Oproep van dominees en voorgangers in Nederland aan de volksvertegenwoordigers van CDA en CU

29 juli 2020 By beheerder

Geachte zussen en broers in het geloof,

De Nederlandse regering heeft op 7 mei jl. bij een brief van staatssecretaris Broekers-Knol aangegeven hoe Nederland er wil zijn voor alleenstaande minderjarige vluchtelingen op Lesbos. De Nederlandse hulp bestaat uit 48 plekken in Griekenland voor de opvang van 5.463 minderjarige vluchtelingen.

Op 3 juli jl. is in de Tweede Kamer gestemd over een motie over de kinderen van Lesbos. In de motie wordt geconstateerd dat het Nederlandse plan om kinderen in Griekenland op te vangen nauwelijks van de grond komt. In de motie wordt de regering verzocht om uiterlijk 1 augustus met een voorstel te komen om een aantal kinderen in Nederland te herplaatsen. De motie is verworpen, ook omdat u als volksvertegenwoordiger van het CDA of de CU tegen de motie hebt gestemd.

De vluchtelingkinderen op de Griekse eilanden zijn alles kwijt. Soms zijn ze hun familie in hun thuisland kwijtgeraakt; soms zijn ze op de reis naar een veilig land gescheiden van hun familie. Het zijn kinderen die zeer kwetsbaar zijn voor mensenhandel en misbruik en die zeker in coronatijd bescherming nodig hebben. We maken ons grote zorgen over deze kinderen. Onze zorgen worden vergroot door wat we in media (bijvoorbeeld Trouw, Reformatorisch Dagblad en Nederlands Dagblad) lezen over het Nederlandse plan. Meest recent, medio juli, ruim twee maanden na de brief van 7 mei, berichtte RTL Nieuws dat de opvang in Griekenland nog niet is geregeld. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid wil geen concrete deadline noemen wanneer dat wel het geval is.

Wij zien hoe de Bijbel ons leert om er voor de kwetsbaren van deze wereld te zijn. We hebben het voorbeeld van Jezus die kinderen tot zich laat komen. Dat roept ons op tot ontferming over deze kinderen. Deze bewogenheid maakt dat wij u vragen om onze zorgen over de Nederlandse hulpplannen weg te nemen en dat wij u een aantal vragen voorleggen.

Wij vragen we u de volgende vragen te beantwoorden:

  1. welke garanties of andere zekerheden hebt u dat het Nederlandse plan van de grond komt en kinderen daadwerkelijk en snel in hun acute nood worden geholpen en onderkomen, onderwijs en voogdij ontvangen?
  2. welke garanties of andere zekerheden hebt u dat de andere kinderen dan de 48 die door Nederland worden geholpen, ook op korte termijn daadwerkelijk en snel hulp ontvangen?
  3. hoeveel tijd wilt u de regering geven voor het realiseren van het plan, ook gezien de acute nood van deze kinderen?
  4. bent u bereid u om de regering te vragen kinderen in Nederland op te vangen als het Nederlandse plan voor opvang in Griekenland niet van de grond komt of andere kinderen onvoldoende hulp ontvangen?

We hopen en bidden dat uw en onze inzet leidt tot bescherming van deze, Gods, kinderen. Gods zegen bij uw werk daarvoor toegewenst; we bidden voor u.

In de liefde van Christus verbonden,

  1. Peter R. Baas, emeritus-predikant binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
  2. Cor Baljeu, predikant protestantse wijkgemeente Open Kring Zwolle
  3. André van der Beek, voorganger Apostolisch Genootschap Zwolle
  4. Bram Beute, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Kampen-Zuid (Bazuinkerk)
  5. Menko Biewenga, emeritus-predikant Nederlands Gereformeerde Kerk Enschede
  6. Fred Blokhuis, predikant samenwerkingsgemeente Christelijke Gereformeerde Kerk en Nederlands Gereformeerde Kerk Nieuwegein
  7. Henk Bondt, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Hardenberg Marslanden (De Levensbron)
  8. Arend de Braak, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Sint Jansklooster-Kadoelen
  9. Sape Braaksma, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Leeuwarden (De Morgenster)
  10. Cor van Breemen, geestelijk verzorger (en predikant) Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Zeist-De Bilt
  11. Sijtze de Bruine, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Balkbrug
  12. Jos Colijn, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Wezep
  13. Arjan Dam, pastor algemene zaken Vrije Evangelisatie Zwolle
  14. ds. P.J. van Dam, emeritus-predikant Christelijke Gereformeerde Kerken
  15. Adri Dingemanse, emeritus-predikant voor doven van de Christelijke Gereformeerde Kerken, Zwolle
  16. George B.J.M. Dölle, priester Rooms-Katholieke kerk, pastoor te Hulsberg
  17. Albert Pieter Feijen, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk Hardenberg Baalderveld Zuid en heeft als vrijwilliger op Samos gewerkt
  18. Linus van ’t Foort, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Beekbergen
  19. Titus Frankemölle, diaken Rooms-Katholieke kerk, voorzitter Nederlandse Katholieke Schoolraad
  20. Jan Geersing, Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Ridderkerk (Maranathakerk)
  21. Nico Geertsema, voorganger Samenwerkingsgemeente Christelijke Gereformeerde Kerk-Gereformeerde Kerk vrijgemaakt-Nederlands Gereformeerde Kerk Lisse
  22. Willem Griffioen, voorganger Akergemeente Amsterdam
  23. Dirk Groeneveld, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Amersfoort-Zuid (Martuskerk)
  24. Han Hagg, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Zwolle-Zuid (Koningskerk)
  25. Roel Heida, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Monster 
  26. Sjoerd Heij, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Harkstede-Meerstad
  27. Adrie van der Heijden, emeritus-legerpredikant Christelijke Gereformeerde Kerken, Zaandam
  28. Jan Hendriks, bisschop van het bisdom Haarlem-Amsterdam
  29. Zweitse van Hijum, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Zevenbergen
  30. Hans van ’t Hoff, voorganger Nederlands Gereformeerde Kerk Den Haag-Rijswijk (Leeuwendaalkerk)
  31. Peter Hommes, Gereformeerde Kerk vrijgemaakt De Koningshof Leusden 
  32. Ron van den Hout, Rooms-Katholieke bisschop van Groningen – Leeuwarden
  33. Marinus de Jong, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Amsterdam (Oosterparkkerk)
  34. Sieds de Jong, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Drachten Zuid/West
  35. Martijn Junte, Remonstrantse Broederschap
  36. Gerrit Kemna, voorganger Grace Communion International Zwolle
  37. Jeroen Knol, kerkelijk werker Protestantse Gemeente Zwolle
  38. Dr. Bert Loonstra, predikant Christelijke Gereformeerde Kerk Gouda
  39. Wim (W.H.) Louwerse, emeritus-predikant Nederlands Gereformeerde Kerk, Apeldoorn
  40. Theodoor Meedendorp, voorganger multiculturele kerk Hoop voor Noord, Amsterdam Noord
  41. Rik Meijer, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Hardenberg Baalderveld-Zuid
  42. Roel Meijer, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Meppel (Kruiskerk)
  43. Kees Mewe, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Spakenburg-Zuid
  44. Wouter Moolhuizen, predikant Christelijke Gereformeerde Kerk Hoogeveen
  45. Rob Nijhoff, pastor Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Duiven-Velp
  46. Dick Noort, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Zuidhorn (De Rank)
  47. Gertjan Oosterhuis, gemeentepredikant De Verbinding Hilversum
  48. Melle Oosterhuis, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Wezep
  49. Rolf van Ommen, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Rouveen
  50. Hendrik Pathuis, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Spakenburg-Noord
  51. Jan-Jaap van Peperstraten, pastoor te Alkmaar
  52. Johan Plug, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Roden
  53. Gerrit Riemer, emeritus-predikant in missionaire dienst, Gereformeerde kerk vrijgemaakt, Mastenbroek
  54. Folkert Rinkema, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Katwijk
  55. A.J.Th. van der Scheer, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt
  56. Joop Schreuder, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Spakenburg-Noord
  57. Peter Sinia, voorganger Nederlands Gereformeerde Kerk Ede (de Proosdij)
  58. Hans Slotman, Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Kampen
  59. Herman Smit, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Zuidwolde (Dr.)
  60. Arie de Snoo, emeritus-predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Leiden
  61. Gert Jan van der Steen, bisschop Vrij-Katholieke Kerk in Nederland
  62. Henk Stoorvogel, pastor Vrije Evangelisatie Zwolle
  63. Peter Strating, voorganger Havenkerk Den Haag
  64. Jaap van Tuil, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Mariënberg
  65. Philip Troost, voorganger Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, spreker, heeft als vrijwilliger op Lesbos gewerkt en auteur, Zwolle
  66. Lucas van der Veen, predikant Kruiskerk Waddinxveen
  67. Tom A. Viezee, consulent Nederlands Gereformeerde Kerk Westbroek
  68. Bart Visser, predikant Christelijke Gereformeerde Kerk Leeuwarden (Bethelkerk)
  69. Tom Waalewijn, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Lutten
  70. Jan Wessels, missionair predikant Christelijke Gereformeerde Kerk Veenendaal (Bethelkerk) en internationaal directeur van Faith2Share, een wereldwijd netwerk van zendingsorganisaties
  71. Tjitte Wever, emeritus-predikant Nederlands Gereformeerde Kerk, laatst verbonden aan De Open Hof (Christelijke Gereformeerde Kerk/Nederlands Gereformeerde Kerk) Alkmaar
  72. Jan Hendrik van Wijk, predikant Hervormde gemeente Windesheim (Protestantse kerk in Nederland)
  73. Wim van Wijk, predikant Samenwerkingsgemeente Christelijke Gereformeerde Kerk-Gereformeerde Kerk vrijgemaakt-Nederlands Gereformeerde Kerk Deventer
  74. Dennis van der Zee, predikant Nederlands Gereformeerde Kerk IJsselmuiden
  75. Chris van Zwol, predikant Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Middelharnis

