is het onmogelijk om sommige basale dingen zelf te doen, zoals een bankrekening openen of een fonds aanvragen. Daar helpen wij bij.

Ons meest recente project is het maken van mondkapjes. Toen deze verplicht werden in het openbaar vervoer zei ­Ilmira, een vrouw uit Rusland die samen met haar dochtertje op een kamer woont in Zuidoost: ‘Ik heb er al vijftig gemaakt met een eigen ontwerp. We kunnen deze wel voor alle ongedocumenteerden in de Amsterdamse opvang maken?’

Ernstig ziek

Als stichting zitten we nu tijdelijk in een taalschool achter het Vondelpark, die gesloten is wegens corona. Eén van de klaslokalen hebben we ingericht als sweatshop. Hier werken we met tien man, met en zonder papieren. Naaien, stoffen kopen, materiaal rondbrengen – iedereen heeft een eigen taak. We hebben al duizend mondkapjes gemaakt voor in de opvang: twee per persoon.

We gaan nu ook mondkapjes verkopen. De opbrengsten gaan naar de teamleden zonder papieren, of worden ­opnieuw geïnvesteerd. Er zijn al flink wat bestellingen binnengekomen, zo rond de duizend. Mohammed, verantwoordelijk voor logistiek, bezorgt ze op de fiets. Hij woont pas drie maanden in Amsterdam en kent de stad nu al op zijn duimpje. En op sommige plekken staan de mondkapjes op de toonbank, zoals bij MidWest vlak bij het Mercatorplein, en een kapper in de Czaar Peterstraat.

Hoe ik betrokken ben geraakt bij ongedocumenteerden? In 2012 vroeg een vriendin me mee naar het toenmalige tentenkamp van de actiegroep We Are Here, om wat soep en een trui langs te brengen. Tot vlak daarvoor was ik vier jaar lang ernstig ziek geweest. Ik had een darmziekte met veel complicaties. Mijn ouders woonden in Limburg, maar mijn moeder kwam wekelijks zeven maaltijden in bakjes brengen. Mijn omgeving heeft me niet alleen ­ondersteund om in leven te blijven, maar ook om mens te blijven. Door hen kon ik in Amsterdam blijven wonen en bleef ik politiek actief.

Afhankelijkheid

Bij mijn eerste keer bezoek aan dat tentenkamp ging het net wat beter. Ik kon zelfs een deel van mijn reis erheen fietsen. Eenmaal daar werd ik overdonderd door de heldhaftigheid van deze mensen. Ze konden elk moment ­opgepakt worden en toch stonden ze daar. De volgende dag ging ik terug met een telefoonoplader waar iemand om had gevraagd. Een paar maanden later openden we de deur van de vluchtkerk. En eigenlijk ben ik nooit meer weggegaan.

Ik heb zelf geen vluchtverleden, maar door mijn ziekte weet ik wel wat het betekent om afhankelijk te zijn van anderen om in leven te blijven. Hoe ontzettend lastig het is om hulp te accepteren, júist wanneer je die echt nodig hebt. Hoe belangrijk het is om je waardigheid en je menselijkheid te behouden. Ik weet niet of je dit werk kunt doen als je die afhankelijkheid zelf nog nooit hebt gevoeld.

Ik ben grootgebracht in een gezin waar altijd een extra stoel klaarstond. Ik heb daar meegekregen hoe belangrijk het is om anderen te helpen. Voorbij liefdadigheid is het grootste probleem van ongedocumenteerden een gebrek aan basisrechten. Dit is een groep die actief wordt uitgesloten van de maatschappij en die moeilijk zijn stem kan verheffen; daarom richt Here to Support zich op zichtbaarheid. Maar soms, of vaak, is er weer geen eten of geen bed. Dan moet je dat toch echt eerst oplossen.

Ik vind het eerlijk gezegd best lastig om nu zelf geïnterviewd te worden, terwijl die positieve zichtbaarheid juist zo belangrijk is voor ongedocumenteerden, zoals Ilmira. ­Vorige week was ik met het PrintRightsteam in Zuidoost om stoffen uit te zoeken: prachtige Afrikaanse prints en speelse designs. Ilmira was er al eerder geweest. Ze stelde ons trots voor aan de eigenaar van de winkel en zei: ‘Kijk, dit is mijn team!’ En zo is het maar net: háár team.