Oproep dominees en voorgangers voor hulp voor de kinderen van Lesbos

29 juli 2020 By beheerder

van Jan de Beer – 29 juli 2020

Goedenmorgen,

Vorige week verzonden wij de ingesloten oproep aan dominees en voorgangers om een oproep voor de Tweede Kamerleden van CU en CDA te ondertekenen. We zijn ontzettend blij en dankbaar dat in een week tijd, in de vakantieperiode, 75 mensen hebben aangegeven de oproep te willen ondertekenen!

De komende weken willen we proberen om meer dominees en voorgangers te benaderen en hen ook te vragen om de oproep te ondertekenen. Als u daarin iets kunt betekenen, bijvoorbeeld door onze oproep door te sturen, heel graag!!! Het is helemaal prima als u daarbij de mailberichten doorzendt en ook ons e-mailadres doorgeeft zodat mensen rechtstreeks kunnen laten weten. 

Dank u wel alvast en met hartelijke groet, 

Bert Sluijer, Carla Troost, Claudia van Bruggen, Freddy Eikelboom, Joop van Ommen, Ruth Stoorvogel, Philip Troost, Sybrena Vonck en Jan de Beer

Van: Jan de Beer [mailto:beerjg@hotmail.com]
Verzonden: dinsdag 21 juli 2020
Onderwerp: Oproep dominees en voorgangers voor hulp voor de kinderen van Lesbos

Goedenavond zus, broer in het geloof,

We benaderen u omdat we een oproep willen doen aan de vertegenwoordigers van CDA en CU in de Tweede Kamer. We vragen u als dominee of voorganger om aan te geven of u deze oproep wilt steunen. Wilt u ons laten weten?

Op de laatste dag voor het zomerreces stemde de Tweede Kamer over een motie, waarbij de regering werd gevraagd om met een plan te komen om alleenstaande minderjarige kinderen op Lesbos in Nederland op te vangen. De motie werd verworpen, onder andere doordat de vertegenwoordigers van CDA en CU tegen stemden. 

We hebben de afgelopen periode bij herhaling gevraagd aan de volksvertegenwoordigers van CDA en CU om toelichting waarom ze tegen deze motie hebben gestemd. We hebben daarop reactie ontvangen, waarbij vooral werd aangegeven dat er grote zorgen zijn, maar dat we ervan verzekerd kunnen zijn dat christenpolitici alles doen wat in hun vermogen ligt om asielkinderen te helpen en daar weg te krijgen. Wij zijn dankbaar voor deze inzet, maar zien tegelijkertijd dat deze inzet van onze politici niet heeft geleid tot concrete toezeggingen van de staatssecretaris. 

We vragen u nu om deze oproep te ondertekenen. Dat is om de volksvertegenwoordigers van CDA en CU te laten weten hoe betrokken “de achterban” is, om zich gesteund te laten voelen bij een oproep aan de regering om zich in concretere bewoordingen uit te laten, maar ook om aan iedereen in Nederland te laten zien dat christenen zorg hebben voor wat kwetsbaar en weerloos is, voor de verschoppelingen van deze wereld, voor Gods kinderen in de verschrikkingen van Lesbos. Wij zien het als taak van de overheid om zich met alle kracht hiervoor in te zetten.

Als u deze oproep wilt steunen, stuurt u ons dan een e-mailbericht met uw naam met vermelding van uw kerk of het kerkgenootschap. Wij nemen uw gegevens in de oproep op en verzenden deze zodra we meer ondertekenaars hebben naar de volksvertegenwoordigers van CDA en CU.

We hopen en bidden dat u deze oproep wilt ondertekenen. Dank u wel alvast en met hartelijke groet,

Bert Sluijer, Carla Troost, Claudia van Bruggen, Freddy Eikelboom, Joop van Ommen, Ruth Stoorvogel, Philip Troost, Sybrena Vonck en Jan de Beer

Nieuwsbrief Raad van Kerken Amsterdam juli 2020

Nieuwsbrief Raad van Kerken Amsterdam juli 2020

23 juli 2020 By beheerder

In deze Nieuwsbrief o.a. aandacht voor activiteiten van de Raad van Kerken Amsterdam
in het komende halfjaar. En: wij zijn op zoek naar een secretaris!

Brazilianen zonder papieren in Amsterdam

15 juli 2020 By beheerder

van: Parool  –  28 september 2019

Zo is leven in illegaliteit: ‘Hoe lang moeten we dit nog vol­houden?’

In Amsterdam zou de Braziliaanse Regina en Roseli een mooie toekomst wachten, maar een bestaan in de illegaliteit heeft donkere kanten: duizenden kilometers bij je kinderen vandaan zijn, een veel te dure woning huren, altijd de angst het land te worden uitgezet. ‘Hoe lang moeten we dit nog volhouden?’

door Paul Teunissen

Als Regina (38) de tram naar haar schoonmaakadres neemt, een geldig kaartje heeft en niet per ongeluk een zone te ver reist, hoeft ze niet bang te zijn. Ze moet geen te harde muziek draaien, geen vuilnis laten slingeren, niet roken waar het niet mag. Altijd onder de radar blijven. Haar man Jeferson (40) lette een keer niet op en fietste door rood. Een politieman hield hem aan. Toen hij geen ID-kaart kon tonen, nam de agent hem mee.

Regina ging naar het politiebureau en smeekte de agenten om haar echtgenoot te laten gaan. Hij mocht met haar mee, maar binnen twee weken zouden ze het land uit worden gezet. Ze hadden meteen hun spullen gepakt en zich onvindbaar gemaakt.

Anders dan haar klas

Regina heeft haar dochter Gabriëlla (8) nog niet verteld dat ze anders is dan de andere kinderen in haar klas. Zij gaat gewoon naar school. Ook een illegaal kind heeft recht op onderwijs. Zij wil dat Gabriëlla vrij is om kind te zijn als elk ander. Vrij is om te dromen. Gabriëlla vraagt er wel naar. Zoals van de zomer, toen de andere kinderen haar vertelden waar ze met vakantie naartoe gingen. “Waarom gaan wij nooit?” Toen had Regina een klein stukje van de waarheid verteld. Ze zei dat ze nog op wat papieren wachtten, maar dat er vast een moment zou komen waarop ze net als andere gezinnen konden gaan waar ze maar wilden.

Tweeduizend folders

Nu Gabriëlla wat ouder wordt, begint ze te voelen dat ze anders is. Ze hoort nooit over andere kinderen die van de ene op de andere dag hun huis, buurt en school moesten verlaten. Dit heeft zij al drie keer moeten doen. Een keer toen haar vader door rood was gefietst. Een andere keer omdat de eigenaar ze uit huis zette. Regina had hem eerlijk gezegd dat ze illegaal waren. Hij zei dat het geen probleem was, maar na een maand had hij ze er toch uitgegooid en de vooruitbetaalde huur gehouden. Dat gaat om grote bedragen, waar Regina meer dan tweehonderd uur voor moet schoonmaken. “Hoe denk je dat dat voelt,” vraagt ze.

Elf jaar geleden had ze gehoord dat ze het bes­te naar Europa kon gaan. Dat je daar in een maand evenveel kon verdienen als in Brazilië in twee jaar. Dat je na vijf jaar genoeg geld had om je eigen huis te kopen in een veilige buurt, ver van de favela. Een Braziliaanse had een plek voor haar bij haar in Amsterdam. Er woonden al zes illegale Brazilianen, maar Regina paste er nog wel bij. Die vrouw hielp Regina met de tekst op de folder. ‘Schoonmaker gezocht?’ Tweeduizend bracht ze er van deur tot deur. Ze moest snel werk vinden, zodat ze een ticket voor Jeferson kon kopen.

Ze was met de trein naar Naarden gegaan. Daar is het goed schoonmaken, zeiden ze haar. Grote huizen waar je een hele dag aan het werk bent. In Amsterdam betalen ze je twee of drie uur, voor een klein appartement. Dan moet je van het ene naar het andere adres haasten.

Ontheemd gevoel

Bij elk huis was ze het tuinpad opgelopen om de folder in de bus te doen. Na de laatste folder had ze om zich heen gekeken en geen idee welke kant ze op moest. Ze sprak geen Nederlands. Geen Engels. Op straat zag ze alleen Nederlanders. Toen was de eenzaamheid als een baksteen op haar hoofd gevallen. Ze was op de stoep gaan zitten en in huilen uitgebarsten. Een oudere vrouw vroeg haar iets, maar Regina begreep het niet. Ze had haar treinkaartje ­laten zien. De vrouw stapte op haar fiets en zei Regina achterop te gaan zitten. Zo was ze bij het station gekomen. Als Regina nu door Naarden loopt, komt dat ontheemde gevoel soms weer boven.

Na vijf jaar in Amsterdam hadden ze nog lang niet genoeg geld. Eerst had ze genoeg klanten moeten vinden en de taal moeten leren. En toen was Regina zwanger geworden. Ze wilde terug naar haar land. Naar een ziekenhuis kunnen zonder de angst te worden weg­gestuurd, zoals haar in Amsterdam was over­komen. Met een baby op komst wilde ze geen risico nemen. Maar de vrouw bij wie Regina inwoonde zei dat ze haar niet mochten wegsturen. Een paar dagen voor de bevalling was ze met complicaties opgenomen. Regina wilde aan de dokter vragen hoe het met haar baby was. Ze maakte zich zorgen, maar besloot dat het beter was om zo min mogelijk de aandacht te trekken.

“Hoe lang moeten we dit leven nog vol­houden,” vraagt ze wel eens aan Jeferson. “Tien jaar geleden was ons leven slechter dan het nu is. Over tien jaar zullen we het vast nog beter hebben.” Ze hadden wel meer kinderen gewild, maar met het vele schoonmaakwerk en die voort­durende onzekerheid waarin ze leven, is dat geen doen. Vorige Kerstmis wilden ze naar hun familie in Brazilië. Jeferson heeft zijn ouders al zeven jaar niet gezien. Het maakt hem triest. Op het laatste moment waren ze niet gegaan, uit angst dat ze Nederland niet meer in zouden komen. Dat ze niet meer naar huis konden, dat ze hun klanten zouden verliezen en Gabriëlla haar plek op school.

Ze hebben elkaar beloofd dat ze dit jaar wel gaan. Jeferson wil zijn ouders kunnen omhelzen, zegt hij. Die moeten voor hun dood hun kleindochter Gabriëlla ontmoeten. Ze weten dat ze een groot risico nemen. Wat als het niet lukt naar Nederland terug te keren? Dan zullen ze het op een andere manier proberen. Via Frankrijk of Portugal naar Amsterdam terug. Regina hoorde dat ze in Portugal makkelijker zijn. Dat ze een werkcontract geven en je dan een verblijfsvergunning krijgt. Ze zullen het blijven proberen. Net zo lang, tot het lukt.

De mensen waar ze schoonmaakt helpen haar. Iemand gaf haar een contract, zodat ze een huis konden huren. Van anderen mogen ze twee weekenden per jaar in hun vakantiehuis in Egmond aan Zee. Maar kort voor de zomervakantie kreeg ze ook van klanten te horen dat ze vier weken weggingen. “Je kunt weer beginnen als we terug zijn.” Dat vindt Regina een beetje gek. Zit ze een maand zonder werk. Het lijkt of die mensen er niet bij stilstaan dat Regina en Jeferson die maand wel 1400 euro huur voor hun kleine appartement moeten betalen. Op zo’n moment voelt ze zich minderwaardig. Soms zegt ze het tegen een klant. “O, sorry. Daar had ik niet bij stilgestaan,” hoort ze dan. Of: “Dat is niet mijn probleem.” Bij zulke mensen blijft ze niet lang werken.