Zichtbaarheid

Er zijn in Amsterdam grofweg twee groepen ongedocumenteerden. Aan de ene kant zijn er arbeidsmigranten die rondkomen van zwart werk en daarom graag onder de ­radar willen blijven. Ik schat dat dat er rond de 20.000 zijn. Aan de andere kant zijn er mensen met een vlucht­verleden van wie de asielaanvraag is afgewezen. Here to Support ondersteunt met name deze laatste groep, omdat deze belang heeft bij zichtbaarheid.

Veel mensen weten niet dat de bewijslast van een asielprocedure bij een vluchteling zelf ligt: jij moet aantonen dat jouw vluchtverhaal waar is. Kun je dat niet, dan wordt je aanvraag afgewezen. Met een afwijzing verlies je gelijk al je basisrechten: onderdak, eten en andere hulp. Het rijk vangt ze niet op, de gemeente heeft geen verplichting daartoe.

Het gebeurt wekelijks dat iemand in mijn omgeving alsnog een verblijfsvergunning krijgt bij een tweede asielaanvraag. Van de vluchtkerk heeft meer dan de helft nu toch een verblijfsvergunning, hoewel ze oorspronkelijk waren afgewezen. Dat is natuurlijk fantastisch voor hen, maar laat ook zien hoeveel foutieve afwijzingen de IND maakt. Hierdoor zitten ontzettend veel vluchtelingen dus jarenlang onterecht in deze rechteloze limbo.

De gemeente Amsterdam heeft nu een programma voor vijfhonderd mensen met een vluchtverleden. Er is een strenge selectie waarbij wordt bepaald hoe reëel de kans is om alsnog een verblijfsvergunning te krijgen. In dat geval krijgen ze opvang, leefgeld en juridische hulp. Zo niet, dan wordt samen bekeken of terugkeer toch een betere oplossing is. Dit is maatwerk. Het programma is nu vol: er is een wachtlijst van tweehonderd mensen.

Europees netwerk

Wat mijn droom is voor Here To Support? Dat ongedocumenteerden volwaardig deel uitmaken van de maatschappij. Een stadsidentiteitskaart voor alle Amsterdammers, inclusief de ongedocumenteerde stadsbewoners, lijkt me symbolisch sterk, maar ook perfect als alternatief identiteitsbewijs. De gemeente is eveneens enthousiast en onderzoekt de uitvoerbaarheid.

We zijn ook een Europees netwerk aan het opzetten van progressieve steden: Barcelona, Napels, Hamburg, Stockholm. Om best practices uit te wisselen, of bijvoorbeeld tegelijkertijd zo’n stadsidentiteitskaart te introduceren. De stad is een prima territorium om een andere wereld te creëren. Op lokaal niveau kunnen we het verschil ­maken in mensenlevens, en van elkaar leren hoe dat te bereiken.

Zo is er in Barcelona een kledingwinkel, Top Manta, ­opgezet als coöperatie door ongedocumenteerden. Ze ­maken heel toffe eigen ontwerpen, van spijkerjasjes tot sweaters. Inderdaad, PrintRights is erop geïnspireerd. Wie weet kunnen we, net als zij, in de toekomst onze kledinglijn uitbouwen, maar die beslissing laat ik over aan Ilmira en haar team.”

Savannah Koolen

Leeftijd 35
Woonplaats Amsterdam
Opleiding Dansacademie, kunst- en cultuurwetenschappen in Maastricht
Doet Ondersteunt initiatieven van ongedocumenteerden in Amsterdam.
Met PrintRights, een kledinglijn voor mensenrechten, maken ze nu mondkapjes.
Functie Oprichter stichting Here to Support en medeoprichter Amsterdam City Rights.

Aandacht vragen

Eind 2012 laat vluchtelingencollectief We Are Here voor het eerst van zich horen, met een tentenkamp in Osdorp. Zo’n negentig man kamperen twee maanden in ­tentjes om aandacht te vragen voor hun situatie: afwijzing van een asielverzoek, niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst, en intussen geen recht hebben op opvang of voorzieningen. Wanneer het tentenkamp wordt ontruimd, kraakt de groep in december 2012 een leegstaande kerk, die wordt omgedoopt tot De Vluchtkerk. Hier verblijven ze een half jaar. De groep krijgt veel aandacht van burgers, media en artiesten als Typhoon en Anouk, die er komen optreden. Vanaf 2016 verzorgt de gemeente de bed-bad-broodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers, wat sinds twee jaar een 24 uursopvang is.