Erkenning

Gabriëlla is de laatste tijd veel bezig met wie ze nu eigenlijk is. “Ik denk dat ik belangrijker ben dan andere kinderen,” zei ze laatst. “Ik ben Nederlands én Braziliaans.” Geen enkel kind uit haar klas spreekt vloeiend twee talen, zoals zij. Regina vertelt haar dochter dat ze hoopt dat zij een ander leven kan gaan leiden. Gabriëlla zegt dat ze het leven van haar moeder juist leuk vindt. Dat ze graag in al die vreemde huizen komt en zelf ook schoonmaker wil worden.

Net als de naar schatting andere tienduizend illegale inwoners van Amsterdam hoopt Regina dat Nederland besluit gezinnen die hier al jaren leven en werken eindelijk te erkennen. Dat ze papieren krijgt en kan gaan studeren, dat ze legaal voor mensen kan gaan werken en ze zich niet langer genegeerd voelt. Dat haar dochter hier een toekomst heeft.

Roseli liet haar zoontjes in Brazilië achter toen die zes jaar en twee maanden waren.

Ook Roseli dacht dat de zon in haar leven zou gaan schijnen als ze eenmaal in Amsterdam woonde. Dat ze een groot huis zou krijgen, de mensen waar ze komt schoonmaken haar met open armen zouden ontvangen. Maar die zeiden: “Ik wil iemand met wie ik kan praten.” “Ze werkt niet met haar tong, maar met haar handen,” zei haar zus dan. Roseli (40) weet het nog precies, hoe ze in Belo Horizonte haar slapende zoontjes op hun hoofd kuste, de een twee jaar en de ander zes maanden oud. Hoe haar vriend haar naar de bus bracht, ze elkaar omhelsden en ze was ingestapt. Ze weet nog dat ze naar hem keek en dacht: vanaf nu zal mijn leven anders worden. Hij was geen goede man voor haar, zei dingen als: “Voordat je kinderen kreeg zag je eruit als een volmaakte druif. Nu lijk je net een ananas.”

Ze weet nog hoe ze die eerste nacht op een matras in de woonkamer bij haar zus sliep, in een klein appartement bij het Mercatorplein. ­Samen met haar twee nichtjes. En hoe haar zus tegen de kinderen tekeerging als die niet wilden slapen.  Ze weet nog dat ze voor het raam zat en door de luxaflex naar buiten keek, naar die vreemde stad waar niemand haar verstond. Hoe het gehuil van de kinderen haar deed verkrampen. Het was alsof haar zoontjes huilden en riepen dat ze terug moest komen.

Ze was gegaan met de gedachte dat ze hard zou werken, zodat ze een ticket voor hem en haar zoontjes kon kopen. Dat alles beter zou worden als ze maar eenmaal met zijn vieren samen waren in Amsterdam. Ze was een naïef meisje, zegt ze nu. Ze had het leven van haar moeder gezien, nadat haar vader was vertrokken. Alleen met acht kinderen, zonder geld, zonder iets.  Haar eigen leven, met twee kleine kinderen, een man die nooit geld had, die haar kleineerde en dagen wegbleef omdat ze geen eten voor hem klaar had staan, begon steeds meer op dat van haar moeder te lijken.

Toen had ze haar zus in Amsterdam gebeld. “Of je laat me bij je komen, of het hoeft van mij niet meer.” Zo voelde ze het. Haar moeder was depressief geworden en aan de drank geraakt. Die lag alleen maar ziek op bed. Zo zou haar leven ook worden als ze niets zou doen.

Nederlandse man

Na drie maanden was alles anders dan ze had gepland. Toen ze haar man belde, zei deze dat ze niet meer naar huis hoefde te komen. Hij had een andere vrouw genomen. Roseli moest geld sturen, zodat hij en haar zoontjes konden leven.  Zonder geld zou ze haar zoontjes niet kunnen spreken. “Nu moet je niet meer huilen,” zei haar zus. “Je hebt er zelf voor gekozen om hier te leven. Leer de taal en werk hard. Straks zal je een vriend krijgen en weer gelukkig zijn.” Er waren genoeg mannen die interesse toonden. Braziliaanse, Marokkaanse en Turkse mannen. De meeste waren hier illegaal, net als zij. “Alleen een Nederlandse man zal je problemen kunnen oplossen,” zei haar zus.

Roseli wilde geen man. Sinds haar vertrek had ze alleen haar zoontjes in haar hoofd. Voor hen werkte ze vijf dagen per week. Ze leefde sober en stuurde geld naar Brazilië. Haar ex dreigde haar voor de rechter te slepen als ze geen alimentatie betaalde. Soms verbrak hij het contact. Sloot hij internet en de telefoon af. Dan belde ze met de buurvrouw, of die daarnaast. Ze belde de hele buurt af, tot er iemand haar zoontjes wilde gaan halen, zodat ze hen kon spreken. Ze vroeg of ze de doos met kleren en speelgoed hadden ontvangen die ze had opgestuurd. “Ja, maar de schoenen zijn veel te groot,” zeiden ze. Ze moesten maar niet tegen hun vader zeggen dat ze haar hadden gesproken.

Zelfvertrouwen

Een keer was Roseli met een vriendin naar een Braziliaanse bar. Daar was een vrouw die vroeg of ze Roseli’s nummer mocht, zodat ze nog eens konden afspreken. Een week later belde een Nederlandse man. Hij had haar zien dansen en vroeg of ze met hem wilde gaan eten. Ze wilde niet afspreken met een man die ze niet kende, maar toen bedacht ze dat het zondag was en ze was vergeten dat de winkels gesloten waren en toen had ze maar ja gezegd. Ze vertelde de man dat ze illegaal was en twee kleine kinderen had in Brazilië. Hij kon zich maar beter niets in zijn hoofd halen. Ze moest geld verdienen voor haar kinderen en wachtte op de dag dat ze hen bij zich zou hebben.

Maar die man, Herman, was niet van zijn stuk te brengen en vroeg of ze mee ging naar de film. En de week erna kwam hij haar elke keer met de auto ophalen bij haar laatste schoonmaakadres. Stond ze daar in haar schoonmaakkleren, met d’r haar in een knot, ruikend naar Glorix, tegenover die lange blauwogige man in maatpak, manager bij een groot Amerikaans bedrijf. Hij deed dingen die een man nog nooit voor haar had gedaan. Hij pakte haar hand vast als ze over straat liepen. Hij zei dat ze mooi was zoals ze was en dat ze nooit iets aan zichzelf moest veranderen. Hij gaf haar zelfvertrouwen. Ze vroeg hem niet om geld, om naar haar zoons te sturen. Ze wilde het zelf verdienen. Dat waardeerde hij.

“Het lijkt wel of je niet van je kinderen houdt. Je woont hier, bent samen met een Nederlander, maar je laat je zoons daar,” zeiden Braziliaanse kennissen. “Waarom ga je in Brazilië niet naar de rechter en vecht je voor je kinderen?” Roseli zei dat ze alles had geprobeerd om haar ex zover te krijgen. “Geef me alsjeblieft mijn zoons. Hier kunnen ze een opleiding doen, een goed leven opbouwen.” Misschien zou ze een rechtszaak winnen en haar zoons kunnen krijgen. Maar kreeg ze daarmee ook de liefde van haar kinderen? Haar ex weigerde haar de kinderen te geven en wilde dat ze geld bleef sturen.

‘Luxeleventje’

“Jullie moeder leidt een luxeleventje in Nederland. Ze heeft een nieuwe man en is jullie vergeten,” zei hij tegen haar zoons. Een keer per jaar ging ze met Herman naar Brazilië om haar zoons te zien, maar toen ze een jaar of tien waren wilden ze zich niet meer laten omhelzen. Als ze met ze wilde gaan zwemmen of ijs eten, moest hun vader mee, anders gingen ze niet. Later hoorde ze van hen dat ze bang waren dat hun moeder hen wilde ontvoeren. Dat had hun vader ze wijsgemaakt.

Met Herman – die een 18-jarige, half Braziliaanse dochter heeft uit een vorige relatie – had ze kinderen kunnen krijgen, maar Roseli wilde niet dat haar zoons zouden denken dat ze een nieuw leven had en niet meer aan hen dacht.

Zij moest het doen met de kinderen waar ze op paste. Als de ouders naar hun werk waren dacht ze: nu moet ik ze beschermen. Ze gaf hen de fles. Ze wiegde ze als ze verdrietig waren, bracht ze met de kinderwagen naar de crèche en later liep ze met hen naar de lagere school. Met hen deed ze alle dingen die ze niet met haar eigen kinderen kon doen. Als de kinderen huilden, dacht ze dat het een boodschap van haar zoontjes was. Als ze hen zou troosten, zouden haar kinderen dat voelen.

Ticket

Toen haar jongste zoon dertien was, belde zijn vader. Dat het te gevaarlijk voor Rafael was geworden. Hij moest drugs rondbrengen en andere bendes zaten achter hem aan. Al die jaren had ze met de telefoon naast haar oor geslapen, had ze geld klaar gehad voor een ticket. Ze wilde meteen kunnen vertrekken als haar kinderen haar nodig hadden. Het was een obsessie, zegt Roseli. Alles had ze voor hen over. Ze was als de dood dat haar ex het contact zou verbreken. Ze de stemmen van haar zoontjes niet meer zou kunnen horen. Dus als haar ex, zijn vriendin, of een andere vrouw haar belde en zei dat er geen geld was, dat die vent al dagen weg was en zij met die twee jongens zat, dan vroeg ze haar rekeningnummer en maakte ze meteen geld over.

Ze was naar Brazilië gevlogen en had haar zoon Rafael meegenomen. Twee jaar geleden was haar oudste, Gabriel, ook eindelijk gekomen. Ze was dolblij om hen beiden bij zich te hebben. Hier zouden ze gaan studeren en iemand kunnen worden. Maar Gabriel had andere plannen. “Ik wil werken.” In Brazilië hadden ze hem gezegd dat hij snel veel geld kon verdienen, rijk zou terugkeren en alles zou kunnen kopen. Maar van zijn moeder moest hij naar school en zijn inburgeringsexamen doen. “Hier is er niks aan,” zei hij en hij wilde terug naar Brazilië. “Het was moeilijk,” zegt ze. Vijftien jaar had ze op hem gewacht, maar na een paar maanden ging hij alweer weg.

Huisslaaf

Veel Brazilianen gaan terug. Soms omdat ze genoeg geld hebben om een huis te kopen. Vaker omdat ze het illegale leven niet langer aankunnen. Niet langer uitgebuit willen worden door huisbazen die driedubbele huur vragen, of werkgevers die hen maar de helft van het loon geven. Anderen hebben te veel heimwee of krijgen een baby en merken dat opvoeden en hele dagen schoonmaken niet samengaan. “Blijf daar, het is hier slechter dan vroeger,” krijgt Roseli soms te horen. Haar moeder is al lang geleden aan haar ellende bezweken. Ze weet nog dat ze haar sprak en ze zei: “Je moet snel komen, want ik heb niet lang meer.” “Ach, je weet hoe moeder is,” zei haar zus. Drie dagen later was ze overleden. De pijn van het niet gaan is altijd gebleven. Een paar weken geleden overleed haar vader. Haar zussen wilden naar Brazilië, Roseli niet. “Wat is er met je? Waarom huil je niet?” vroegen ze haar. “Hij is nooit een vader voor me geweest,” zei ze. “Als mensen me liefde geven, dan geef ik ze dat terug. Van hem heb ik het nooit ge­kregen.”

Dit jaar wil ze terug naar het dorp waar ze opgroeide. Ze zal alle mensen in haar straat langs gaan. Overal koffie drinken, wat eten en praten. Ze zal ’s ochtends beginnen en als ze geluk heeft is ze voor de zon ondergaat aan het eind van de straat.

Neus omhoog

Ze kent ze wel, Brazilianen die in het buitenland wonen en als ze teruggaan met hun neus omhoog lopen. Die vinden dat ze iemand zijn geworden, nu ze geld hebben. Die de armoede niet meer willen kennen. Zelf wil Roseli het niet vergeten. Daarom moet ze terug, weer voelen waar ze vandaan komt. Wonen zal ze er nooit. “Het leven daar is onrechtvaardig.” Roseli heeft gevoeld hoe het is om helemaal niets te hebben. Met dertien werkte ze als huisslaaf voor mensen met geld. Zelf nog een kind, moest ze andermans kinderen opvoeden. De vrouw jaagde haar weg omdat ze geen lekkere salade kon maken. Ze gooide de salade in Roseli’s gezicht en zei: “Mijn huis uit.”

Ze heeft gezien hoe in Brazilië die werelden nooit bij elkaar komen. Hoe de rijken rijker worden en de armen even kansloos zijn als dertig jaar geleden. In Nederland zag ze pas dat het anders kan. Dat de mensen bij wie ze schoonmaakte gewoon met haar aan tafel zitten. Koffie of eten voor haar maken. Mensen die arts of advocaat zijn, die haar een hand geven, haar bedanken en op de fiets stappen. Dat alle kinderen naar dezelfde school gaan.

In Brazilië liggen beide werelden mijlenver uit elkaar. De armen weten dat er geen enkele mogelijkheid is om ooit tot die andere wereld toe te treden. Een glimp van de ander door de geblindeerde autoruit is het enige contact dat er is.

Ineens weer een gezin

Een jaar geleden belde Gabriel: “Wil je me nog een kans geven?” Het is moeilijk om na al die jaren ineens een gezin te zijn. Herman heeft zijn dochter voor het eerst bij zich, en Roseli haar zoons. Roseli had er jaren over gedroomd en dacht dat ze snel gelukkig zouden worden. Ze zit haar zoons achter de broek. Ze wil dat ze hun kansen grijpen. Ze hebben een eigen kamer, krijgen kleren, eten, zakgeld. Alles. Ze hoeven alleen maar hun best te doen. Niet rond­hangen, zoals hun leeftijdgenoten misschien doen. Maar die hebben geen armoede gekend. Die hebben geen moeder die als kind op straat moest bedelen om eten.

Roseli hoopt dat haar zoons politieman zullen worden. Ze zijn allebei groot en knap en een uniform staat ze vast heel mooi. Goede, rechtvaardige politiemannen. Vanmorgen had Rafael zich verslapen. “O, kom op. Het is je eerste schooldag.” “Doe rustig, mama,” zeggen haar zoons. Roseli wil niet rustig zijn. Ze wil dat ze begrijpen dat wat nu goed lijkt, ineens voorbij kan zijn. Dan moet je klaar zijn om jezelf te redden.

Macho

Laatst was ze met Rafael naar het ziekenhuis, voor zijn bronchitis. De arts wilde weten of haar zoon vroeger last van zijn longen had.  Ergens allergisch voor was. Ze had gezegd dat hij nergens allergisch voor was. “Dat weet je helemaal niet,” zei Rafael. “Jij was er nooit.” “Ze moeten nog aan je wennen,” zeggen anderen haar. Ze raken haar niet aan. Als ze hen in haar armen wil sluiten, deinzen ze achteruit. “Ho, mam, niet doen.” Rafael laat iets meer toe. Die heeft meer haar karakter. Is zachter en emotioneler. Haar oudste is meer macho, als zijn vader. “Je hebt het ons nooit gegeven,” zegt die. “Je stuurde alleen maar geld en kleren. Dacht je dat we alleen dat nodig hadden?” “Ik wilde jullie alles geven,” antwoordt ze dan. “Meer kon ik vanaf hier niet doen.” Ze hoopt dat, als ze langer bij haar wonen, haar zoons toegankelijker worden. Dat ze gaan begrijpen dat alles wat ze deed, alleen maar voor hen was.

In de illegaliteit

Naar schatting wonen en werken er minstens tienduizend mensen zonder verblijfsvergunning in Amsterdam. Nederland verleent geen status aan economische vluchtelingen. Volgens een studie uit 2018 heeft zo’n 17 procent van de ongedocumenteerden de Braziliaanse nationaliteit. 

Bij aankomst worden ze vaak door landgenoten geholpen aan een woning en werk. Onwetend over de regels en gebruiken worden velen, niet zelden eveneens door land­genoten, uitgebuit via hoge huren en het afdragen van een deel van het loon.

De meeste van hen werken als schoonmaker bij particulieren. Anderen werken in massagesalons en restaurants.

Ook illegale arbeids­migranten hebben recht op noodzakelijke medische zorg. Ze kunnen hiervoor terecht in elk ziekenhuis. Medische zorg bij zwangerschap valt daar ook onder. Wanneer zij de kosten niet kunnen betalen, kan het ziekenhuis dit verhalen bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

Kinderen zonder verblijfsdocument hebben in Nederland dezelfde rechten als ieder ander kind. Ze mogen gewoon naar school en hebben recht op jeugdzorg. Als ze zich voor hun 18de hebben ingeschreven voor een vervolgopleiding, mogen ze deze ook afmaken.

In de gemeenteraad van Amsterdam denkt men na over het verstrekken van een lokale identiteitspas voor ongedocumenteerde migranten, zodat ook zij toegang krijgen tot armoede- en hulpvoorzieningen, en ze bij misbruik of uit­buiting aangifte kunnen doen bij politie. 

– – –

https://www.parool.nl/amsterdam/zo-is-leven-in-illegaliteit-hoe-lang-moeten-we-dit-nog-vol-houden~b20bcea4/

= = =

‘Migratiestress’ bij de ChristenUnie

15 juli 2020 By beheerder

van: NRC  –  10 juni 2020

‘Migratiestress’ bij de ChristenUnie

door Lotfi El Hamidi

Zullen migratie en integratie nog bepalende thema’s worden in de aankomende verkiezingen? Dat was, pre-corona, sterk de verwachting. Ook voor de ChristenUnie, die op zulke onderwerpen steeds vaker lijkt mee te bewegen met de rechtse partijen.

Zo waren er het afgelopen jaar zogeheten ‘huiskamergesprekken’ over identiteit en migratie, gevolgd door een spraakmakend interview in NRC met partij-ideoloog Wouter Beekers, die nationalisme uit het verdomhoekje wil halen. En nu houden uitspraken van Laurens Wijmenga van het wetenschappelijke instituut de gemoederen binnen de CU bezig.

Intern ziet Wijmenga „een soort migratiestress”, zei hij onlangs in een gesprek met Nederlands Dagblad naar aanleiding van zijn essay over migratie. De bijbelse opdracht om gastvrij de vreemdeling op te vangen is voor de CU niet de enige manier om het migratie- en asielvraagstuk te benaderen, aldus Wijmenga. Hij wijst op „een Bijbelse lijn waarin juist de samenhang en zuiverheid van de nationale gemeenschap centraal staan”.

De woorden ‘zuiverheid van de nationale gemeenschap’, die ook in het essay terugkomen, deden de wenkbrauwen van CU-lid en mensenrechtenactivist Antonie Fountain fronsen, vertelt hij in zijn huiskamer in Ede. Fountain maakt zich al een tijd zorgen om „de ruk naar rechts” van zijn partij. Niet geheel toevallig werd hij drie jaar geleden lid om van binnenuit te ageren tegen „de hardvochtige asielparagraaf in het regeerakkoord”.

Steeds vaker ziet Fountain hoe asiel en arbeidsmigratie op een hoop worden gegooid en voor „ruis” in het debat zorgen. Ook constateert hij binnen een deel van de partij een „diepgewortelde angst voor moslims”. Fountain: „Er bestaat ook bij de CU een hardnekkig frame over de islam. Aan de ene kant versterkt door de ervaringen van [fractievoorzitter] Gert-Jan Segers in Egypte, maar ook door een conservatieve vleugel binnen de partij.”

Fountain mist de broodnodige nuance die bij de christelijk-sociale partij zou horen. „Over onze eigen godsdienst zijn we zeer genuanceerd. Bij misstanden kunnen we precies het onderscheid maken tussen stromingen en groepen binnen de grote christelijke familie. Maar waarom kunnen we dat niet opbrengen als het gaat om onze moslimbroeders en zusters?”

De ChristenUnie zit net als veel andere partijen nog steeds „in de Fortuyn-fuik”, zegt hij. Het wordt tijd om uit die fuik te komen, aldus Fountain. „We hebben een hoop brave leden die misschien iets minder spraakzaam en mediageniek zijn. Toch hoop ik dat vooral op dit soort thema’s de linkerflank wat luider van zich laat horen.”

Lotfi El Hamidi (L.elHamidi@nrc.nl @Lotfi_Hamid) schrijft op deze plek een wisselcolumn met Tom-Jan Meeus.

– – – https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/10/migratiestress-bij-de-christenunie-a4002296

Lees ook het essay ‘Een goed verhaal over migratie’ door Laurens Wijmenga, op:

www.wi.christenunie.nl/migratie2020 en beluister de podcast waarin Rikko Voorberg in gesprek met de auteur waarschuwt tegen denken vanuit de zuivere nationale gemeenschap.

= = =

Denk mee over media actie ‘Housing is a Human Right’

14 juli 2020 By beheerder

Bij Here to Support zijn mensen geen nummers en wij noemen niemand cliënten. In veel gevallen leren we mensen kennen zonder dat we een juridische intake doen, zonder dat we een dossier lezen en we beginnen niet met moeilijke vragen. We zijn geïnteresseerd in persoonlijkheden, talenten, muziekkeuze, humor en eigenaardigheden. Veel mensen komen bij ons met een hulpvraag, we zoeken het juiste loket, verantwoordelijke organisatie of specialist. We gaan naast iemand staan en denken mee. We mailen en bellen om belangen behartigd te krijgen. We Are Here to Support.

De 40 mensen die dagelijks in onze dagopvang komen kennen we nu door en door. Wie drinkt zijn koffie met melk? En wie draait er graag Celine Dion? (antwoord: iedereen uit Nigeria). Maar nu voeren we iedere dag moeilijke gesprekken:  op 1 augustus sluit de noodopvang, en dezelfde dag sluit onze dagopvang. Voor iedereen is het onzeker of er een plek in de gemeentelijke opvang komt. We proberen mensen te laten screenen door de GGD maar zelfs voor de eerste screening van de GGD zijn nu wachtlijsten. De meeste mensen hebben geen eigen netwerk, ze spreken de taal niet en zijn doordat ze geen papieren hebben niet in staat om in eigen levensonderhoud te voorzien, hebben geen uitkering en mogen niet werken. Naast iemand staan die niet weet waar over 25 dagen te slapen, te eten en te douchen: Hoe doe je dat? Hoe kunnen wij daar zijn waar de mensen ons nodig hebben? Zoals het er nu uitziet worden meer dan 120 ongedocumenteerde mensen dakloos. Dit is te groot voor Here to Support om te dragen. 

We denken na over een grote media actie. Housing is a Human Right. Want dat dak, is zeker nodig. Hoe vormen we een groep van Amsterdammers om deze mensen heen, om hen die steeds te horen krijgen dat ze onzichtbaar moeten zijn, weg moeten gaan? 

Wil je met ons hierover meedenken? Mail dan info@heretosupport.nl

uit: Nieuwsbrief van Here to Support, van 7 juli 2020

Wij stoppen met dagopvang

14 juli 2020 By beheerder

Sinds 22 maart organiseert Here to Support voor 35 tot 40 mensen dagopvang op twee locaties in de stad. Wij gaan hier op 31 juli mee stoppen. In de komende weken gaat de gemeente Amsterdam de noodopvang (nachtopvang in de sporthallen), die is opgezet vanwege Corona, afbouwen. Het virus is nog niet weg, maar op 1 augustus sluiten de sporthallen helemaal. Er zijn meer dan honderd ongedocumenteerden die straks op straat zullen komen, en dan is er geen vangnet meer. Het wordt voor ons dan onmogelijk om op dezelfde manier een dagopvang te runnen zoals we nu doen. Waar we nu alleen een lunch verzorgen, zullen mensen straks drie maaltijden per dag missen; daarnaast hebben zij geen douche, geen bed en geen andere basisvoorzieningen. De druk op de dagopvang die wij nu met minimale middelen runnen zou te hoog worden. 

De voorspelling is dat een aantal mensen in de reguliere ongedocumenteerde opvang kunnen komen, als zij hoog op de wachtlijst staan, aangezien er veel plekken vrijkomen. Maar lang niet genoeg, en als er plekken vrijkomen betekent het ook weer dat andere mensen op straat komen. Zo zullen er 27 veelal jonge mensen 1 juli vanuit het Dublin programma uit de opvang gezet worden, omdat mensen met een Dublinclaim maar 6 maanden opvang krijgen terwijl zij 18 maanden moeten overbruggen voordat zij naar Ter Apel kunnen. Daarnaast komt er nog een groep mensen op straat waar het LVV programma voor ophoudt, dit betreft veelal oudere ongedocumenteerden. 

Here to Support trekt constant aan de noodbel. Wij zijn onderdeel van veel verschillende overleggen, wij mailen en bellen organisaties, gemeente en regiegroepen en nemen nergens een blad voor de mond. Here to Support wil niet meewerken aan een systeem dat mensen constant dakloos maakt. Here to Support kan niet elke keer als enige organisatie de gaten opvullen.

Wij zullen en kunnen geen grootschalige nachtopvang regelen komende zomer, deze aantallen dakloze ongedocumenteerde mensen zijn onhoudbaar.

Wij zien dat het vanwege Corona bijna onmogelijk is om het particuliere opvangnetwerk aan te spreken. Mensen hebben hun eigen logeerkamer nodig als werkkamer; zijn veel thuis of hebben angst voor corona bij logees. Door de crisis hebben veel particulieren het ook zelf financieel zwaar en kunnen zij geen extra monden voeden.

Waar gaan mensen naar toe als zij naar de straat worden verwezen? Here to Support ziet geen enkele organisatie bewegen om een vangnet op te zetten. Wij maken ons ernstig zorgen en zien donkere tijden aankomen waarin mensenrechten geschonden gaan worden. 

Wij gaan door met het agenderen van basisrechten, want ieder mens heeft recht op bescherming en een dak boven zijn of haar hoofd. Housing is a human right! Bescherming is niet alleen nodig in tijden van corona maar blijft nodig.

Wij houden jullie op de hoogte van wat er deze maand nog verder gaat gebeuren. 

uit: Nieuwsbrief van Here to Support, van 25 juni 2020

Moooie mondkapjes !

14 juli 2020 By beheerder

Binnen 3 weken tijd is door een klein team van 8 ongedocumenteerden meer dan 1000 mondkapjes geknipt en genaaid. De eerste lading werd deze week [begin juni] uitgedeeld bij de verschillende opvanglocaties in de stad waar ongedocumenteerden verblijven. 

Het idee kwam van het signaleringsteam van Amsterdam City Rights. Zodra mondkapjes in het OV verplicht werden, appte Ilmira uit Rusland dat ze een ontwerp had liggen en 50 kapjes had gemaakt. Zo ontstond het plan Right to Mobility: het maken van 1000 mondkapjes voor en door ongedocumenteerden, zodat zij zich ook veilig kunnen verplaatsen door Amsterdam. Iedere ongedocumenteerden in de gemeentelijke opvang krijgt twee wasbare mondkapjes.

Ilmira: ‘Het plan is om nu ook mondkapjes te maken voor andere Amsterdammers. Zo kunnen we iets teruggeven aan de stad.’ Daarnaast ligt het plan ter tafel om een kit samen te stellen waarmee mensen zelf hun mondkapje kunnen naaien. 


JIJ kunt ze ook kopen!

Voor slechts €5,-! Mail naar mondkapjes@heretosupport.nl. De bestelling komt dan terecht bij de makers. De opbrengst gaat niet via Here to Support, maar direct naar de makers. Dit is voor hen een mogelijkheid om eigen geld te verdienen, een bijdrage aan de maatschappij te leveren en te investeren in nieuw materiaal. 

CoCreative Agency 

Het plan van Ilmira past precies binnen onze CoCreative Agency, waar we samen met ongedocumenteerden producten maken die zij zelf kunnen verkopen. Here to Support investeert in materiaal, geeft verkooptrainingen en begeleidt in het maken van de producten. De makers en verkopers kunnen de producten kopen bij Here to Support en zelf doorverkopen. Op deze manier is er geen sprake van een werkgeversrelatie (dit is verboden) en kunnen ongedocumenteerden door zelf ondernemer te worden geld verdienen. Het project is opgezet met ondersteuning van Stichting Doen.

uit: Nieuwsbrief van Here to Support, 5 juni 2020

Geen valse hoop, wel duidelijkheid

14 juli 2020 By beheerder

van: Parool  –  13 juni 2020

( op de website: De Ceuvel is open, maar de opvang van ongedocumenteerden gaat door )

Op broedplaats De Ceuvel vinden ongedocumenteerden die al jaren krakend door de stad trekken, rust en regelmaat. Het verrassende gevolg: een deel heeft Amsterdam inmiddels verlaten.

door Bart van Zoelen

Samantha Selima weet nog goed hoe ze de Mandela Kids vorig jaar aantrof in een kraakpand. “Ik was in shock,” zegt Selima, die de ongedocumenteerden bijstaat met hulpstichting Family on a mission. “Jonge jongens sliepen op de grond met alleen een deken. Moedeloos en zonder enig idee waar ze naartoe moesten.”
In april leefden ze nog op het koude beton van een parkeergarage in de Bijlmer. Dat is een wereld van verschil met hoe ze er nu bij zitten op broedplaats De Ceuvel in Noord. Terrasgangers weten: daar is het goed toeven. Op de vroegere scheepswerf worden duurzame innovaties beproefd, die bijna al het denkbare afval hergebruiken. Momenteel loopt er nog een bijzonder experiment: overdag worden hier zo’n vijftig ongedocumenteerden opgevangen.

Juist toen het coronavirus om zich heen greep, werd de garage in Zuidoost gesloopt. De gemeente regelde daarom een slaapplaats in sporthal Elzenhagen in Noord. Overdag waren de vooral uit West-Afrika afkomstige mannen welkom bij De Ceuvel. Het café was toch dicht en de bedrijven die er gevestigd zijn, werkten vanuit huis.

Vrijwilligers bieden medische zorg en juridisch advies. Verder krijgen de mannen taalles, bokstraining en workshops, zoals houtbewerking en schilderen. “We leren veel over hoe we ons leven weer kunnen oppakken,” zegt Samba Abdou Fatah (22), een van de leiders van de groep. Al acht jaar trekken ongedocumenteerden van kraakpand naar kraakpand. Onder de naam We Are Here werden ze een hoofdpijndossier voor de gemeente. Later, toen ze leefden in het Nelson Mandelapark, noemden ze zichzelf de Mandela Kids.

Realitycheck

De Ceuvel is intussen weer open, maar de opvang gaat door. Rebusachtige posters maken de ongedocumenteerden wegwijs in het oerwoud aan asielprocedures, maar hen wordt ook ingeprent waar de mogelijkheden ophouden. Het advies voor ieders specifieke situatie werkt als realitycheck, waardoor sommigen al tot de conclusie zijn gekomen dat er geen toekomst voor ze is in Nederland of Europa.

Het vertrouwen groeit en daarom staan ze ook meer open voor advies, zegt Esther Weller, die bij De Ceuvel werkt als programmamaker voor festivals en concerten. En er is rust om over hun toekomst na te denken, zegt Selima. In de parkeergarage waren ze alleen nog maar bezig met vandaag, hooguit morgen. “Ze zaten in een overlevingsmodus.”

“Best wat jongens maken kans om in Italië te mogen blijven,” weet Weller. De stichting probeert daar werk en onderdak te regelen, zodat ze niet overgeleverd zijn aan de maffiapraktijken waarover afschrikwekkende verhalen rondgaan. Weer anderen blijven hopen op een verblijfsvergunning in Nederland.

Krijgt de groep die al veel wegen heeft bewandeld om in Nederland te blijven dan geen valse hoop? “Wij geven duidelijkheid, we zijn niet soft,” zegt Huib Koel. De scheepsbouwer heeft een varend hotel op De Ceuvel. “Als ze uiteindelijk hebben uitgezocht welk traject voor hen het juiste is, dan gaan ze daar ook heen,” zegt hij. “Het is een advies,” zegt Selima. “We kunnen ze nooit dwingen.”

Via Italië naar Nederland

Toch komt er beweging in de groep. Van de 55 hebben er 22 binnen twee maanden de Mandela Kids verlaten – naar een asielzoekerscentrum, andere opvang of de geestelijke gezondheidszorg, maar ook naar Italië, Spanje en Duitsland. En als dat betekent dat de groep uit elkaar valt? “We waren samen vanwege het systeem, omdat we op straat moesten leven,” zegt de uit Gambia gevluchte Fatah, die zes jaar geleden naar Nederland kwam via Italië, Zwitserland en Duitsland. “Niemand wil dat. Van kraakpand naar kraakpand trekken, dat is geen leven.”

Het past bij De Ceuvel om een nieuw recept los te laten op de opvang van ongedocumenteerden. Het is eigenlijk niet anders dan na de vorige grote crisis, toen de broedplaats vanaf 2012 een manier bedacht om de zwaar vervuilde grond onder de werf schoon te maken. “We zien dit als een pilot, een experiment,” zegt Weller. “Door het gewoon te doen en al doende te leren.”

De Ceuvel heeft de gemeente laten weten graag nog drie maanden door te gaan – en misschien wel tot december. Wethouder Rutger Groot Wassink houdt echter vol dat de coronanoodopvang stopt. Amsterdam gaat tot 1 augustus door, een maand langer dan de rest van het land, maar daar houdt het mee op.

Dat lijkt De Ceuvel onverstandig. “Dan verlies je ze, denken wij,” zegt Koel. “Dan zwermen ze uit. De groep groeit weer en dan heb je over een jaar weer zestig mensen. Terwijl je, heel cynisch, ook kunt zeggen dat we het probleem van rechts aan het oplossen zijn. We zijn er al twintig kwijt.”

Het zou zonde zijn om te stoppen, net nu het vertrouwen van de groep is gewonnen, zegt Weller. “Anders begint het allemaal weer van voren af aan,” vreest zij. “Dan zijn het straks misschien de Noorderpark Kids.”

= = =

https://www.parool.nl/amsterdam/de-ceuvel-is-weer-open-maar-de-opvang-van-ongedocumenteerden-gaat-door~bc297cbc/

Kerkelijke en andere activiteiten in het kader van Keti Koti 2020

Kerkelijke en andere activiteiten in het kader van Keti Koti 2020

30 juni 2020 By beheerder

Op en rond 1 juli wordt herdacht en gevierd  dat Nederland 157 jaar geleden in 1863 formeel de slavernij afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen.
In een speciale Nieuwsbrief vindt u informatie over een aantal kerkelijke en andere activiteiten in het kader van de herdenking en viering van Keti Koto.

Nieuwsbrief Raad van Kerken Amsterdam mei 2020

Nieuwsbrief Raad van Kerken Amsterdam mei 2020

12 juni 2020 By beheerder

Aan de vooravond van Pinksteren verzond de Raad van Kerken Amsterdam een nieuwe Nieuwsbrief.
In deze Nieuwsbrief aandacht voor de verruimde mogelijkheden voor kerkdiensten en andere samenkomsten.
verschillende activiteiten waarbij de Raad of een van de lidkerken bij betrokken zijn.
De brief eindigt met een Pinkstergroet.

Twee verklaringen van het Veiligheidspact tegen Discriminatie

Twee verklaringen van het Veiligheidspact tegen Discriminatie

16 mei 2020 By beheerder

Het Veiligheidspact tegen Discrimatie, waar de Raad van Kerken Amsterdam actief bij betrokken is,
heeft 11 mei twee verklaringen uitgegeven naar aanleiding van nieuwe geweldsdaden tegen een joods restaurant
en tegen een homoseksueel paar. Burgemeester Femke Halsema verwees naar de verklaringen in het programma M diezelfde dag.

1 8 9 10 11 12 13 14 30